Het Federaal Agentschap van de Schuld schat de netto financieringsbehoeften van de federale overheid dit jaar voortaan in op 31,5 miljard euro, een daling met 8,39 miljard euro. Het bedrag komt neer op het begrotingstekort van de federale overheid.
De voorziene daling van het tekort zorgt ervoor dat ons land minder geld zal moeten lenen op de korte termijn, meldt het agentschap vrijdag.
Het schuldagentschap geeft de overheidsobligaties en andere producten uit waarmee ons land geld leent. Door corona werden de financieringsbehoefte en het financieringsplan eerder dit jaar al fors opwaarts herzien.
Beter dan verwacht
De staat ziet door de crisis de inkomsten immers slinken, en geeft bovendien geld uit aan de verschillende maatregelen om de gezondheids- en economische crisis te tackelen. Maar ditmaal is er dus sprake van een daling. Geheel onverwacht is dat niet: eind augustus bleek al dat de impact op de staatsschuld minder zwaar uitvalt dan eerder gedacht.
Concreet is de netto financieringsbehoefte – het federale begrotingstekort uitgedrukt in kastermen – ten opzichte van de bijwerking van medio juni met 8,39 miljard euro gedaald tot 31,5 miljard euro. De bruto financieringsbehoefte daalt zo van ruim 60 miljard naar 51,46 miljard euro. Het verschil tussen bruto en netto zit in de terugbetaling van reeds lopende leningen. Wat terugbetaald moet worden, moet het agentschap ook lenen.
Financiering op lange termijn
Voor de financiering op de lange termijn verandert er niet zoveel. Die daalt zowat een half miljard tot 48,51 miljard euro, waarvan 44,5 miljard via obligaties (OLO’s). En Europese coronasteun voor maatregelen op de arbeidsmarkt (tijdelijke werkloosheid etc.) zal naar verwachting goed zijn voor 2 miljard euro.
Het grote verschil tegenover de situatie op 16 juni zit in de kortetermijnfinanciering, legt Jean Deboutte van het agentschap uit. Het uitstaande bedrag van de schatkistcertificaten (leningen op korte tijd en niet over jaren) zal in de loop van het jaar naar verwachting 3 miljard stijgen. Eerder was nog een stijging van 10 miljard verwacht. Bij de andere schuld is er tot slot een daling.
