Direct naar artikelinhoud
Rechtszaak

Dubbele bejaardenmoord: wetsdokter corrigeert 29 jaar oude aannames op proces Alinda V.d.C.

Jules Bogaerts en Jeannette Jacobs uit Tienen werden in 1991 gruwelijk vermoord.Beeld RV

Volgens patholoog Wim Van de Voorde gebeurde de dubbele bejaardenmoord in Tienen niet in de vooravond maar ‘eerder in de voormiddag’. Zijn optreden op het proces in Leuven illustreert opnieuw hoe omslachtig het is om recht te spreken op grond van 29 jaar oud bewijsmateriaal.

Dominante DNA-sporen op een jeansbroek met een bloemetjesmotief van het merk Pepe, maat 42. Dat is de voornaamste aanwijzing van schuld tegen de destijds 18-jarige Alinda V.d.C., het achternichtje van Jules Bogaerts (81) en Jeannette Jacobs (78). Zij werden op dinsdag 10 december 1991 vermoord aangetroffen in hun woning in Tienen.

De jeans werd op 12 december 1991 teruggevonden tussen de struiken langs de Diestsesteenweg in Tienen, 2,4 kilometer verderop. Op diezelfde route werden ook een trui en een damesschoen ontdekt met bloedspatten van Bogaerts op. Ook op de broek zaten spatten. Wat erop wijst dat een van de daders zich al vluchtend heeft ontdaan van die kleren. Tegen V.d.C. pleit op het assisenproces vooral dat de rijkswacht destijds zestien andere potentiële verdachten de broek liet passen en haar DNA nog steeds het meest dominante was. V.d.C. verklaart de DNA-sporen door een bezoek aan het oude koppel met haar inmiddels overleden oom Guy, kort voor de moord. Dat een van de daders halfnaakt door Tienen zou hebben rondgelopen viel volgens de aanklacht te rijmen met het feit dat het al donker was.

Volgens de eerste wetsdokter trad de dood in om 20 uur, en was het toen al donker. Patholoog Wim Van de Voorde (KU Leuven) ging nu met dezelfde data aan de slag, en corrigeert die conclusie. “Men gebruikte vroeger de formule van Moritz, maar die is achterhaald”, zegt Van de Voorde. “Nu gebruiken we het nomogram van Henssge. Zo valt af te leiden dat de feiten eerder in de voormiddag plaatsvonden dan in de avond.”

Dokter Van de Voorde heeft het ook moeilijk met de 29 jaar oude aanname van roofmoord. “Voor een klassieke roofmoord zien we een erg ongewoon letselpatroon”, zegt de patholoog. Bij Jules en Jeanne werd een poging tot villen opgemerkt. De daders probeerden hun handen te amputeren, maar volgens Van de Voorde gebeurde dit wellicht post mortem: “Dit is extreem geweld. Men brengt veel meer letsels toe dan nodig om te doden. Dit lijkt te wijzen op extreme haat en overkill.”

Het proces wordt maandag voortgezet.