Direct naar artikelinhoud
AchtergrondBoerentoren

De Antwerpse Boerentoren wordt opnieuw wat hij was: een stad in een stad

De iconische Boerentoren in Antwerpen.Beeld BELGA

Terwijl de cultuurwereld op apegapen ligt, pakt Fernand Huts opnieuw uit met een stunt van formaat: zijn Katoen Natie koopt de iconische Boerentoren. De havenbaas wil er een cultuurtoren van maken, met veel ruimte voor tentoonstellingen, ateliers en kunstdepots. ‘Hier kun je moeilijk tegen zijn.’

“Een geschenk aan de Antwerpenaren, de Vlamingen en de internationale bezoekers.” Havenbaas Fernand Huts toonde zich van zijn meest gulle kant bij het nieuws dat hij met Katoen Natie de boerentoren koopt van KBC. De bank, die de Boerentoren sinds 1930 bezit, had een jaar geleden al beslist een koper te zoeken omdat de renovatiekosten van de met asbest vervuilde wolkenkrabber te hoog liggen. 

Samen met vastgoedontwikkelaar ION zal Katoen Natie de toren de volgende drie jaar saneren en renoveren. Daarna krijgt de Boerentoren een nieuwe functie. Op het gelijkvloers en de eerste verdieping komt er ‘toekomstgerichte retail’ met plaats voor horeca en ontspanning. Het smallere deel van de toren, van de 11de tot de 23ste verdieping, is voorbehouden voor appartementen. Daartussen komen acht verdiepingen die van de Boerentoren een cultuurtoren moeten maken: tijdelijke en langdurige tentoonstellingen, kunstdepots, restauratie-ateliers, een filmzaal... De bovenste drie verdiepingen, die vrij toegankelijk zullen zijn, worden een observatorium en een panoramazaal.

Met de herbestemming wordt de Boerentoren opnieuw wat hij in zijn beginjaren was, voor de kantoren alles overnamen: een stad in de stad, een plaats waar mensen wonen, werken en hun vrije tijd besteden. Door de Boerentoren zo toegankelijk mogelijk te maken, is Huts ervan overtuigd dat Antwerpen daar alleen maar van kan profiteren. “Hoe meer cultuur een stad te bieden heeft, hoe meer uitstraling ze heeft en hoe aantrekkelijker ze wordt voor bezoekers, toeristen en zakenmensen. Kijk naar Firenze, Venetië, Parijs, Londen, Amsterdam.”

Incontournable

Hoeveel Katoen Natie betaald heeft, blijft geheim. Volgens het persbericht is het volledige project een non-profitactiviteit. Ook details over de invulling van de cultuurfunctie zijn er nog niet. Zal Huts er delen van zijn eigen collectie tonen? Heeft dit een impact op het Cobra-museum dat hij ook al in Antwerpen wil openen? Wat met de filmzaal? Zeker is dat Fernand Huts, die niet beschikbaar was voor meer uitleg, zich nog steviger op de culturele kaart zet.

Fernand Huts presenteert een kunstwerk in het hoofdkwartier van Katoen Natie.Beeld Alex Vanhee

Nadat hij de voorbije jaren via The Phoebus Foundation al een uitgebreide collectie uitgebouwd had – met naast  de Cobra-collectie onder meer textiel uit de oudheid, een uitgebreide verzameling schilderwerken uit de Zuidelijke Nederlanden van de 15de tot de 17de eeuw en veel Zuid-Amerikaanse kunst – en zelf tentoonstellingen opzette, wordt hij dankzij de Boerentoren stilaan incontournabel in de cultuurwereld.

Hier kun je moeilijk tegen zijn, werpt M HKA-directeur Bart De Baere op. “Dit is een straffe zet. De Boerentoren is een monument dat een zo actief mogelijk toekomst verdient. Wat hij van plan is, is geweldig. Het is een mooie verrijking van het Antwerpse aanbod. Dit is echt het ei van Columbus.” 

“De Boerentoren had ook een hotel of winkelgalerij kunnen worden”, zegt Bruno Verbergt, operationeel directeur van het AfricaMuseum en docent cultuurmanagement aan de Antwerpse universiteit. “Hoe meer plaats er is voor cultuur, hoe beter.” Huts geeft zelf ook aan te streven naar samenwerkingen zodat ook andere cultuurspelers er beter van worden.

Aanjager

Al zijn er ook wel wat bedenkingen te maken bij Huts, en niet alleen omdat The Phoebus Foundation gevestigd is op het belastingsparadijs Jersey. Veel cultuurhuizen en -makers staat het water aan de lippen door de coronacrisis, een klap die boven op de besparingen van de voorbije jaren komt. Dreigt zo niet verder een privatisering van de cultuursector, waarbij zakenlui met diepe zakken als Huts als mecenassen de rol van de overheid overnemen en bepalen wat er gemaakt wordt en te zien is?

“Je ziet dat het beleid meer en meer met de privé flirt”, zegt hoogleraar cultuurmanagement Annick Schramme (UAntwerpen). “Dat is begonnen onder de vorige minister van Cultuur, Sven Gatz (Open Vld), en dat zie je nu nog meer. Iemand als Fernand Huts speelt daar graag op in. Hij is een aanjager, iemand die vindt dat het zeker in de museumwereld allemaal wat dynamischer kan. Terecht vaak, de sector kan wel veel leren van hoe hij zaken in de markt zet. Maar het is bij hem ook allemaal erg aan zijn persoon gebonden. Hij profileert zich graag als een schaduwminister van Cultuur.”

“Huts staat voor een Angelsaksisch cultuurbeleid waar stichtingen een belangrijke rol spelen”, zegt Robrecht Vanderbeeken, vakbondssecretaris van ACOD-cultuur en schrijver van Buy Buy Art. De vermarkting van kunst en cultuur’. “Klassiek gezien willen filantropen iets teruggeven. Dikwijls gaat dat gepaard met een return in erkenning en belastingvrijstelling, maar bij Huts gaat het ook om een politieke, Vlaams-nationalistische cultuurstrijd.” 

Een kritiek waar niet iedereen het mee eens is. “Zulke privéinitiatieven kunnen een belangrijke rol spelen”, zegt Bruno Verbergt. “Kijk maar naar wat de Foundation Louis Vuitton in Parijs doet. Natuurlijk kun je er bedenkingen bij hebben, maar laten we vooral blij zijn dat iemand dit doet met zijn privégeld. Hopelijk zorgt hij dan voor een aanvullende programmering, die de andere cultuurspelers stimuleert om zelf ook beter te worden.”