‘Wie op kerstmis besmet raakt, is het meest besmettelijk tijdens oudjaar’

De cijfers evolueren in positieve zin: het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames vertragen, meldt Sciensano. Viroloog Steven Van Gucht legt uit dat we met behulp van een vaccin zullen evolueren van een epidemische situatie naar een endemische. De feestdagen zullen we allicht vieren in kleine kring.

Het aantal besmettingen blijft in een relatief snel tempo in alle leeftijdsgroepen afnemen. Dagelijks kwamen er in de week van 3 tot en met 9 november gemiddeld 6.877 gevallen bij. De overlijdens nemen nog altijd snel toe, maar viroloog Steven Van Gucht ‘hoopt in de komende dagen een kentering te bereiken’. Het aantal ziekenhuizenopnames, ook op intensieve, gaat wel in dalende lijn. De piek van het aantal personen op intensieve is vier dagen geleden bereikt met 1.474 patiënten. Van Gucht benadrukt dat de druk op de ziekenhuizen wel zeer hoog blijft, ondanks de dalingen die we zien.

Bekijk hier de laatst beschikbare cijfers over het coronavirus in België.

België staat nu op de zesde plaats in de Europese lijst met het meeste besmettingen per 100.000 inwoners, tussen Frankrijk en Oostenrijk. Dat is goed nieuws, want recent stond België nog pal bovenaan. ‘Als de cijfers in dit tempo blijven evolueren, is het mogelijk dat we begin december aan minder dan 1.000 besmettingen per dag zitten’, aldus Van Gucht.

Sciensano kan ook een eerste positief signaal meegeven vanuit de woonzorgcentra: het aantal besmettingen daalt daar ook in alle regio’s. In Vlaanderen werden 22 nieuwe besmettingen vastgesteld per 1.000 bewoners, in de week ervoor waren dat er 27. In Wallonië gaat het om 48 besmettingen per 1.000 bewoners tegenover 69, in Brussel 25 tegenover 52. Ook het aantal rusthuizen zonder besmetting is in alle regio’s gestabiliseerd. Vanaf volgende week zal Sciensano elke vrijdag een speciaal rapport beschikbaar maken over de situatie in de woonzorgcentra.

Zes procent van bloeddonoren heeft antilichamen

De gezondheidsautoriteiten meten sinds begin maart ook het aantal antilichamen bij bloeddonoren in samenwerking met het Rode Kruis. Sinds het begin van de studie werden 13.153 stalen onderzocht. Uit de meest recente analyse, met stalen tot midden oktober, blijkt dat bijna zes procent antilichamen heeft opgebouwd. Het percentage is daarmee vergelijkbaar met het einde van de eerste golf in juni, maar het is nog te vroeg om conclusies te trekken over het aantal mensen die immuun zijn. Daar zullen we pas in november zicht op krijgen.

Bij gezondheidswerkers in de Belgische ziekenhuizen heeft ongeveer 11 procent antistoffen opgebouwd tegen het coronavirus, dat is iets hoger dan op het einde van de eerste golf in juni. Die stijging is wel niet significant.

In samenwerking met KU Leuven werd ook een studie uitgevoerd bij leerlingen in Alken en Pelt. Die gemeentes werden gekozen omdat Alken zwaar getroffen werd, Pelt amper. De onderzoekers concluderen daaruit dat kinderen niet gespaard blijven van het virus, omdat het verschil in viruscirculatie duidelijk merkbaar is bij het aantal leerlingen met antistoffen. De besmettingen vonden wel plaats binnen de familiekring, en niet noodzakelijk binnen de schoolomgeving. De jongere leeftijdsgroep werd ook duidelijk minder ernstig ziek.

• Lees ook: Kinderen vatbaarder voor coronavirus dan eerst gedacht

Groepsimmuniteit, een verre droom

Van Gucht schat op basis van onderzoek in dat het aantal mensen met antistoffen op het einde van deze golf zal uitkomen op 10 tot 20 procent. Sciensano wil wel enkele misverstanden in verband met groepsimmuniteit de wereld uit helpen. Een toegenomen percentage mensen met antilichamen helpt – zeker in combinatie met de maatregelen – om het virus af te remmen, maar is nog altijd ruim onvoldoende om groepsimmuniteit te bekomen. Dat is pas het geval wanneer 60 procent van de bevolking antilichamen heeft opgebouwd. Om dat na te streven via een natuurlijk verloop is totaal onverantwoord, waarschuwt Sciensano, ‘zeker in een land als België waar een derde van de bevolking risico loopt’. Schattingen gaan in dat scenario uit van een dodentol van 60.000 of meer.

De enige optie is dus om groepsimmuniteit na te streven met een vaccin, maar ook dan zal het virus niet miraculeus verdwijnen. Waarschijnlijker is het dat de situatie evolueert van een epidemie naar een endemie, waarbij het virus beheersbaar is. Qua timing van de eerste vaccinaties spreekt Sciensano nog altijd van de lente 2021.

Feestdagen in kleine kring

Tot slot geeft Sciensano ook nog enkele richtlijnen voor de feestdagen mee. Van Gucht benadrukt dat we moeten blijven zorg dragen voor elkaar en dat we kerst en nieuwjaar daarom beter in kleine kring doorbrengen. Hij waarschuwt ook voor creatieve oplossingen: verschillende feesten in kleine kringetjes zijn net zo goed gevaarlijk. Vooral de opeenvolging van de feestdagen blijkt verraderlijk. ‘Stel dat je besmet wordt op kerstmis, dan ben je zes dagen later het meest besmettelijk, uitgerekend op nieuwjaar. Zo kan het virus zich wel zeer snel verspreiden’, aldus Van Gucht.

De politici bespreken momenteel met de experts welke richtlijnen ze officieel zullen uitvaardigen voor de feestdagen. Die zijn nog in beraad en zullen afhangen van de cijfers, maar ‘je mag ervan uitgaan dat kerst en nieuw in kleine kring gevierd zal worden’.

(fc, mdm)