“Doorbraak”: medicijn tegen onder meer reumatoïde artritis helpt voor ernstig zieke coronapatiënten

Het Universitair Medisch Centrum (UMC) in het Nederlandse Utrecht coördineert het Europese deel van de studie. De onderzoekers zijn razend enthousiast. 

Arts-microbioloog Marc Bonten spreekt van "echt goed nieuws" voor patiënten. "Juist voor de groep ernstig zieke mensen op de intensive care hebben we nog niet vaak meegemaakt dat een nieuwe behandeling bewezen effectief is. Daarom is dit ook echt een doorbraak", zegt hij. Bovendien kunnen patiënten het medicijn nu meteen al krijgen.

Het middel bestaat uit een eiwit dat het immuunsysteem tempert. "Wij denken dat patiënten met Covid-19 die op intensieve zorg komen niet zozeer nog ziek zijn van het virus zelf, maar van de overreactie van het immuunsysteem op het virus", verduidelijkt intensivist Lennie Derde van het UMC Utrecht. 

“Dan ligt het voor de hand om middelen te gaan zoeken die dat afweersysteem remmen”,  legt ze verder uit in een gesprek met HLN LIVE. “Dit middel of eiwit richt zich heel specifiek op één van de stofjes die het afweersysteem aanmaakt in de reactie op een infectie. U hebt misschien al wel eens van ‘cytokines’ gehoord. Dat wordt geremd door dit middel. Daardoor krijg je minder overreactie van het immuunsysteem tegen de infectie en word je daar minder ziek van, en heb je dus ook een grotere kans op herstel.”

Acht ziekenhuizen in Nederland nemen deel aan de wereldwijde studie. Het blijkt dat het middel “met een waarschijnlijkheid van 99,8 procent de uitkomst van de patiënt verbetert, vergeleken met patiënten die geen tocilizumab krijgen”. Dat is de belangrijkste uitkomst van een eerste analyse van de gegevens. Alle data worden nu verder onderzocht.

Het is de tweede bewezen effectieve therapie van de studie. Eerder werd duidelijk dat ook de ontstekingsremmer hydrocortison werkt tegen Covid-19. 

Derde noemt het “bijzonder dat we in een paar maanden tijd opnieuw een middel vinden dat de prognose van ernstig zieke coronapatiënten verbetert”. “Dat is erg hoopgevend.” Er wordt volop verder gezocht naar nog andere middelen die ingezet kunnen worden.