Herlees interview met Lutgart Simoens: ‘Ik wil rustig sterven. Zonder zorgen, zonder pijn’

Lutgart Simoens: 'Ik heb mijn eerste man en mijn latere levensgezel zien afzien en sterven. Dat zet je aan het denken.' © BelgaImage

Een jaar voor haar overlijden eiste Lutgart Simoens, jarenlang de grande dame van Radio 2, het recht op om zelf te beslissen hoe en wanneer ze wou sterven. ‘Volgens de euthanasiewet moet ik eerst ondraaglijk en onomkeerbaar lijden. Mensonterend vind ik dat’, zei ze toen. ‘Als tachtigplussers zoals ik vinden dat hun leven voltooid is, respecteer dat dan.’

Herlees het interview met Lutgart Simoens, dat in augustus 2019 in Knack verscheen. Haar overlijden werd zondag door de VRT bekendgemaakt.

‘Moeten wij ons als oude mensen nog zorgen maken over hoe het einde zal zijn? Niemand hoeft zich daarmee te bemoeien.’ Dat staat in de wilsbeschikking die radiocoryfee Lutgart Simoens in 2016 opstelde en sindsdien elk jaar opnieuw ondertekent. ‘Mensen die zo dicht bij de dood staan als wij willen worden gerustgesteld’, zegt ze. ‘De dood is het ingrijpendste moment in een mensenleven, want van onze geboorte zijn we ons niet bewust. Toch word je daar amper bij ondersteund en begeleid. Ik zou het heel geruststellend vinden om te weten dat ik over een week, een maand of een jaar kan inslapen als ík het moment gekomen vind.’

Op haar 91e klinkt Simoens nog net als al die jaren geleden op Radio 2, waar ze onder meer het iconische programma Vragen staat vrij presenteerde. Nog altijd dezelfde foutloze uitspraak, nog altijd die stem waaraan je je zelfs op de koudste winteravond kunt verwarmen. Sinds februari woont ze in een gloednieuw woonzorgcentrum in Edegem. Niet omdat haar gezondheid haar niet meer toelaat om alleen te wonen, maar omdat ze moeite heeft met stappen en verzwakt is door het verdriet dat ze met zich meedraagt. ‘Eind vorig jaar heb ik twee van mijn vijf kinderen door kanker verloren’, vertelt ze in haar relaxfauteuil bij het raam van haar rusthuiskamer. ‘Ondraaglijk is dat. Ik kon niet langer in het huis blijven waar ik zestig jaar lang heb gewoond en mijn kinderen heb zien opgroeien. Elke kamer, elk voorwerp, elk meubelstuk deed me aan hen denken.’

Hoe kun jij nu beoordelen hoe ik mij voel? Ik ben degene die mijn leven draagt. Niemand anders.

Waarom hebt u voor dit woonzorgcentrum gekozen?

Lutgart Simoens: Dat heb ik niet zelf gedaan. Ik heb mijn kinderen gevraagd om in de buurt van mijn huis een home voor me te zoeken – terwijl ik eigenlijk had gezworen daar nooit in te trekken. Zij hebben er een paar bezocht en vonden dit de beste plek. En ze hebben goed gekozen. Het is een mooi, modern en smaakvol ingericht gebouw. Wel duur: ik heb net genoeg aan mijn pensioen om de factuur te betalen. Maar het personeel is heel vriendelijk en empathisch, en er wordt goed voor me gezorgd. Het eten is lekker en elke maaltijd wordt aantrekkelijk gepresenteerd. Dat lijkt misschien een detail, maar zulke dingen maken het verschil. Ik leef zelfs weer wat op sinds ik hier ben. Nochtans ben ik hier komen wonen in de hoop snel vanzelf te sterven. Daarom heb ik ook amper persoonlijke bezittingen meegebracht. Ik had echt het gevoel dat mijn leven op was.

Denkt u daar ondertussen anders over?

Simoens: Ik voel me weer veel levendiger nu. Ik lees veel en volg nog altijd de actualiteit. Meestal staat de tv op de zender Brava, die de hele dag klassieke muziek uitzendt. Heerlijk. Ik lach ook vaak met het personeel en heel af en toe heb ik eens een goed gesprek met een andere bewoner. Maar met de meesten kun je niet meer praten. Daarom kan ik het ook niet opbrengen om beneden in de cafetaria te gaan eten. De eerste dagen dat ik hier woonde, deed ik dat wel. Ik zat aan tafel met allemaal mensen die niets te zeggen hebben en nergens in geïnteresseerd zijn. Ze zitten daar maar voor zich uit te staren. Ontzettend treurig. Daarom eet ik nu altijd op mijn kamer. Veel kom ik niet meer buiten. Hoogstens wandel ik eens naar het eind van de gang, want dan kan ik door het raam mijn oude huis zien staan. De dokter zegt wel dat ik meer moet bewegen omdat het belangrijk is dat mijn voeten blijven werken, maar daar heb ik geen zin in. Waarom zou ik? Ik weet dat mijn tijd op is – ik snap niet dat sommige mensen daar zo moeilijk over doen. Als je 91 bent, zoals ik, heb je niet veel meer te verwachten. Hoogstens een vonkje hier en daar. Ik heb me verzoend met het feit dat ik dicht bij de afgrond van mijn leven sta.

Maar u hoopt niet meer zo snel mogelijk vanzelf te sterven?

Simoens: Op dit moment wil ik niet dood, nee. Dat wil ik mijn kinderen nu niet aandoen. Zij hebben net hun broer en zus verloren. Bovendien kan ik weer genieten van al wat mooi is. Als ik een ontroerend concert hoor, word ik daar gelukkig van en voel ik me weer een waardevol mens. Dat heb ik ook met boeken, met alles wat kunst is. Maar zodra ik eraan toe ben, wil ik rustig kunnen inslapen. Omringd door mijn kinderen en met de hulp van mijn huisarts. Zowel mijn eerste man als mijn latere levensgezel, Marcel, heb ik zien afzien en sterven. Dat zet je natuurlijk aan het denken. Daarom heb ik drie jaar geleden een wilsbeschikking opgesteld waarin staat dat ik zélf wil kunnen kiezen om op een bepaald moment in te slapen. Mijn kinderen, die een kopie van de tekst hebben gekregen, respecteren dat. Maar mijn huisarts, die geen grote voorstander van euthanasie is, heeft veel minder begrip voor mijn standpunt. ‘Hoe kun jij nu beoordelen hoe ik mij voel?’ heb ik hem gevraagd. ‘Ik ben degene die mijn leven draagt. Niemand anders.’

Herlees interview met Lutgart Simoens: 'Ik wil rustig sterven. Zonder zorgen, zonder pijn'
© VRT

Hoe kijkt u op dat leven terug?

Simoens: Ik tel mijn zegeningen: mijn kinderen, de radio, de liefde. Geef mij de liefde en ik leef. Ik ben gelukkig met het leven dat ik heb mogen leiden. Omdat mijn huis wordt verkocht, zijn de kinderen het nu helemaal aan het leeghalen. De hele tijd brengen ze spullen van vroeger mee die ze terug hebben gevonden. Zoals een piepklein notitieboekje waarin ik als tiener godsvruchtige gedichten schreef, en twee geluidscassettes die ik in de loop der jaren mijmerend heb volgepraat. En kijk: dat plakboek vol brieven daar heeft een Nederlandse fan ooit voor me gemaakt naar aanleiding van de duizendste aflevering van Vragen staat vrij. Prachtige herinneringen allemaal. Ik heb ook nergens spijt van. Zelfs niet van de liefdes die uiteindelijk zijn misgelopen. Allemaal hebben ze me iets bijgebracht. Ondanks de pijn ben ik heel blij dat ik al die mensen heb gekend. Alles verrijkt je, ook de tegenslagen. Alles bij elkaar heb ik een mooi leven gehad. Ik heb nog drie kinderen, acht kleinkinderen en nu ook twee achterkleinkinderen. Onlangs zijn ze hier met mijn jongste achterkleinkind geweest, een baby nog. Natuurlijk word ik daar blij van, maar een reden om verder te leven is dat niet meer.

Weten ze hier in het woonzorgcentrum dat u zelf over het moment van uw dood wilt beslissen?

Simoens: Zeker. Toen ik hier kwam wonen, heb ik de directrice een kopie van mijn wilsbeschikking gegeven. Zij heeft begrip voor mijn standpunt. Ze gaf me zelfs het boek De LEIFarts van Patrick Wyffels, een dokter die soms mensen helpt als ze euthanasie willen. Achteraf is hij hier ook op bezoek geweest, maar erg hoopgevend was dat gesprek niet. In dit land moet je nog altijd aan heel veel voorwaarden voldoen om euthanasie te kunnen krijgen. Volgens de euthanasiewet moet ik eerst ondraaglijk en onomkeerbaar lijden. Mensonterend vind ik dat. Waarom mag ik niet rustig sterven, zonder pijn en zonder zorgen? Waarom moet ik eerst ondraaglijk lijden? Is het niet genoeg dat ik moet leven met het verlies van al die mensen die ik heb liefgehad? Mijn kleindochtertje, twee van mijn kinderen, mijn broers en mijn zus, mijn eerste man, mijn partner. Waarom mag ik niet sterven vóór ik fysiek begin af te zien? Laat tachtigplussers zelf beslissen. Als zij vinden dat hun leven voltooid is, respecteer dat dan.

Hebt u op een bepaald moment daadwerkelijk een euthanasieaanvraag ingediend?

Simoens: Nee. Nochtans denkt dokter Wyffels dat ik er door mijn grote verdriet wel voor in aanmerking kan komen. Omdat ik psychisch ondraaglijk lijd. Maar dan zou ik een lange procedure moeten doorlopen en gesprekken moeten hebben met een psychiater en nog andere dokters. Daar heb ik echt geen zin in. Ik wil zélf bepalen of ik al dan niet wil inslapen. Ik wil niet met anderen over mijn privéleven praten zodat zij kunnen beoordelen of ik klaar ben met leven. Vreemde dokters hebben daar niets mee te maken. Maar in plaats van mijn wensen te respecteren, willen ze zich ermee bemoeien. Heel betuttelend allemaal. Geen wonder dat veel mensen van mijn leeftijd het heft in eigen handen nemen. Ze springen voor de trein, hangen zich op, pakken een overdosis pillen. Is dat waardig sterven? Is dat de beloning die je krijgt nadat je je hele leven hebt gedaan wat je moest doen?

Lutgart Simoens pleit voor euthanasie bij voltooid leven

Voltooid leven of levensmoeheid op zich is vandaag geen wettelijke basis voor euthanasie. In België mag een arts alleen ingaan op de euthanasievraag van een patiënt die ongeneeslijk ziek is en ondraaglijk lijdt – of zijn aandoening nu van fysieke of van psychische aard is. Een gezonde bejaarde die klaar is met leven, mag hij dus niet helpen sterven. Omdat er in dat geval geen sprake is van een ongeneeslijke of ondraaglijke ziekte, is het doodsverlangen van zo’n tachtigplussers eigenlijk niet eens een medische aangelegenheid. ‘Als arts ben ik niet beter uitgerust om te beoordelen of zo’n verlangen terecht en onherroepelijk is dan de doorsneeburger’, zei Wim Distelmans, diensthoofd Supportieve en Palliatieve Zorg in het UZ Brussel en voorzitter van de Federale Commissie Euthanasie, daarover in Knack. ‘Ik begrijp de vraag, maar zou in een dergelijk geval nooit iets willen beslissen. Je weet ook nooit zeker of iemand die in zo’n situatie zit niet alsnog iemand ontmoet met wie hij weer op café kan gaan, een praatje kan slaan en opnieuw een zekere levenskwaliteit kan ervaren.’

Aan wie kunnen ouderen die klaar zijn met leven dan wel hulp vragen? Hun kinderen? Een thuisverpleegster? De buurman? Als zij een vermoeide bejaarde assisteren, doen ze niet aan euthanasie maar aan hulp bij zelfdoding. In België is dat in theorie toegestaan, want hulp bij zelfdoding is tot nader order niet strafbaar. Je kunt dus niet worden vervolgd omdat je iemand hebt geholpen bij zijn zelfgekozen dood. Wel loop je dan het risico vervolgd te worden wegens het niet verlenen van hulp aan een persoon in groot gevaar, want schuldig verzuim is wél strafbaar.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat tachtigers en negentigers die niet terminaal ziek zijn vandaag geen hulp kunnen krijgen bij hun zelfgekozen dood. Velen van hen hebben verschillende ouderdomskwalen – ‘polypathologie’ in het jargon – die allemaal samen grond kunnen zijn voor euthanasie. Stel dat iemand alleen nog met een rollator kan stappen, incontinent wordt en ook nog eens slecht hoort en ziet. Apart zijn die klachten misschien niet zo erg, maar allemaal samen kunnen ze wel degelijk ondraaglijk zijn. Al is dat in de praktijk niet altijd even duidelijk. Ook niet voor de betrokken artsen. Hoeveel ongemakken moet zo’n patiënt hebben voor er sprake is van ondraaglijk lijden? Wat die afweging nog complexer maakt, is dat het vaak allesbehalve duidelijk is of iemand wil sterven omdat hij last heeft van een rist ouderdomskwalen of omdat hij genoeg heeft van het leven.

Uit de wilsbeschikking van Lutgart Simoens

‘Dit is mijn wilsbeschikking. Ik ben Lutgart Simoens, geboren op 25 mei 1928. Ik spreek in eigen naam, maar ik vertegenwoordig de tachtigplussers die mijn mening delen. Moeten wij ons als oude mensen echt nog zorgen maken over hoe het einde zal zijn? Niemand hoeft zich daarmee te bemoeien, tenzij de patiënt. Ik bedoel de mens die noch ziek noch geestelijk ontoereikend of afhankelijk is. Dus een volwaardige mens op hoge leeftijd die goed beseft dat de toekomst alleen maar uit aftakeling, achteruitgaan en inleveren zal bestaan en dat als een zwart en onheilspellend vooruitzicht beschouwt.

Dat wil ik niet. Ik wil zelf kunnen beslissen wanneer mijn leven niet meer kwaliteitsvol genoeg is om die aftakeling verder te ondergaan. De voorwaarde tot euthanasie, namelijk uitzichtloos en ondraaglijk lijden, is er te veel aan. Alleen ik kan voelen waar ik aan toe ben. Niemand kan daar in mijn plaats over oordelen en beslissen.

Ik heb een zeer boeiend en gelukkig leven gehad. Ik heb altijd de belangrijke beslissingen van mijn leven zelf genomen en ik heb me nooit laten betuttelen en manipuleren. Zo heb ik in de loop van al die jaren een zelfstandig karakter gevormd en ik wens dat dit verder gerespecteerd wordt.’

Lutgart Simoens pleit voor euthanasie bij voltooid leven

Voltooid leven of levensmoeheid op zich is vandaag geen wettelijke basis voor euthanasie. In België mag een arts alleen ingaan op de euthanasievraag van een patiënt die ongeneeslijk ziek is en ondraaglijk lijdt – of zijn aandoening nu van fysieke of van psychische aard is. Een gezonde bejaarde die klaar is met leven, mag hij dus niet helpen sterven. Omdat er in dat geval geen sprake is van een ongeneeslijke of ondraaglijke ziekte, is het doodsverlangen van zo’n tachtigplussers eigenlijk niet eens een medische aangelegenheid. ‘Als arts ben ik niet beter uitgerust om te beoordelen of zo’n verlangen terecht en onherroepelijk is dan de doorsneeburger’, zei Wim Distelmans, diensthoofd Supportieve en Palliatieve Zorg in het UZ Brussel en voorzitter van de Federale Commissie Euthanasie, daarover in Knack. ‘Ik begrijp de vraag, maar zou in een dergelijk geval nooit iets willen beslissen. Je weet ook nooit zeker of iemand die in zo’n situatie zit niet alsnog iemand ontmoet met wie hij weer op café kan gaan, een praatje kan slaan en opnieuw een zekere levenskwaliteit kan ervaren.’

Aan wie kunnen ouderen die klaar zijn met leven dan wel hulp vragen? Hun kinderen? Een thuisverpleegster? De buurman? Als zij een vermoeide bejaarde assisteren, doen ze niet aan euthanasie maar aan hulp bij zelfdoding. In België is dat in theorie toegestaan, want hulp bij zelfdoding is tot nader order niet strafbaar. Je kunt dus niet worden vervolgd omdat je iemand hebt geholpen bij zijn zelfgekozen dood. Wel loop je dan het risico vervolgd te worden wegens het niet verlenen van hulp aan een persoon in groot gevaar, want schuldig verzuim is wél strafbaar.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat tachtigers en negentigers die niet terminaal ziek zijn vandaag geen hulp kunnen krijgen bij hun zelfgekozen dood. Velen van hen hebben verschillende ouderdomskwalen – ‘polypathologie’ in het jargon – die allemaal samen grond kunnen zijn voor euthanasie. Stel dat iemand alleen nog met een rollator kan stappen, incontinent wordt en ook nog eens slecht hoort en ziet. Apart zijn die klachten misschien niet zo erg, maar allemaal samen kunnen ze wel degelijk ondraaglijk zijn. Al is dat in de praktijk niet altijd even duidelijk. Ook niet voor de betrokken artsen. Hoeveel ongemakken moet zo’n patiënt hebben voor er sprake is van ondraaglijk lijden? Wat die afweging nog complexer maakt, is dat het vaak allesbehalve duidelijk is of iemand wil sterven omdat hij last heeft van een rist ouderdomskwalen of omdat hij genoeg heeft van het leven.

Partner Content