Direct naar artikelinhoud
ReportageBerlijn

De coronapandemie heeft duidelijk gemaakt hoe klassiek de Duitse gezinsverhoudingen nog zijn

Eva Hugo (links), met een vriendin in het Berlijnse stadsdeel Prenzlauerberg, had wel een 'positieve ervaring' in de lockdown.Beeld Daniel Rosenthal / de Volkskrant

De pandemie heeft duidelijk gemaakt hoe klassiek de Duitse gezinsverhoudingen nog zijn, zelfs in de progressieve wijken van Berlijn. Want wie zorgt er voor de kinderen als de scholen dicht zijn? ‘Hier spreekt het voor zich dat dat de moeder is.’

Thomas had het niet zo gewild. Voor de ­geboorte van zijn dochter hadden de ­Berlijnse meubelmaker en zijn vriendin afgesproken dat ze “fiftyfifty zouden doen”: allebei werken, samen zorgen. “Dat vrouwen en mannen evenveel recht hebben op een carrière heb ik altijd vanzelfsprekend gevonden”, zegt de blonde ­vader, die er in zijn vaalblauwe capuchonvest bepaald niet uitziet als het prototype van de man die op zondag het vlees komt snijden. Toch is Thomas dat de afgelopen maanden in zekere zin geworden, door toedoen van het coronavirus.

Het zat zo: toen de eerste semi-lockdown in maart begon, droogde het freelancewerk van Thomas’ vriendin in de culturele sector al snel op, terwijl Thomas’ opdrachten bleven binnenstromen, omdat hij meubilair bouwt voor gemeentelijke instellingen. Dat hij bleef doorwerken en zij meer zorgtaken op zich nam, was ­logisch. “Mijn vriendin vond het niet leuk, maar er is weinig discussie geweest, want we hadden het geld nodig.”

Het wemelt in Duitsland van de Thomassen. In de maanden dat de scholen en kinderdagverblijven gesloten waren, heeft het coronavirus in ons buurland de traditionele rolpatronen binnen het gezin versterkt.

Onbetaald verlof

In Duitsland vingen vooral de moeders de kinderen op, toonde een onderzoek van het Nationale Bildungspanel (NEPS) eerder deze maand aan, gebaseerd op vragenlijsten die zijn voorgelegd aan een representatieve steekproef van tienduizenden Duitse ouders. Ook bij gelijke werkdruk nam een op de drie Duitse moeders de zorg voor haar kinderen alleen op zich, tegenover slechts 6 procent van de vaders. In sommige gevallen namen moeders onbetaald verlof of schroefden ze hun werkzaamheden terug.

“Zou er iemand zijn die anders had verwacht?”, vraagt Anne (47), retorisch de ogen rollend van achter haar zalmroze montuur. Met vriendin Sophie (39) zit ze op een van de bankjes aan de rand van een speeltuin in het stadsdeel Kreuzberg, waar het in de schemering bakfiets-, kinderwagen en stepjesspitsuur is.

Tussen het opvoeden door – “Karl, niet te dicht met je hoofd bij die schommel!” – vertelt Anne hoe ze zich dit voorjaar al ­opwond over de “vanzelfsprekendheid waarmee politici ervan uitgingen dat de kinderen thuis konden worden opgevangen toen de scholen sloten, dat er wel ­iemand zou zijn die haar eigen leven opzij zou zetten.” “Niemand zei het hardop”, zegt Sophie, “maar hier in Duitsland spreekt het voor zich dat die iemand de moeder is.”

Zichtbaar

Het probleem begint dan ook niet bij het coronavirus, vinden de twee vrouwen, het is eerder zo dat de pandemie zichtbaar maakt hoe klassiek de verhoudingen binnen de meeste gezinnen zijn. Ook hier in Kreuzberg, benadrukken ze, een stadsdeel waar de meerderheid van de inwoners zichzelf als progressief links zou omschrijven. Anne: “Ik heb vaak gehad dat ik mensen leer kennen die veel traditioneler leven dan ik op basis van hun uiterlijk en uitstraling verwachtte.”

En ja, sinds corona behoort Anne zelf ook ‘definitief’ tot die groep. Voor de pandemie stond ze er eigenlijk nooit bij stil dat haar man voltijds in loondienst werkt en zij freelance en deeltijds. “Maar toen de kinderen niet naar school gingen, bleek dat het huishouden en de kinderen bijna helemaal op mij neerkwamen.”

Anne duimt tegenwoordig dagelijks dat de scholen niet nog een keer dichtgaan. “In tegenstelling tot het voorjaar heb ik nu veel werk, ik zou niet weten hoe we nu nog zo’n periode zouden doorkomen.”

Al in mei dit jaar trok socioloog Jutta ­Allmendinger, een bekend voorvechter van een gelijkwaardiger positie van vrouwen op de arbeidsmarkt, in Die Zeit van leer tegen de “verschrikkelijke hertraditionalisering” die ze zich in de pandemie zag voltrekken. Wat Allmendinger het meest tegen de borst stuit, is dat alle Duitse regeringen sinds de jaren 80 van de vorige eeuw hebben beloofd de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt duurzaam te verbeteren, maar dat geen enkele kanselier werk heeft gemaakt van die belofte – ook Angela Merkel niet.

Duitse mannen verdienen voor hetzelfde werk gemiddeld 21 procent meer dan vrouwen, waarmee het land na Estland en Tsjechië van alle EU-landen de grootste ‘gender pay gap’ heeft.

Kostwinner

Minstens zo belangrijk: het belastingsysteem is voordelig voor families met één kostwinner, door een constructie waarmee een inkomen voor de fiscus verdeeld kan worden over twee partners, zodat de hoogste belastingschaal kan worden vermeden. Het inkomen van een deeltijds werkende vrouw weegt in veel gevallen niet op tegen de financiële voordelen van thuisblijven. De clausule, een erfstuk uit de nazitijd, is juridisch onderbouwd met een wetsparagraaf die voor vrouwen een “bijzondere rol” weggelegd ziet in “het beschermen van de familie”.

Het idee dat moeders thuis horen te blijven met de kinderen lijkt in Duitsland hardnekkiger wortel te hebben geschoten dan in omliggend Europa, niet in de laatste plaats bij de moeders zelf. Ook hoogopgeleide moeders als Anne en Sophie namen na de geboorte van hun respectievelijke drie en twee kinderen steeds een jaar betaald verlof, voordat ze weer deeltijds begonnen te werken.

Hun kinderen met een paar maanden naar de crèche brengen, zoals in België, Nederland of Frankrijk, kunnen ook de Kreuzbergse vriendinnen zich niet voorstellen. “Hoewel het waarschijnlijk normaler is als iedereen in je omgeving het doet”, relativeert Sophie.

Opvang

Professionele kinderopvang was in het oude West-Duitsland een marginaal ­verschijnsel. Met de razendsnelle stijging van het percentage werkende vrouwen de afgelopen dertig jaar in Duitsland is de vraag naar kinderopvang en naschoolse opvang geëxplodeerd. Ouders van ruim 400.000 kinderen onder de 3 jaar wachten op een plaatsing in een crèche, waardoor de moeders zich vaak genoodzaakt zien langer dan gepland thuis te blijven.

Andersom stuit de wens van vaders die deeltijds willen werken bij werkgevers vaak op gefronste wenkbrauwen, soms zelfs op ontslag. En hoewel mannen in Duitsland theoretisch ook een jaar door de overheid betaald ouderschapsverlof zouden kunnen opnemen, accepteren werkgevers vaak hoogstens twee maanden. Het lijkt logisch dat een land waar de traditionele structuren nog zo sterk zijn, in crisistijd op juist die structuren terugvalt.

Toch klinken er in de hoofdstedelijke speeltuinen ook andere geluiden. “Voor mijn man en mij is de lockdown een positieve ervaring geweest.” Eva Hugo (35) zit samen met een vriendin en twee recycleerbare koffiebekers op een zandbakrand in het stadsdeel Prenzlauerberg, het Berlijnse stadsdeel dat geldt als filter­bubbel gevuld met kinderrijke hoogopgeleiden.

Zij werkt deeltijds als gemeenteambtenaar, haar man voltijds als softwareontwikkelaar. De afgesproken eerlijke verdeling van werk en zorg voor hun bijna 2-jarige dochter is sinds corona juist eenvoudiger. “Sinds mijn man thuis werkt, doet hij veel meer met onze dochter en in het huishouden.”

‘West-Duits probleem’

Ook dat klopt met het beeld uit het NEPS-onderzoek: hoe hogeropgeleid de ouders, des te groter de inbreng van de vader in de coronacrisis. Al ziet Eva dat ze een uitzondering zijn in hun vriendenkring. “De werkgever van mijn man is vooruitstrevend, hij kon ook probleemloos zeven maanden ouderschapsverlof nemen.”

“Die traditionele rolverdeling is geen Duits probleem, maar typisch een West-Duits probleem”, moppert scenarioschrijver Anja aan de andere kant van dezelfde speeltuin. Het is waar, in de DDR, Anja’s geboorteland, werkten nagenoeg alle moeders – al deden ze er vaak ook het hele huishouden naast.

Zo ook Anja tijdens de semi-lockdown in het voorjaar, tot haar ongenoegen. Zij en haar vriend, grafisch ontwerper “en West-Duitser”, zoals Anja met een betekenisvolle blik benadrukt, werkten allebei vanuit huis. De begeleiding van het schoolwerk van hun 9-jarige zoon zouden ze delen. “Maar als mijn man werkt, dan hoort hij niets anders dan zijn eigen gedachten. Ons kind zou naast hem kunnen stikken.”

Anja zelf hoorde daarentegen ook het gezucht boven de rekenopgaven, het piepen van de wasmachine en tegen zessen de rommelende magen. Ze bedacht een oplossing die dergelijke situaties in de toekomst moet voorkomen. Als haar zoon klaar was met zijn schoolwerk, was het tijd voor huishoudkunde. Met dank aan het coronavirus kan de jongen nu soep ­koken, stofzuigen en de planten water geven.