Fonds voor Medische Ongevallen erkent pijnpunten na "Pano": "Het kan beter en sneller, we werken daar hard aan"

Ons reportagemagazine "Pano" bracht gisteren aan het licht dat het Fonds voor de Medische Ongevallen veel slachtoffers in de kou laat staan. Een beslissing laat jaren op zich wachten en de kans op een schadevergoeding is miniem. De verhalen van Matti, Jan, Ilse en Frank zijn hard. Ook Mia Honinckx, directrice van het Fonds, bekeek de Pano-reportage. De verhalen raakten haar persoonlijk. Als hoofd van het Fonds is zij verantwoordelijk voor de werking ervan. 

Het Fonds voor de Medische Ongevallen werd in 2010 opgericht en zou snel, gratis en laagdrempelig zijn. Het was Laurette Onkelinx (PS), toenmalig minister van Volksgezondheid, die het fonds boven de doopvont hield.

Het was heel duidelijk: dit solidariteitsfonds zou hét alternatief worden voor de dure en uitputtende procedures voor de rechtbank. Door de regeringsvorming op dat moment schoot het fonds pas twee jaar later uit de startblokken

Vier jaar wachten op advies

"Pano" stelde vast dat slachtoffers gemiddeld vier jaar moeten wachten op een advies van het fonds. Het fonds is er nog in geen enkel dossier in geslaagd om de beloofde termijn van zes maanden te respecteren. Een dossier staat gemiddeld ook tweeënhalf tot drie jaar 'in wacht'. 

De laattijdige opstart heeft ons zwaar gehinderd en we kampen nog altijd met een rugzak van die historische achterstand. Het zou sneller en beter kunnen. Wij werken daar hard aan.

Mia Honinckx, directrice Fonds voor de Medische Ongevallen

Volgens Mia Honinckx is de moeizame start van het Fonds de oorzaak van de dossierachterstand waar ze anno 2020 nog mee kampen. “In het begin van het fonds, van 2010 tot 2012, werden er zo goed als geen adviezen verstrekt. De laattijdige opstart heeft ons zwaar gehinderd en we kampen vandaag nog steeds met de rugzak van die historische achterstand. Het zou sneller en beter kunnen. Wij werken daar hard aan.”

Renée Van der Veken, voormalig lid van het Beheerscomité van het fonds, zegt dat men zich niet langer achter die historische achterstand kan verschuilen. “Ik denk dat je na 10 jaar functioneren wel mag verwachten dat een instelling op poten staat. Ik denk dat het vijf voor twaalf is, om niet te zeggen vijf over twaalf om daar echt werk van te maken.” 

9 op de 10 dossiers worden afgewezen

De kans op een schadevergoeding is bijzonder klein bij het fonds. In 9 op de 10 gevallen krijgen slachtoffers een negatief advies. Experts en klokkenluiders vertelden in "Pano" dat het fonds te strikt is in zijn interpretatie en dat er een gebrek is aan kennis.

“Er is een gebrek aan competente mensen bij het Fonds en dat zorgt ervoor dat er fouten worden gemaakt, over medische zaken, maar ook over juridische zaken. Zo krijg je kromme of tegenstrijdige adviezen waardoor slachtoffers dan een schadevergoeding mislopen”, vertelde een arts die jaren voor het fonds werkte en anoniem getuigde. 

Het gevolg is dat mensen zoals Ilse  en Frank na een negatief advies uiteindelijk naar de rechtbank stappen om te procederen tegen het fonds, terwijl dat fonds er net is gekomen om juridische procedures te vermijden.

Frank die een doorboorde schedel had na een sinusoperatie en Ilse die achterbleef met een verlamde arm na een schouderoperatie kregen uiteindelijk gelijk.  Hun schade is wél abnormaal, in tegenstelling tot de conclusies van de experten van het fonds.

Ik denk dat wij in het begin zeer strikt waren en dat we nu uit ervaring en ook door de rechtspraak minder strikt zijn geworden.

Mia Honinckx, directrice Fonds voor de Medische Ongevallen

Mia Honinckx, directrice van het fonds, geeft toe dat ze in het verleden soms te streng waren in hun beoordelingen. “Ja, ik denk dat wij in het begin zeer strikt waren en dat we nu uit ervaring en ook door de rechtspraak minder strikt zijn geworden. Het klopt dat als wij de dossiers uit "Pano" vandaag zouden bekijken dat de beslissing mogelijk anders zou zijn. Dat is een moeilijke boodschap voor de slachtoffers, maar het zou nog erger zijn als we niet leren.”

Gebrek aan communicatie

Ook de communicatie tussen het fonds en de slachtoffers is een pijnpunt. Slachtoffers krijgen nauwelijks of geen informatie. Zo kregen de ouders van Matti Ă©Ă©n brief in vier jaar tijd, en dat voor een bijzonder zwaar medisch letsel.

Mia Honinckx, directrice van het fonds, beseft dat de communicatie een pak beter kan. “We zijn ons daar bewust van. We willen de communicatie naar het slachtoffer toe verbeteren. Alles gebeurde tot nu toe op basis van een aangetekende brief en heel veel papieren communicatie. We willen gaan voor een elektronisch systeem in de stijl van Tax on Web waarbij het slachtoffer dan op elk moment de stand van zijn dossier kan bekijken en ook op de hoogte wordt gehouden van de evolutie in zijn dossier.”

Een stap in de goede richting, maar waarom is dat niet eerder gebeurd? “Dat is laat, maar ik zou toch wel zeggen, beter laat dan nooit", zegt mevrouw Honinckx.

Fonds heeft genoeg financiële middelen

"Pano" bekeek ook het werkingsbudget van het Fonds. In 2018 kreeg het fonds 23 miljoen euro. Het gaf daarvan iets meer dan 10 miljoen euro uit aan schadevergoedingen en werkingskosten. 12,5 miljoen euro werd op het einde van het jaar teruggestort aan de overheid. Dit bleek geen eenmalig feit. Tussen 2010 en 2018 was er zo in totaal 74 miljoen euro aan 'overschot'. 

Een vreemde vaststelling als je weet dat veel slachtoffers leningen moeten aangaan of benefieten organiseren om uit de kosten te geraken.

“Het feit dat het fonds streng is of voorzichtig omgaat met de interpretatie van de wet, is vanuit een bekommernis dat de overheidsmiddelen correct zouden worden gebruikt”, zegt Mia Honinckx. “Het zou gemakkelijk zijn mocht het fonds elke schade vergoeden, maar dat is uitdrukkelijk niet de bedoeling. En we willen absoluut zeker zijn dat we de vastgestelde schadevergoeding ook effectief kunnen uitbetalen.”

De boekhouding van het fonds toont ook aan dat de eigen kosten ruimschoots de schadevergoedingen overschrijden: in de periode 2010 tot 2018 bedroegen de eigen kosten 30 miljoen euro, terwijl er 16 miljoen euro werd uitgegeven aan schadevergoedingen. Dat wil dus zeggen dat een instantie die er gekomen is om slachtoffers te helpen bijna dubbel zoveel uitgeeft aan eigen werking dan aan de slachtoffers. 

Is het Fonds nog relevant?

Heeft het fonds anno 2020 nog een bestaansreden? Ann Lechat, onafhankelijk medisch deskundige, maakt een scherpe conclusie in "Pano": "Ik raad patiënten met problemen na operaties aan om niet meer naar het Fonds te stappen. Voor mij mag het fonds opgedoekt worden.”

Ik raad patiënten met problemen na operaties aan om niet meer naar het Fonds te stappen. Voor mij mag het Fonds opgedoekt worden.

Ann Lechat, onafhankelijk medisch deskundige

Het feit dat slechts 1 op de 10 slachtoffers een schadevergoeding krijgt, deed ook bij het Rekenhof vragen rijzen. “De lage vergoedingsgraad zet de bestaansreden zelf van het Fonds op de helling, wat noopt tot heroverweging van de relevantie van de wet medische ongevallen en de rol van het fonds.” 

Mia Honinckx, directrice van het fonds, is het niet eens met het Rekenhof. "Dat zijn harde woorden en die maken mij tegelijkertijd een beetje boos omdat ze het fonds reduceren tot een fonds dat schadevergoedingen uitkeert. Voor mij is de taak van het fonds ruimer dan dit. Het is een mogelijkheid voor de mensen die menen schade te hebben door gezondheidszorg om een advies te krijgen over de oorzaak van de schade en de grootte van de schade."

Voor mevrouw Honinckx staat de bestaansreden van het fonds dan ook niet op de helling. “Het fonds is geen back-up, maar een mogelijke piste naast de rechtbank en de minnelijke regeling van een schadegeval.” 

Bekijk hier het volledige interview dat "Pano" had met Mia Honinckx, directrice van het Fonds voor Medische Ongevallen:

Videospeler inladen...

Meest gelezen