De miraculeuze exportcijfers van Ierland verbergen een groter probleem

De pubs zijn er al een half jaar dicht, de bevolking alweer zes weken in lockdown. Maar Ierland legt een uitstekend bbp voor, vergeleken met de rest van Europa.

De exportcijfers van de republiek Ierland lezen als een mirakelrapport uitgevoerd door patroonheilige Sint Patrick zelf, schrijft de zakenkrant The Financial Times. Het is een van de twee landen in de Europese Unie dat een bbp kan voorleggen dat in de buurt komt van pre-Covid-tijden. Met een krimp van slechts 2,3 procent, ten opzichte van een geprojecteerde 7,4 procent, gemiddeld in de EU, lijkt Dublin een recept voor succes te hebben dat we verder in het oosten niet kennen.

Farma en tech

Er zijn twee verklaringen voor het Ierse behoud. Enerzijds is er een een duizelingwekkend exportcijfer uit de farmaceutische sector, anderzijds de boomende techsector.

Het eerste is logisch. Een exportgroei van 8 procent zien we vooral in de farmacie. In coronatijden is dat geen verrassing, aangezien de wereld storm loopt voor alles van Dafalgan tot parafarmacie zoals alcoholgel. Ierland voert uit, Ierland scoort goed. De haven van Cork, een van de grootste in Europa, draait op volle toeren. De Celtic Tiger roert zich.

Het tweede plaatje is ook gekend. In Dublin klopt het financiële hart van het land, op Grand Canal Square. Dat is ook meteen een soort mini Silicon Valley, waar de grote jongens als Facebook en Apple kantoren houden. Die mogen sinds de coronacrisis dan wel leeg staan, de techsector klopt beursrecords aan de lopende band. 225.000 Ieren werken in datacenters, callcenters en aan productiebanden van de multinationals. Reden? Een belastingstarief van slechts 12,5 procent.

De eigen economie huilt

Maar dat mooie bbp verhult de realiteit. Want de eigen Ierse economie zit op haar knieën. Toerisme en horeca, twee zo belangrijke sectoren voor het Ierse platteland, liggen volledig op hun achterste poten.

Want als we naar het bni kijken, puur de economie die geproduceerd wordt voor en door Ieren, dan krijgen we een ander plaatje. Zonder buitenlandse investeringen krimpt de economie in 2020 met 6 procent, niet met 2,3 procent. Want Dublin heeft uitzonderlijk stevige lockdownmaatregelen aangekondigd. De horeca sloot zes maanden waarna de befaamde pubs anderhalve maand open waren. Intussen zijn ze weer dicht, enkel afhaal is toegestaan.

Ook de werkloosheidscijfers schetsen een schrijnend beeld. De meerderheid van de 5 miljoen Ieren woont namelijk niet in de stad, waar de techgoden jobs voorzien. Op het platteland is het dan ook lang zoeken naar werk. In januari was nog 4,8 procent van de Ieren werkloos. In de eerste lockdown steeg dat naar 28 procent, om te zakken naar 20 procent net voor de tweede lockdown. Het mirakel in Dublin blijkt dus vooral een rookgordijn.

Lees ook: