Macron haalt uit naar Angelsaksische media wegens berichtgeving na aanslagen in Frankrijk: “Ze legitimeren geweld”

“Toen Frankrijk vijf jaar geleden werd aangevallen, steunde elke natie ter wereld ons”, zei Macron tijdens een telefoongesprek met journalist Ben Smith van The New York Times - die in zijn column op zondag het gesprek uit de doeken deed.

“Dus als ik in die context verschillende kranten zie waarvan ik geloof dat ze afkomstig zijn uit landen die onze waarden delen ... als ik zie dat ze dit geweld legitimeren, en zeggen dat de kern van het probleem is dat Frankrijk racistisch en islamofoob is, dan zeg ik dat de basisprincipes zijn verloren gegaan”, aldus de Franse president.

In zijn column over hun uitwisseling zei Smith dat Macron betoogde dat “Engelstalige media, en Amerikaanse in het bijzonder, laïcité of secularisme (scheiding tussen kerk en staat, red.), een pijler van het Franse beleid en de Franse samenleving, niet begrepen.

Frankrijk heeft de afgelopen weken te maken gehad met drie jihadistische aanslagen: een mesaanval eind september waarbij twee gewonden vielen in de buurt van het voormalige kantoor van het satirische blad Charlie Hebdo, de onthoofding op 16 oktober van de geschiedenisleraar Samuel Paty, en een mesaanval waarbij eind oktober drie doden vielen in de basiliek van Nice.

Na de moord leraar Samuel Paty had Macron zijn steun uitgesproken voor de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om karikaturen te publiceren, en is zijn regering een reeks juridische en administratieve procedures gestart tegen Franse moslimverenigingen die verdacht worden van radicaal islamisme. Als gevolg hiervan beschuldigde de Turkse president Recep Tayyip Erdogan hem van het verdedigen van godslastering en riep hij zijn medeburgers op om Franse producten te boycotten. In enkele moslimlanden braken protesten uit.