Minstens 34 doden bij aanval op bus in westen van Ethiopië, 25.000 mensen vluchten naar Soedan

Het aantal doden “wordt momenteel op 34 geschat, maar zal waarschijnlijk nog oplopen”, deelde de Ethiopian Human Rights Commission (EHCR) mee, een onafhankelijke overheidsinstelling, die nog andere aanvallen meldde in de nacht van zaterdag op zondag. Bijna 25.000 Ethiopiërs zijn de voorbije dagen voor de gevechten in de provincie Tigray naar buurland Soedan gevlucht, zo maakte het officiële Soedanese persbureau Suna bekend.

De vijandelijkheden begonnen op 4 november, toen premier Abiy Ahmed het Ethiopische leger naar Tigray stuurde, na maanden van toenemende spanningen met de regionale autoriteiten van Tigray People’s Liberation Front (TPLF). “Het aantal Ethiopische vluchtelingen dat in de Soedanese staten Al-Qadarif en Kassala aankwam, liep zaterdag tot 24.944 op”, preciseerde Suna. Deze twee regio’s liggen in het oosten van Soedan, dat aan Ethiopië grenst.

Tijdens een rondrit in de grensregio zei de adjunct van de vertegenwoordiger van UNHCR in Soedan, Jan Hansmann, dat in de eerst plaats “onderkomens, voedsel en water aan de vluchtelingen” moesten worden verstrekt en dat ze om veiligheidsredenen verder van de grens moesten worden opgevangen. De vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties probeert werk te maken van nieuwe kampen. De Soedanese vluchtelingencommissaris Abdallah Souleiman riep de internationale gemeenschap tot dringende hulp op voor de vluchtelingen.