Direct naar artikelinhoud
CoronavirusOnderzoek

Risico op herbesmetting blijft voor de meeste mensen bijzonder klein

Risico op herbesmetting blijft voor de meeste mensen bijzonder klein
Beeld Getty Images

Herinfecties met het coronavirus zijn een uitzondering, blijkt uit Amerikaans onderzoek. Bij de meeste patiënten is de afweer acht maanden na herstel van Covid-19 nog volop aanwezig.

Het merendeel van de mensen die zijn hersteld van Covid-19 heeft zeker een half jaar bescherming tegen een nieuwe infectie met het virus. Wellicht houdt die afweer zelfs jaren stand, melden Amerikaanse onderzoekers. De patiënten die zij onderzochten, hadden tot acht maanden na het herstel nog ruime hoeveelheden antistoffen en specifieke afweercellen in hun bloed. De onderzoekers hebben de studie, die nog niet door vakgenoten is beoordeeld, op een voorpublicatiesite gepubliceerd.

De uitkomst staat haaks op de berichten van de laatste maanden over herinfecties. Herhaaldelijk blijken mensen voor een tweede keer te zijn besmet. “Dat zijn uitzonderingen”, zegt een van de onderzoekers, Alessandro Sette van het La Jolla Instituut voor Immunologie in Californië, in The New York Times. “Een immuunsysteem dat een besmetting weer vergeet, is niet de norm.”

Dat biedt goede perspectieven. Door al die verhalen over herinfecties ontstond het beeld dat dit coronavirus niet meer zou verdwijnen; het virus zou voor veel mensen al snel weer als nieuw zijn. Het zou ook betekenen dat een vaccin hooguit kortstondig werkt en de bevolking bijvoorbeeld elk jaar opnieuw moet worden ingeënt. “Als ons onderzoek wordt bevestigd”, aldus Sette, “dan worden mensen bij een tweede besmetting of na een vaccinatie niet meer ziek van het virus, of krijgen ze hooguit milde klachten.”

Voor hun studie bekeken de Amerikanen het bloed van 185 herstelde covidpatiënten. Bij sommigen namen ze één monster af, bij 41 patiënten een hele reeks. De meeste hadden milde klachten gehad, een minderheid was in het ziekenhuis beland. De hoeveelheid antistoffen was na zes tot acht maanden licht afgenomen. Gemiddeld. Bij de meesten bleef de hoeveelheid nagenoeg gelijk, maar bij sommigen was nauwelijks iets over.

B-cellen

Maar antistoffen vormen niet de enige afweer. Ze worden aangemaakt door zogeheten B-cellen. Het immuunsysteem houdt een aantal van deze B-cellen als geheugen achter en hun aantal was in dat halve jaar juist enigszins toegenomen. Een gunstig teken dat de onderzoekers niet goed kunnen verklaren. Ten slotte zijn er nog de T-cellen. Een aantal daarvan ruimt geïnfecteerde lichaamscellen op, terwijl andere bij deze afweer assisteren. Ook van beide soorten T-cellen hadden de patiënten nog ruime hoeveelheden over.

In hun artikel houden de Amerikanen nog een paar slagen om de arm. De meeste data geven maar één punt op de tijdlijn, zodat het link is om uitspraken te doen voor de langere termijn. Maar het behoud van geheugencellen stemt hoopvol. Daarnaast bleek onlangs dat patiënten die het veel dodelijkere Sars-virus uit 2003 hadden overleefd, nog steeds afweercellen in hun bloed hebben.

Een tweede kanttekening is dat we niet precies weten hoe de afweer tegen corona werkt. “We kunnen daarom geen direct verband leggen tussen antistoffen en afweercellen in het lichaam en de kracht van de afweerreactie”, schrijven de Amerikanen. “Maar gezien de grote hoeveelheden bij ruim 90 procent van onze patiëntengroep lijkt het aannemelijk dat voor de meeste mensen een tweede besmetting de eerste jaren niet meer dan een gewone verkoudheid oplevert.”