BELGA

Wie is de "typische" coronapatiënt op intensieve zorg? En is de behandeling nu beter dan tijdens de eerste golf?

Er liggen nu meer dan 7.000 covidpatiënten in het ziekenhuis, van wie bijna 1.500 op intensieve zorg. Daarmee zitten we een stuk boven de piek van de eerste golf. Maar wie is eigenlijk de "typische" patiënt op intensieve zorg? Klopt het dat vooral ouderen en mensen met overgewicht erg ziek worden? En is de behandeling nu beter dan tijdens de eerste golf?

Zijn de meeste patiënten écht zwaarlijvig?

De voorbije maanden werd vaak gezegd dat vooral mensen met overgewicht op de afdeling intensieve zorg belanden. Het typisch profiel: een man met een Bourgondische levensstijl en een stevig buikje.

Björn Stessel, anesthesist en intensivist in het Jessa Ziekenhuis in Hasselt, is niet overtuigd. Hij twijfelt of er wel een link is met obesitas. "Bij ons in het ziekenhuis hebben we die link niet echt gezien", zegt hij. "De gemiddelde BMI lag tijdens de eerste golf tussen 27 en 28. We spreken pas van obesitas bij een BMI van meer dan 30. Ik heb daarom twijfels over de rol van obesitas. Ik zie bij ons op intensieve zorg eerder een soort doorsnee van de Belgische populatie. Ja, er is vaak wat overgewicht, maar niet meer dan je zou verwachten."

Dominique Benoit, diensthoofd intensieve zorg in het UZ Gent, ziet gelijkaardige cijfers. "We hebben deze week nog de berekening gemaakt voor onze patiënten. 60% heeft licht overgewicht, maar slechts 10% is zwaarlijvig. Je kan dus niet zeggen dat alleen mensen met obesitas gevaar lopen. Dat zou een fout signaal zijn."

Er liggen overigens ook ook heel wat mensen zònder overgewicht op de afdeling intensieve zorg. Dat bevestigt Kenneth Coenye, hoofdarts in het Sint-Jansziekenhuis in Brussel. "We hebben op dit moment een patiënt van 53 zonder medische voorgeschiedenis. Hij heeft geen diabetes, geen overgewicht en hij nam alleen wat medicatie voor de bloeddruk. Toch ligt die man nu op intensieve zorg."

Coenye voegt er wel aan toe dat dit soort patiënten eerder zeldzaam is. "We zien zelden mensen op intensieve zorg belanden als er geen bijkomende risicofactor is.  Veel patiënten hebben overgewicht of diabetes. Dat zijn duidelijk de twee grote boosdoeners."

Hoe het komt dat ze in sommige ziekenhuizen meer mensen zien met overgewicht dan in andere ziekenhuizen? Dat heeft waarschijnlijk te maken met de omgeving. "Wij werken in een grootstedelijke context", zegt Coenye. "Daar zijn er gewoon meer mensen met overgewicht en diabetes."

Zijn er meer mannelijke dan vrouwelijke patiënten?

Je hoorde de voorbije maanden vaak dat mannen meer kans hebben om op intensieve zorg te belanden dan vrouwen. Dat klopt wel. "Het is ongeveer 70-30, in het nadeel van de mannen", zegt Kenneth Coenye. "We zien ook dat meer mannelijke dan vrouwelijke patiënten overlijden."

Ook in het UZ Leuven zien ze meer mannen dan vrouwen op intensieve zorg, al is het verschil iets minder groot. "60% van de patiënten waren tot nu toe mannen", zegt intensivist Geert Meyfroidt.

In het UZ Gent zien ze ongeveer dezelfde cijfers als in het UZ Leuven. "Ik heb wel de indruk dat het aan het verschuiven is", zegt Dominique Benoit. "Dat er nu iets meer vrouwen zijn dan tijdens de eerste golf."

Er zijn meer mannelijke dan vrouwelijke patiënten op de afdeling intensieve zorg.

Hoe oud zijn de patiënten op de afdeling intensieve zorg?

Vooral oudere patiënten belanden vaak op de afdeling intensieve zorg. Dat was zo tijdens de eerste golf en het is ook nu het geval. In het Jessa Ziekenhuis was de gemiddelde patiënt tijdens de eerste golf 67 jaar. De voorbije weken was dat 67,5 jaar. Dat is geen groot verschil.

Dominique Benoit ziet gelijkaardige cijfers in het UZ Gent. "Op dit moment zijn de meeste van onze patiënten tussen 55 en 75 jaar oud. De oudste is 81, de jongste is 41."

Er zijn dus ook jongere patiënten, lang niet iedereen op de afdeling intensieve zorg is bejaard. "Je kan stellen dat iedereen die ouder is dan 40 kans loopt om op intensieve zorg te belanden. Dat moeten mensen goed beseffen. Niet alleen ouderen lopen gevaar."

Ook Kenneth Coenye ziet soms jongere patiënten op intensieve zorg belanden. "Onze jongste patiënt is op dit moment 50. Tijdens de eerste golf hadden we zelfs een patiënt van 41. Die is toen gelukkig goed hersteld."

Bij oudere patiënten verloopt dat herstel vaak moeizamer. "Dat komt omdat ze op een paar weken tijd heel veel spiermassa verliezen. Ze hebben daarom altijd een lange, moeizame revalidatie voor de boeg."

Is de behandeling nu beter dan tijdens de eerste golf?

"De behandeling  van COVID-19-patiënten is zeker verbeterd in vergelijking met de eerste golf", zegt Björn Stessel. "Dat komt door de combinatie van een verhoogde dosis bloedverdunners en corticosteroïden, een soort ontstekingsremmers."

"Die ontstekingsremmers maken inderdaad een groot verschil", beaamt Dominique Benoit. "Toch moet je dat wat relativeren, want we gebruikten ze ook al tijdens de eerste golf bij sommige patiënten. Bloedverdunners werden ook al veel toegediend."

Kenneth Coenye zegt dat bloedverdunners en ontstekingsremmers inderdaad gebruikt werden tijdens de eerste golf. Toch ziet hij een verschil. "Tijdens de eerste golf kregen de meeste patiënten een lage dosis bloedverdunners. Dat komt omdat élke bedlegerige patiënt bloedverdunners krijgt. Het had op zich dus niets te maken met COVID-19. Nu krijgen patiënten veel hogere, therapeutische dosissen. Die kunnen wel degelijk een groot verschil maken."

Covidpatiënten krijgen nu vaker ontstekingsremmers en bloedverdunners dan tijdens de eerste golf.

Artsen hebben de voorbije maanden ook veel bijgeleerd over het oordeelkundig gebruik van ontstekingsremmers. "Er zijn verschillende soorten", zegt Coenye. "We weten nu beter dan tijdens de eerste golf welke ontstekingsremmers werken en wat de optimale dosis is."

Dominique Benoit ziet ten slotte nog een verandering die niets met medicatie te maken heeft. "Tijdens de eerste golf werden patiënten vaak in slaap gebracht om beademd te worden. Dat gebeurt nu minder vaak. We maken meer gebruik van een neusbril om zuurstof in hoge concentratie toe te dienen. De patiënt kan daarbij gewoon wakker blijven. Mensen kunnen soms gewoon televisie kijken terwijl ze zuurstof toegediend krijgen. Dat is aangenamer en minder ingrijpend."

"Beademing en intubatie proberen te vermijden is inderdaad een veilige strategie", zegt Geert Meyfroidt. "In het begin van de eerste golf werd nog aanbevolen om eerder vroeg te intuberen, maar dat bleek geen goede strategie."

Hoe lang liggen patiënten op de afdeling intensieve zorg?

Je hoort soms dat patiënten vandaag minder lang op de afdeling intensieve zorg liggen dan tijdens de eerste golf. Sommige cijfers wijzen inderdaad in die richting. Patiënten in het Jessa Ziekenhuis lagen tijdens de eerste golf gemiddeld 19 dagen op intensieve zorg. Nu is dat ongeveer 12 dagen, een week minder lang dus.

"Ik heb de indruk dat patiënten iets sneller de afdeling kunnen verlaten", zegt Björn Stessel. "Toch moet je opletten met dit soort cijfers. De tweede golf is nog volop bezig. Eigenlijk kan je nu nog geen grote conclusies trekken. Daarvoor is het nog te vroeg."

"Dat klopt", bevestigt Geert Meyfroidt. "Het is eigenlijk nog te vroeg om hier al grote uitspraken over te doen."

Het is sowieso heel moeilijk om cijfers te vergelijken. Als je alleen zwaar zieke patiënten opneemt, dan is het logisch dat mensen langer op de afdeling intensieve zorg liggen. Neem je ook wat minder zieke patiënten op, dan kunnen mensen gemiddeld sneller het ziekenhuis verlaten. Dat verklaart voor een deel de verschillen tussen de eerste en de tweede golf. In de eerste golf werden soms mensen opgenomen die nu niét op intensieve zorg zouden belanden. De lat lag toen lager.

Het is nog te vroeg om te zien of patiënten minder lang op intensieve zorg liggen dan tijdens de eerste golf.
BELGA

Hoeveel mensen overlijden op de afdeling intensieve zorg?

Je kans om te overlijden op een afdeling intensieve zorg verschilde tijdens de eerste golf van ziekenhuis tot ziekenhuis. In sommige ziekenhuizen had je 10 à 20% kans om te overlijden, in de andere ziekenhuizen lag dat cijfer veel hoger. Er waren ziekenhuizen waar meer dan 50% van de patiënten op intensieve zorg overleed. Dat zijn heel grote verschillen.

Die verschillen komen volgens Dominique Benoit onder andere omdat ziekenhuizen niet altijd de juiste patiënten opnamen op de afdeling intensieve zorg. "De vraag is altijd: wie heeft intensieve verzorging nodig en wie niet? Maakt deze patiënt een kans om te overleven of zijn de overlevingskansen laag?"

"In het verleden werden die moeilijke vragen vaak vermeden", zegt Benoit. "In sommige ziekenhuizen kwamen daardoor patiënten met een heel lage overlevingskans toch op intensieve zorg terecht. Dat is jammer, want zo heb je minder capaciteit voor mensen die wél goede vooruitzichten hebben."

Kenneth Coenye bevestigt. "Er is moed nodig om aan een familie te vertellen dat opname niet zinvol is. Je moet dan zeggen: 'Ik begrijp dat u uw familielid niet wilt verliezen, maar ik denk niet dat we veel kunnen doen. De kans op een kwaliteitsvol leven als de patiënt erdoor komt, is minimaal.'"

Die moed ontbrak in het verleden vaak en daarom belandden te veel patiënten op de afdeling intensieve zorg. "Ik denk dat dat deze keer minder vaak zal gebeuren", besluit Coenye. "We zitten nu al boven het hoogste peil van de eerste golf. Als het aantal patiënten blijft toenemen, zullen ziekenhuizen verplicht worden om moeilijke beslissingen te nemen. Ze zullen wel moéten kiezen wie ze opnemen en wie niet. Laat ons hopen dat het niet zo ver komt."

Meest gelezen