Beestenboel: bescheiden succes van de stekelrog dankzij afnemende visserijdruk

© iStock
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Op het strand aangespoelde eikapsels vertellen ons iets over het wedervaren van de stekelrog.

Ze zien eruit als platte stukken bruin gedroogd wier met een lange stekel op elke hoek, maar je kunt ze zien als de externe baarmoeder van haaien en roggen: de eikapsels die op onze stranden aanspoelen. In de volksmond worden ze weleens ‘meerminbuidels’ genoemd.

Een vrouwtjesrog zet elk seizoen na bevruchting tot honderdvijftig van die leerachtige doosjes af op de zeebodem. De vier stekels dienen om ze te verankeren, zodat ze niet wegspoelen. In elk doosje, dat maximaal 10 centimeter lang wordt, schuilt één embryo. Dat blijft bijna een halfjaar opgerold zitten, tot het sterk genoeg is om zich uit zijn harde omhulsel te wurmen en de wijde wereld in te trekken.

De lege eikapsels rotten en gaan zweven. Met de juiste winden en stromingen spoelen ze aan op het land. De maanden januari tot maart zijn de beste om eikapsels te vinden – maart 2020 kende een overvloed aan eikapsels van stekelroggen op onze stranden.

Marien biologe Noémi Van Bogaert van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek is met enkele collega’s een project gestart om uit de monitoring van eikapsels lessen te trekken over het bestand van de negen soorten haaien en roggen in de Noordzee die eikapsels gebruiken. Twee derde van de aangespoelde kapsels komt van hondshaaien, maar in de ranking volgen zeven soorten roggen, waarvan de stekelrog de talrijkste is.

Eikapsels zijn de externe baarmoeder van haaien en roggen. Er zit telkens één embryo in.

Uit de tot dusver verzamelde gegevens blijkt dat de populatie van de stekelrog sinds 2015 wat toeneemt. Dat is goed nieuws, want de meeste roggen en haaien krijgen het kwaad in de Noordzee (en elders), vooral door overbevissing. Het recente bescheiden succes van de stekelrog zou een gevolg zijn van afnemende visserijdruk.

De stekelrog is een grote afgeplatte vis waarvan de vrouwtjes een meter lang kunnen worden. Op het lichaam en de staart zitten stekels, maar anders dan bij sommige vooral tropische soorten zijn die niet gevaarlijk voor de mens. De soort kan goed zwemmen, met borstvinnen die uitgegroeid zijn tot vleugels. Ze is uitstekend gecamoufleerd op de zeebodem en voedt zich vooral met krabben en zeesterren. Ze zou functioneel zijn om populaties van zeesterren onder controle te houden, die in afwezigheid van predatoren erg kunnen woekeren.

De rog is begeerd door de visserij, maar plant zich langzaam voort. Het duurt bijna tien jaar voor een vrouwtje geslachtsrijp is, en de voortplantingscapaciteit is bescheiden met een honderdtal kwetsbare nakomelingen per seizoen. Bovendien is er onduidelijkheid over de bestanden, onder meer omdat vissers en wetenschappers andere cijfers gebruiken.

Nederlandse onderzoekers hebben begin oktober vierhonderd gekweekte stekelroggen uitgezet in de Westerschelde om de populatie te versterken. Achttien dieren zijn uitgerust met een zendertje, om hun verplaatsingen te kunnen volgen. Ze blijken het uitstekend te doen en hebben zich verspreid over een groot gebied in de Noordzee. Het project vormt de aanloop van een poging om de vleet te herintroduceren, die met zijn lengte van 2,5 meter lengte en gewicht van 80 kilogram de grootste rog in onze contreien is. In onze kustwateren is hij uitgestorven.

Wie wil meewerken aan het project Eieren Rapen op het Strand kan foto’s en andere informatie over eikapsels mailen naar eikapsels.be@gmail.com.

Partner Content