Copyright 2020 The Associated Press. All rights reserved.

Trump verliest, maar wint toch een beetje: "Zijn populisme is doodnormaal geworden". Kunnen we daar lessen uit trekken?

Donald Trump heeft de verkiezingen verloren. Maakt dat veel uit? Zeker wel, de komende jaren wordt het anders. Maar tegelijkertijd ook niet. Trumps politieke voetafdruk zal nog jarenlang zichtbaar zijn. In Amerika, maar wellicht ook in Europa en België. De problemen waar de traditionele partijen hier mee worstelen zijn niet zo anders dan in de VS. Kunnen we bij ons lessen trekken uit het fenomeen van het Trumpisme? Wat moet je doen om de polarisering van het Amerikaanse scenario te vermijden? Of net niét doen? Het antwoord op die vraag is niet zo makkelijk.   

analyse
Fabian Lefevere
Fabian Lefevere is journalist bij VRT NWS en "Pano".

Als er een les getrokken kan worden uit de Amerikaanse verkiezingen, dan wel dat het rechts-populisme van Donald Trump doodnormale mainstream is geworden. Dat was al een conclusie in 2016 maar is het nu nog meer, zelfs al heeft hij verloren. Trump mag dan een one term president zijn, hij is geen eendagsvlieg die zomaar eventjes doodgemept wordt. Trump – of liever: het Trumpisme – gaat niet zomaar weg, zelfs al slijt de man vanaf 20 januari zijn dagen in een of ander golf resort. 

Trump zal nog vele jaren zijn schaduw werpen over de politiek in de VS én Europa. Zijn legacy zit hem niet in zijn politieke opvattingen – een klassiek, enigszins voorspelbaar anti-establishment discours waarbij de polarisering wordt opgezocht – maar wel dat hij erin geslaagd is zich daarmee in het centrum van de macht te nestelen. 

“Hier in Europa gaat de normalisering van radicaal-rechtse ideeën  wat trager, omdat die partijen in de meeste landen nog aan de zijlijn blijven”, zegt Léonie De Jonge, een Nederlandse die in Cambridge promoveerde op het populisme in de Benelux. Toch is het een kwestie van tijd voor het rechts-populisme à la Trump ook hier helemaal mainstream wordt en aan de macht deelneemt. “Nu al worden nogal wat uiterst-rechtse standpunten overgenomen door gevestigde partijen. Die normalisering is ook hier bezig.”

De parallellen tussen de VS en Europa, België, Vlaanderen zijn te groot om te negeren. Trump gedijde in een gelijkaardige voedingsbodem als pakweg het Vlaams Belang: een electoraal bassin van ontevreden kiezers die zich bedreigd voelen in hun bestaanszekerheid, en die de wereld zoals ze hem kennen stilaan zien afbrokkelen.

Ongelijkheid

De gemiddelde Amerikaanse kiezer ziet dan ook nogal wat problemen op zich afkomen. De toenemende ongelijkheid bijvoorbeeld, een probleem dat zich in de VS veel scherper stelt dan in België en Europa (maar waar het ook zal toenemen door onder andere de coronacrisis). De statistieken in de VS illustreren dat de rijken rijker worden en de armen armer. De ongelijkheid is er groter dan in alle andere landen van de G7, het groepje van zeven rijkste geïndustrialiseerde landen. 

Deze grafiek toont de evolutie van de Gini-coëfficient, gebruikt om ongelijkheid in kaart te brengen. Ter vergelijking: voor België schommelt die rond de 30 (lees voort onder de grafiek). 

De Amerikaanse economie groeide de voorbije decennia nochtans haast systematisch: tussen 1970 en 2019 steeg het gemiddelde gezinsinkomen in de VS van 54.100 tot 68.703 dollar, weliswaar met hier en daar een moeilijker moment zoals de financieel-economische crisis van 2007. Over een langere periode gaat de curve maar in één richting: omhoog.

Het is een kleine groep die de lusten van een jarenlang groeiende economie opstreek: alleen de bovenste 20 procent ging erop vooruit

Maar de lusten van een groeiende economie zijn ongelijk verdeeld. In de praktijk streek een kleine groep de bonus op. Enkel de bovenlaag van de rijkste twintig procent zag zijn vermogen aandikken sinds de economische crisis van 2007. Het gaat hier over inkomens boven de 130.000 euro, een groep die onder elkaar 52 procent van het gezamenlijke Amerikaanse inkomen mocht verdelen. Helemaal bovenaan de ladder bezit het rijkste procent 42,7 procent van ’s lands rijkdom, de 19 procent daaronder bezit iets meer dan de helft (50,3%) en al de rest samen 7 procent. 

Immigratieland

Of neem de immigratie. De VS is traditioneel een immigratieland, en dus ook superdivers, maar de curve ging de voorbije decennia héél snel veel hoger. In 1960 had 5,4 procent van de bevolking ouders die niet in de VS geboren waren. In 2018 was dat 13,7 procent of een goede 44 miljoen. Iets minder dan de helft daarvan spreekt geen vloeiend Engels. 

Het zijn hallucinante cijfers. En dan is de conclusie snel gemaakt: de Trump-kiezer is iemand met een laag inkomen, die worstelt met die enorme ongelijkheid en sociale problemen, die minder kansen heeft op de arbeidsmarkt en de oorzaak van zijn vele problemen afwentelt op het grote aantal migranten. 

Te veel clichés

Wel, die conclusie klopt niet, zeker het eerste deel ervan niet. Het cliché van de achtergestelde witte man gaat al een tijdje mee, maar de werkelijkheid is dat de gemiddelde Trump-kiezer een witte middenklasser is. Met alle uitzonderingen die daarbij horen, uiteraard, en dat kan per staat verschillen. 

Zeker in 2016 was dat zo, toen Trump uitstekend scoorde bij de noodlijdende arbeidersklasse van de geïndustrialiseerde Rust Belt States – in Pennsylvania dus, Ohio, Indiana, Illinois, Michigan of Wisconsin (van wie sommigen nu teruggingen naar de Democraten). 

In 2016 lag het gemiddelde loon van de Trump-kiezer – nationaal – hoger dan dat van de gemiddelde Democraat: 72.000 dollar tegenover ongeveer 60.000 dollar. En ook nu scoort Trump uitstekend bij de hoogste inkomens. De armste groepen stemden vaker op Biden dan op Trump. De bestaande clichés over Trump en zijn achterban moeten heel omzichtig behandeld worden. 

Lees verder onder de grafiek.

Hoe de grafiek lezen? Van iedereen die minder dan 30.000 dollar verdient, dat is vijftien procent van het totale aantal kiezers, stemde 57 procent voor Biden en 42 procent voor Trump. 

Wie is die kiezer dan wel? Een blanke middenklasser dus, met een christelijke (eerder protestantse dan katholieke) achtergrond, die niet in een grote stad woont, vaak zonder universitair diploma. Maar Trump is er wel in geslaagd om zijn basis te verbreden: meer vrouwen en meer zwarte mannen. Een op de drie zwarte mannen uit de Midwest stemde op Trump. Meer Latino’s ook, zoals bleek in Florida. 

Die vaststellingen illustreren nogmaals hoe voorzichtig er met clichés moet omgesprongen worden. En tegelijkertijd zijn ze een veeg teken voor de Democraten, want de diversiteit van Trumps electoraal potentieel lijkt groter dan gedacht. 

De gemiddelde Trump-kiezer is iemand die het goed heeft in een land dat het goed heeft, met dalende armoedecijfers, lagere werkloosheid, lagere criminaliteitscijfers en een almaar hoger bruto nationaal product. Dat was al zo onder Obama, en het was ook zo onder Trump. Het coronavirus zorgt voor een dip, maar er is weinig reden om aan te nemen dat het niet weer beter wordt eens het coronavirus voorbij getrokken is. Misschien wel voor de armste groep, maar die stemt in hoofdzaak voor de Democraten. 

Angst

Waarom dan zijn zo veel kiezers misnoegd en wenden ze zich tot iemand als Trump, die zichzelf profileert als een anti-establishment figuur? Veel mensen zijn bang, denkt Stefan Rummens, politiek filosoof aan de KU Leuven en auteur van "Wat een theater. Politiek in tijden van populisme en technocratie" een boek over populisme. Bang dat ze hun positie verliezen door toenemende economische ongelijkheid of door massale immigratie en de enorme diversiteit van de Amerikaanse samenleving. 

Dit gaat niet over de losers, dit gaat over diegenen die nog iets te verliezen hebben

Stefan Rummens, politiek filosoof en populisme-expert KU Leuven

“Trump raakt een gevoelige snaar. Veel mensen zijn op zoek naar bescherming. En als iemand dan belooft hen te beschermen en ingaat tegen de vrijhandel van de elite en tegen open migratie, werkt dat. En dat gaat niet over de losers van een samenleving, of toch niet alleen. Het gaat over diegenen die nog iets te verliezen hebben, en dat is een hele grote groep. Ze hoeven geen slachtoffer te zijn, het volstaat dat ze zich bedreigd voelen en onzeker worden.”

Niet voor niets is de economie thema nummer één voor de Trumpisten. Veel meer dan – pakweg – Covid, dat vooral gebruikt wordt om het establishment uit te dagen. Dat kan dan gaan over de economie zelf - meer bepaald: de stand daarvan sinds Covid - maar ook de ongelijkheid. 

Lees verder onder de grafiek.

Volgens Koen Abts, een Belgische socioloog aan de universiteit van Tilburg en auteur van verschillende werken over populisme, heeft het te maken met gevoelens van onzekerheid en machteloosheid. “Het gaat hier over een blanke meerderheid die ziet dat haar economische en culturele overwicht afbrokkelt. De machtsbalans is aan het verschuiven, en dan reageren die mensen als door een wesp gestoken.” En zelfs al is Trump weg, er zal altijd wel een andere politicus (van rechts of van links) in dat gat willen duiken. 

En in België?

In België is het niet zo anders. Ook hier moet omzichtig omgesprongen worden met de bestaande clichés over populisten. Het Vlaams Belang is al lang niet meer de partij van minder geschoolde en slechter verloonde kiezers – zeg maar de ontgoochelde arbeider uit de jaren tachtig en negentig die in de volkswijken van de toenmalige SP naar het Vlaams Belang switchte. 

Ook het Vlaams Belang vist onderhand in een diep en breed bassin van misnoegde kiezers. Abts: “De diagnose voor de VS gaat ook op voor België. Velen zien een bedreiging voor de welvaartstaat. Ze zien zichzelf nog altijd als de eigenaar daarvan, en de andere groepen als profiteur. En tegelijkertijd gaat het over culturele verandering. Er is heel veel onzekerheid.”

Niet alleen bij mensen die niets te verliezen hebben, maar vooral bij de veel bredere groep die wel degelijk iets te verliezen heeft. Uiteindelijk gaat het over wat in rechtse kringen “omvolking” heet – hier én in de VS. De angst om vervangen te worden – zelfs in een land waar het economisch relatief goed ging tot voor de Covid-crisis, waar we gemiddeld rijker worden en waar de werkloosheid daalt. 

Paternalistisch

Net als in de VS is er in België heel lang eigenlijk niet naar die mensen en hun problemen/angsten geluisterd. Hillary Clinton noemde ze “deplorables”, zoveel als miserabelen.

Niet zo anders dan de benadering hier: met het cordon sanitaire ging niet alleen het Vlaams Belang maar ook zijn kiezer in quarantaine. Die heeft sterk het gevoel dat hij of zij niet serieus genomen wordt door het establishment. Precies dat zorgt voor de polarisatie, die zo ver gaat dat er niet meer naar andere versies geluisterd wordt, zelfs niet naar feiten. 

Paternalisme is een deel van het probleem, polarisering komt niet van één kant
Koen Abts, socioloog en populisme-expert Universiteit Tilburg

Abts: “Dat paternalisme is deel van het probleem. De polarisering komt niet van een kant. Maar om die mensen te bereiken, moet je weten wat er speelt, van waar die onzekerheid komt. En dan kunnen de gevestigde partijen aan oplossingen werken zonder dat ze de recepten van de populisten hoeven over te nemen”. 

Volgens Rummens is het zaak om kritisch te blijven voor politici als Trump, zijn Vlaamse varianten en hun neiging om complottheorieën of onjuiste feiten te verspreiden op sociale media. Hij blijft daarom voorstander van een cordon sanitaire.

“Vaak gaat het om antidemocratische figuren, dat is nu wel weer gebleken. Maar tegelijkertijd moet je wel luisteren naar de motivatie om voor dit soort van politici te stemmen.” Om dan via politieke weg misschien een oplossing te vinden voor die problemen. 

Leiderschap

Een van de grote voorwaarden om populisten met succes aan te pakken, is duidelijk politiek leiderschap. Rummens: “Wat Trump illustreert, is dat mensen daar nood aan hebben. Politici die er staan, een verhaal vertellen, bezorgdheden ter harte nemen.” De Democraten hadden (en hebben) dat niet: Biden is niet veel meer dan de anti-Trump, en de partij is verdeeld tussen meer conservatieve en meer “linkse” krachten. 

In een land als België (of in andere Europese democratieën) is dat leiderschap er evenmin, of veel minder. Bij ons heeft dat veel te maken met de complexe staatsstructuur en de oeverloze coalitieonderhandelingen die daarbij schijnen te horen. Maar dat betekent nog niet dat we daarom moeten evolueren naar het Amerikaanse systeem, waarin een van de twee partijen alle kiesmannen in een staat krijgt. 

Leonie De Jonge: “Net dat is de oorzaak van de polarisering. Het systeem “winner takes it all” maakt dat het allemaal compromislozer wordt.” Terwijl er toch almaar meer stemmen opgaan om ook bij ons naar een systeem te evolueren waarbij meer stemmen bij minder partijen belanden. “Er wordt in België veel geklaagd dat er zo lang onderhandeld moet worden. Maar misschien is dat nog zo erg niet, kijk maar wat je er voor in de plaats krijgt. Het compromis is de essentie van politiek, dat is niet alleen maar negatief.”

Meest gelezen