Zelfrijdende bus nog niet voor morgen: De Lijn stopt ontwikkeling omdat technologie (nog) niet goed genoeg is
Vervoersmaatschappij De Lijn stopt met de ontwikkeling van de zelfrijdende bus. Dat werd beslist na overleg met de partnersteden Genk, Leuven, Antwerpen en Mechelen. De technologie, die nodig is voor de ontwikkeling van de zelfrijdende bus is nog niet goed genoeg.
Normaal gezien moest de zelfrijdende bus op termijn in Genk, Leuven, Antwerpen en Mechelen rijden, maar dat zal nog niet gebeuren.
Technologie nog niet beschikbaar
Volgens De Lijn is de technologie, die nodig is om een zelfrijdende bus in alle veiligheid in de steden te laten rijden, nog niet voldoende ontwikkeld om nu daarop in te zetten. De bedrijven die zo'n bussen ontwerpen, zijn op dit moment vooral bezig met onderzoek, en denken nog niet aan commercialisering.
Daarnaast is het niet zeker of de kostprijs om zo'n zelfrijdende bus te laten rijden lager zal liggen dan voor het huidige vervoer. Terwijl de coronacrisis druk zet op de budgetten, waardoor De Lijn andere prioriteiten moet leggen. Toch blijft de vervoersmaatschapppij geloven in het potentieel van de zelfrijdende bus. "De Lijn blijft nauwgezet de vinger aan de pols houden van autonoom vervoer en de verdere ontwikkeling ervan, zoals met Brussels Airport Company en constructeur 2getthere op de luchthaven van Zaventem. Verder zetten we ook voluit in op de digitalisering van ons aanbod en de elektrificatie van ons voertuigenpark", zegt Roger Kesteloot, directeur-generaal De Lijn.
De Lijn startte in 2018 met een project autonoom vervoer op Brussels Airport. Ondertussen volbracht de zelfrijdende shuttle op de Brusselse luchthaven zijn eerste ritten.