Vergeefs op de vlucht uit Pompeii: opnieuw resten van twee slachtoffers van vulkaanramp uit 79 ontdekt
In de antieke Romeinse stad Pompeii zijn opnieuw resten ontdekt van twee slachtoffers die probeerden te ontsnappen aan de uitbarsting van de Vesuvius in het jaar 79. Het gaat om twee mannen, waarschijnlijk een meester en een slaaf. Hun overblijfselen werden gevonden in een grote villa aan de rand van Pompeii.
De resten van de twee mannen werden gevonden tijdens opgravingen in de ruïnes van wat bijna 2.000 jaar geleden een luxevilla was met een panoramisch uitzicht op de Middellandse Zee. In dezelfde zone werd ruim twee jaar geleden al een stal opgegraven met de resten van raspaarden met een militaire uitrusting.
De villa lag in een buitenwijk van het antieke Pompeii, zo'n 700 meter ten noordoosten van de stadsmuren. De twee mannen waren waarschijnlijk ontsnapt aan de eerste regen van vulkanisch as en puimsteen die Pompeii had bedolven, maar bezweken de ochtend daarop alsnog door een verstikkende aswolk.
De resten van de twee slachtoffers werden gevonden in een aslaag van minstens 2 meter diep. Ze lagen in een ondergrondse gang onder de villa, mogelijk hoopten ze daar beschutting te vinden voor de asregens.
Bekijk hier beelden uit "Het Journaal" en lees voort onder de video:
Van de resten werden afgietsels gemaakt, met de speciale techniek waarbij vloeibaar gips wordt gegoten in de holte die het lichaam achterliet in de gestolde laag as waardoor het werd bedekt. Zo komen als het ware "standbeelden" tevoorschijn, gevat in de houding waarin ze omkwamen.
Te oordelen naar de botten en de tanden, was de ene man jong, tussen 18 en 25 jaar. De staat van zijn ruggenwervels doet zware arbeid vermoeden, waardoor de archeologen ervan uitgaan dat hij een slaaf was. De andere man was tussen 30 en 40 jaar, en waarschijnlijk de meester van de slaaf. Hij droeg niet alleen een tuniek, maar ook een mantel.
