Direct naar artikelinhoud
Venezuela

Voedselcrisis in Venezuela slaat nu ook toe in zoo: tientallen dieren sterven hongersdood

Dat er in de socialistische 'heilstaat' Venezuela amper aan voedsel is te komen, is al langer bekend. Maar dat de honger echt groot is, wordt dezer dagen pijnlijk duidelijk in de dierentuin van Caracas. Meer dan 50 dieren zijn de afgelopen maanden gestorven door chronische voedseltekorten. Gisteren troffen de verzorgers bovendien het karkas van een paard aan: het dier was geslacht en het vlees was gestolen door onbekenden.

De daders kwamen mogelijk net op tijd. Niet alleen de Venezolanen lijden onder de tekorten, de dieren in de Caricuao Zoo evenzeer. Een vakbondsleider van de zoo klaagde enkele dagen geleden tegenover het persbureau Reuters steen en been over het gebrek aan voer voor de dieren in het 630 hectare grote park. Volgens haar hebben sommige dieren een twee weken lange gruwelijke doodsstrijd moeten voeren omdat er simpelweg geen eten voorhanden is. In totaal zijn al meer dan vijftig dieren doodgegaan door ondervoeding. De leeuwen en tijgers krijgen mango en pompoen te eten om hun vleesrantsoen aan te vullen, aldus vakbondsleider Marlene Sifontes. Ook de olifant van de zoo krijgt enkel nog tropisch fruit te eten. Onder de dode dieren zijn Vietnamese varkens, tapirs, konijnen en vogels.

Ook in andere dierentuinen in het land moeten medewerkers rekenen op donaties van burgers, die zelf amper geld hebben om eten te kopen. Door de torenhoge inflatie zijn de voedselprijzen in Venezuela de laatste maanden fors de hoogte ingeschoten. Volgens Sifontes is "het verhaal van de dieren in Caricuao een metafoor voor het lijden van het Venezolaanse volk". Het land geraakt al maandenlang niet uit de ergste economische crisis in jaren, integendeel. 

Grens geopend

Minister van Milieu Ernesto Paiva bestrijdt echter dat honger de reden voor de hoge sterfte in de dierentuin is. Nog maar vorige week waren tienduizenden Venezolanen de Colombiaanse grens overgestoken om levensmiddelen en medicatie te kopen. Het was de tweede keer dat de grens tussen de twee landen, die al een jaar gesloten is, werd opengesteld om de Venezolaanse burgers de kans te geven om inkopen te doen. Wie toch in eigen land naar de supermarkt wil, staat vaak uren in de rij en riskeert betrokken te raken bij rellen waarbij winkels worden geplunderd.

President Nicolas Maduro wijt de tekorten in zijn land aan de "economische oorlog" door bedrijven en tegenstanders van de socialistische regering. De oppositie legt de schuld echter bij de economische politiek van de regering, die voor een groot deel steunt op de verkoop van olie. De laatste maanden is de prijs van de grondstof echter fors gedaald, waardoor ook de staatsinkomsten zware tekorten vertonen.