Direct naar artikelinhoud
OnderzoekZaak-Mawda

‘Ik had de vinger op de trekker, maar twijfelde nog’: wat er echt gebeurde in de nacht dat Mawda (2) stierf

De 2-jarige Mawda liet het leven tijdens een mensensmokkeltransport.Beeld Guardian

Maandag start het proces-Mawda, tweeënhalf jaar na de dood van de Koerdische peuter door een politiekogel. De agent staat terecht, net als de vermoedelijke bestuurder van het busje met migranten en een vermoedelijke smokkelaar. Het onderzoek verliep niet zonder slag of stoot. Het parket legde foutieve verklaringen af en de vermoedelijke bestuurder en smokkelaar werden eerst het land uitgezet.

Een parking in de buurt van Bergen, langs de E47/E19 richting Frankrijk, de nacht van 16 op 17 mei 2018. Een tiental mensen staat in het halfduister naast een bestelwagen, die even tevoren tot stilstand kwam tegen een geparkeerde vrachtwagen. Agenten lopen aan. Ze zien aan de rechterkant een openstaande schuifdeur. 

Een man komt uit de laadruimte, wenend en schreeuwend. Hij is bebloed en houdt zijn armen voor zich uit, met daarin een kind. Het is de kleine Mawda, 2 jaar jong. Met elke stap bengelt haar hoofdje van links naar rechts. Levenloos. Achter de man met het kind komt ook een vrouw uit de bestelwagen. Ook zij zit onder het bloed. Ook zij huilt. De man met het kind laat zich op zijn knieën vallen. “Ambulance”, roept hij. “Ambulance!”

Een politieagent neemt het kind over. “Ik verwijderde haar vest, een pull in felle kleuren, blauw en rood denk ik. En eronder een wit rompertje zoals een pyjama. Ik ben haar snel beginnen te onderzoeken: de rug, de borst, de mondholte. Ik ben een hartmassage begonnen, maar tevergeefs.”

Ondertussen zijn in totaal 26 volwassenen uit het busje gekropen, en nog drie andere kleine kinderen, onder wie Mawda’s broertje Muhammad, net vier jaar. Agenten gaan over tot de arrestatie van de volwassenen.

Als de ambulanciers aankomen, nemen ze de hartmassage over, ook tevergeefs. Een agent vertelt de ambulanciers dat het meisje uit de bestelwagen is gevallen, of zelfs geduwd. Ook een andere agent zegt hem dat.

De achterruit van het busje is verbrijzeld, dus klinkt die uitleg aannemelijk. Toch klopt hij niet. Het parket zal de dag nadien communiceren dat de politie een schot had gelost, maar dat “niemand is geraakt door een kogel”. Ook dat klopt niet. De persmagistraat zei dat het busje inreed op agenten die er stonden. En ook dat klopt niet.

Wat is er dan wel gebeurd?

Enkele dagen voor het dodelijke incident, op 14 mei, stappen drie mannen een pitazaak binnen aan het station van Luik-Guillemins. Ze blijken de eigenaar van de zaak te kennen en vertellen dat ze een bestelwagen willen kopen. Een van de klanten, een Italiaan, vangt het gesprek op en begint op Facebook te zoeken. Hij vindt een Peugeot Boxer, in Herstal. In ruil voor een commissie op de aankoopprijs brengt hij de mannen naar daar. 

Een van die drie is D.R., een Koerdische Irakees, die de nacht van het incident ook in het busje is aangetroffen. Zijn DNA is veelvuldig vooraan in het busje terug te vinden.

D.R. rijdt na de aankoop samen met de twee anderen van Luik naar Duinkerke. Daar ontsnapt het busje niet aan de aandacht van enkele Fransen agenten, die een onderzoek voeren naar Koerdische mensensmokkelnetwerken. Zowel Noord-Frankrijk als België worstelen al enkele jaren met transitmigranten, die geen asiel aanvragen maar doorreizen naar het Verenigd Koninkrijk. 

De Belgische regering weigert opvang voor hen te voorzien en kiest voor meer repressie. Zonder veel succes, want niet zelden zijn het migranten die moeilijk terug te sturen zijn. Degenen die daarvan profiteren zijn de mensensmokkelaars.

Vandaar het onderzoek naar mensensmokkel, dat in Frankrijk ‘Pêche Melba’ heet en in België ‘Hermes’. Op 16 mei merken de Fransen het busje op, dat ze nog niet eerder hadden gezien, en ze installeren een zendertje. Ze brengen diezelfde dag nog hun Belgische collega’s op de hoogte en geven de nummerplaat door, die vervalst blijkt.

Derde keer

Die avond rijdt het busje naar Groot-Sinten, bij Duinkerke, waar honderden migranten verblijven in en rond de gemeentelijke sporthal. Hulpverleners trokken eerder al aan de alarmbel, omdat niet de gemeente, maar mensensmokkelaars er de plak zwaaien. 

Onder de gezinnen in de sporthal is ook het gezin van Mawda. De op dat moment 25-jarige Ali Shamden en 24-jarige Amer Phrast zijn Koerdische Irakezen, naar eigen zeggen gevlucht omdat de familie van Phrast niet akkoord ging met het huwelijk. 

Een herdenkingsplaats aan het opvangcentrum in Grande-Synthe, vlak na de dood van Mawda.Beeld Wouter Van Vooren

Ze willen in het Verenigd Koninkrijk geraken. In de meeste gevallen is dat ook waar migranten voor betalen bij vertrek in het thuisland. Op 8 mei onderschept de wegpolitie hen aan een snelwegparking in Postel, aan de Nederlandse grens. Enkele dagen later, op 11 mei, proberen ze het opnieuw. 

In Veurne hoort een Roemeense vrachtwagenchauffeur gestommel in zijn koelwagen. Er blijken zes mensen in te zitten, onder wie het gezin van Mawda. Niet onderkoeld, wel verbaasd dat ze in de verkeerde richting reden, weg van het kanaal. Opnieuw mogen ze ’s anderendaags weer beschikken. Op 16 mei moet het ‘derde keer, goede keer’ worden. 

Onder een brug in Duinkerke stappen ze in de Peugeot Boxer, die hen in België op een snelwegparking moet afzetten. Daar moet de ‘passeur’ hen helpen aan boord te geraken van een vrachtwagen met als bestemming het beloofde land. Rond 1 uur ’s nachts stopt de bestelwagen op de parking van Hulplanche, in de buurt van Namen. 

Wilde achtervolging

Daar ziet een patrouille van de wegpolitie dat de Peugeot zich tussen twee vrachtwagens parkeert. Ze stellen vast dat de valse nummerplaat terugleidt naar iemand gekend voor mensensmokkel. De databank leert hen niet dat er onder het busje een zender zit. 

Ook de migranten krijgen de agenten in het oog. Volgens sommige verklaringen wil de chauffeur daarom niet meer rijden en neemt iemand anders het stuur over. Ze vertrekken weer. 

De agenten volgen vanop een afstand en roepen versterking op. Ze zien dat de bestelwagen zwaar geladen is. Na 15 kilometer willen ze het voertuig dwingen om de afrit Sambreville te nemen. Daarbij maakt het busje plots een manoeuvre naar links. De tweede politiewagen moet uitwijken en botst tegen een andere personenwagen. 

Nog meer versterking, klinkt het op de radio. Het busje vertraagt soms om dan weer te versnellen, zigzagt over de weg. Een van de migranten zal anoniem verklaren dat het D.R. is die als passeur de bevelen uitdeelt in de bestelwagen. Een aantal inzittenden roept en tiert, en vraagt de chauffeur om te stoppen.

“De passeur zegt dat stoppen geen optie is”, zo verklaart de anonieme getuige aan de speurders. “Hij heeft een hamer genomen en de achterruit gebroken. Hij gooide onze zakken met persoonlijke spullen naar de politiewagens.”

D.R. is ook degene die een meisje van een ander gezin afneemt en haar toont aan de achterruit. Volgens de getuige om de Belgische politie te waarschuwen dat er kinderen aan boord waren. De agenten in de achtervolging geven dat ook door via de radio: “Er zit veel volk in die bestelwagen, volgens mij moeten we erg opletten, hé...” 

In een van de reconstructies minimaliseert D.R. zijn rol volledig. Wie dan wel de passeurs waren, weet hij niet. 

 “Hij vloekte tegen ons, riep”, zegt de anonieme getuige. “Hij eiste dat het kleine meisje, Mawda, vooraan werd gezet, in het compartiment van de bestuurder. Ze werd in de handen gegeven van iemand die vlak naast de rechterdeur zat. Haar moeder stond achter de chauffeur, rechtop.”

De moeder van Mawda bevestigt dat ze rechtop stond achter de bestuurder, maar zegt dat het kind altijd bij haar is gebleven. De bestelwagen nadert intussen Bergen. Aan boord van een auto van de wegpolitie van Bergen zitten twee agenten te wachten om tussenbeide te komen. S.D. is op dat moment 48 jaar, V.J. 45 jaar, samen goed voor meer dan 25 jaar ervaring bij de wegpolitie. Ze slagen er niet in om via de radio te communiceren met hun collega’s uit Namen, maar weten via de dispatching wel dat er meerdere personen aan boord van het busje zijn, onder wie minstens één kind.

Het schot

S.D. zit aan het stuur. Hij probeert de bestelwagen klem te rijden tegen de middenberm. Als extra argument om de bestuurder te doen stoppen, toont hij ostentatief zijn wapen, ongeladen. Het busje vertraagt, tot 80-90 kilometer per uur en gaat plots in de remmen. Op die manier ontsnapt hij achter de politiewagen, naar het rechterrijvak, trekt weer op en duikt op aan de rechterkant van S.D. en V.J..

“Toon je wapen, doe zoals ik”, zegt S.D..

V.J. laat zijn raam zakken. Tot verbazing van S.D. laadt hij zijn pistool en richt het niet op de chauffeur, maar een stuk lager. 

V.J. zal achteraf verklaren dat hij op de band mikte, om zo de bestelwagen te doen stoppen. Een out of the box-idee dat niet in politiehandleidingen staat. Meer nog: een nota van de directie van de federale wegpolitie uit 2015 raadt schieten op voertuigen ten stelligste af.

“Ik richt opnieuw mijn wapen naar het wiel, met de arm door het raam naar buiten. Op dat moment zwiept de bestelwagen naar links”, aldus V.J.. “Mijn collega geeft een zwaai aan het stuur en op dat moment vertrekt het schot van mijn pistool. Omdat ik de band wou raken, was mijn vinger op de trekker. Voor de duidelijkheid, het gaat om een accidenteel schot. Ik had de vinger op trekker, maar twijfelde nog.”

De kogel versplintert het zijraam, gaat bij Mawda naar binnen net naast de rechterneusvleugel en weer buiten langs de achterkant van haar hoofdje. In het busje is het meteen duidelijk wat er gebeurd is.

Bloedsporen op het dashboard van de bestelwagen.Beeld Photo News

Vlak voorbij de pijl naar dierentuin Pairi Daiza rijdt de bestelwagen de parking van Maisières op. Volgens een aantal verklaringen van inzittenden springt de chauffeur dan uit de bestelwagen, zet hij het op een lopen en knalt de bestelwagen tegen de geparkeerde oplegger. 

Maar bij hun aankomst zien agenten niemand weglopen. Ze denken dat de chauffeur zich onder de migranten in de laadruimte heeft gemengd. Des te verbazend is wat vervolgens gebeurt: alle migranten worden gearresteerd en verhoord maar op 18 mei weer vrijgelaten, mét een bevel om het grondgebied te verlaten.

Velen doen wat hen gevraagd wordt en verlaten het land, terwijl het DNA-onderzoek nog loopt, gsm’s worden leeggehaald en andere onderzoeksdaden verricht. Gevolg: alle getuigen maar ook mogelijke verdachten zijn gaan vliegen, en de onderzoeksrechter moet twee internationale aanhoudingsbevelen uitvaardigen. 

Eén aanhoudingsbevel is voor de vermoedelijke passeur, D.R.. Hij loopt op 4 december 2019 in Nederland tegen de lamp, bij het indienen van een asielaanvraag. Het tweede aanhoudingsbevel loopt tegen een zekere J.D., de vermoedelijke bestuurder, die net voor de dood van Mawda een eerdere veroordeling voor mensensmokkel in Frankrijk had uitgezeten. Met veel geluk wordt hij op 24 juli 2018 in het Verenigd Koninkrijk aangetroffen.

J.D. en D.R. staan maandag terecht in Bergen voor kwaadwillige belemmering van het verkeer met de dood als verzwarende omstandigheid. Later dit jaar volgt een apart proces voor het luik mensensmokkel. 

Justice For Mawda

Het openbaar ministerie zal de rechtbank van Bergen moeten overtuigen dat D.R. effectief de passeur was en J.D. de bestuurder. Beiden ontkennen. Er zat veel DNA van J.D. op het stuur en de versnellingspook, maar zelf zegt hij dat hij enkel in het begin even reed en dan het stuur heeft doorgegeven. Op het belemmeren van het verkeer met de dood tot gevolg staan zware straffen, tot 30 jaar celstraf.

Ook als zij werkelijk de passeur en bestuurder waren, blijft de vraag of Mawda’s dood niet vermeden had kunnen worden door een ander optreden van de politie tegen een bestelwagen met een zendertje. Dat wordt allicht de hamvraag van het proces. 

De ouders van Mawda stellen zich burgerlijke partij tegen de Belgische staat, volgens hun advocaten de opdrachtgever van agent V.J.. Hij staat maandag terecht voor onvrijwillige doodslag door een fundamenteel gebrek aan vooruitziendheid en/of voorzorg en riskeert daarmee een gevangenisstraf die kan variëren van drie maanden tot twee jaar.

De advocaten van de ouders bestrijden die kwalificatie ‘onvrijwilllig’. Niet alleen laadde de agent doelbewust het pistool, om de trekker over te halen is ook een kracht van 28 Newton nodig, ongeveer 3 kilogram. Of in de diplomatische woorden van de expert ballistiek: “Het toevallige karakter van het schot is moeilijk vast te stellen in die zin dat de kracht die nodig is om de trekker over te halen 28 Newton is.” Richtte hij wel echt op het wiel, en schoot hij vervolgens per ongeluk?

De afhandeling na de feiten is ook bijzonder. Op de parking van Maisières is op een ruitenwisser van de politiewagen van V.J. de kogelhuls aangetroffen. Onverklaarbaar, volgens alle analyses. Terwijl de agent urenlang bleef rondhangen op de parking waar hij kon praten met collega’s die het onderzoek in gang zetten, werden alle migranten zonder onderscheid niet als kroongetuigen behandeld, maar als verdachten. Inclusief de ouders van Mawda, die om die reden niet mee mochten met de ziekenwagen.

Zonder informatie over de toestand van hun jongste kind brachten de ouders gescheiden van elkaar de nacht door in de cel. Broertje Muhammad bleef bij de moeder, in shock. De dag erna vernam de moeder dat haar dochtertje dood was, maar ook dan mocht ze niet meteen naar haar toe. Ze zal in een verhoor verklaren: “Het was alsof we terroristen waren.”