Direct naar artikelinhoud
AchtergrondCoronaverlof

Virus maakt ons opnieuw ouderwets: ‘Mijn man verdient meer dan ik, dus ging ik halftijds werken’

Virus maakt ons opnieuw ouderwets: ‘Mijn man verdient meer dan ik, dus ging ik halftijds werken’
Beeld Sven Franzen

Opvallend meer vrouwen dan mannen namen tussen mei en september zogenaamd ‘coronaverlof’. Een verlofstelsel dat ouders van kinderen onder de 12 jaar wat ademruimte moest geven. ‘Dit is een pijnlijke evolutie.’

Ze wil er zelf liever niet meer aan terugdenken. Die eerste maanden van de coronacrisis waren in één woord ‘de hel’, meent Sofie (33), moeder van drie kinderen van 4, 7 en 9 jaar. Zowel zij als haar vriend Simon (34) werkten verplicht van thuis, moesten hun kinderen zien bezig te houden en werden ook geacht het schoolwerk van de twee oudsten op te volgen. Na enkele weken zaten zowel  ouders als kinderen op hun tandvlees.

Begin mei  kwam het coronaverlof, een verlofstelsel dat werkende ouders met jonge kinderen moest helpen bij de combinatie werk-gezin. Een geschenk uit de hemel, vond het koppel, dat meteen rond de keukentafel ging zitten om de regeling te bespreken. Een ontnuchterend moment, noemt Sofie het. “Mijn vriend en ik willen de zorg voor onze kinderen zo veel mogelijk delen. Het leek ons dan ook evident dat we nu ook allebei één vijfde coronaverlof zouden opnemen. Tot we de financiële impact berekenden. Simon verdient een pak meer dan ik, en dus bleek het voordeliger dat hij bleef werken en ik halftijds coronaverlof opnam. We zitten midden in een grote verbouwing en moeten dus echt wel op onze centen letten.”

Bij Sofie en Simon was het dus om financiële redenen dat het uiteindelijk Sofie werd die voor het verlofstelsel ging. Uit cijfers van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorzieningen (RVA) blijkt dat het sowieso overwegend vrouwen waren die dat deden. Het aandeel vrouwen bleek van mei tot september gestaag stijgen, tot 75 procent in september. Coronaverlof was ook het meest populair in de sectoren ‘menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening’ en bij de openbare besturen. Sectoren waar verhoudingsgewijs meer vrouwen werken.

Geen recht, maar gunst

Een pijnlijke evolutie, vindt Ilse De Vooght van de studiedienst van Femma. Zij wijst vooral naar de manier waarop het coronaverlof  geregeld werd. “Net als bij gewoon ouderschapsverlof gaat het om een relatief lage vergoeding", stelt ze. “Dat speelt in het nadeel van vrouwen. Omdat zij door de loonkloof nog altijd vaker minder verdienen dan mannen. Als je als partners rond de tafel gaat zitten en het nijpt, dan is degene die het minste verdient inderdaad heel vaak degene die uiteindelijk thuis zal blijven.”

Nog een nadeel van het coronaverlof: het was geen recht van de werknemer, zoals dat bij gewoon ouderschapsverlof wel het geval is. Het ging om een gunst die toegestaan moest worden door de werkgever. En dan beginnen vaak de stereotype beelden over mannen en vrouwen een rol te spelen, weet ook professor sociologie Ignace Glorieux (VUB). “Bij mannen blijft de beroepsrol heel vaak op de eerste plaats staan, terwijl dat bij vrouwen vaak de zorgrol is”, stelt hij. “Zelfs als beiden tijdens de eerste lockdown thuis waren. We hebben toen een klein onderzoekje gedaan, waarbij mensen een dagboek bijhielden waarin ze hun tijdsbesteding weergaven. In gezinnen waar beide partners van thuis werken en er kinderen rondlopen, zie je dat mannen vaak op gezette tijdstippen in een afgesloten ruimte gaan zitten om hun werk te doen. Vrouwen blijven vaker beneden, waar ook de kinderen rondlopen. En in de tussentijd proberen ze nog een was in te stoppen of een strijk te doen.”

Iets soortgelijks zagen Glorieux en zijn team ook in de vrijetijdsbesteding tijdens de lockdown. “Een man kan nogal makkelijk zeggen: ik pak mijn koersfiets en ben weg. Een vrouw zal eerder binnenshuis een boek lezen of de krant doorbladeren, om beschikbaar te blijven voor de kinderen.”

Terugplooien op wat we kennen

Hardnekkige stereotypen, een mentaliteit die er diep ingebakken zit en verlofstelsels die dat allemaal nog versterken. In een crisissituatie speelt dat wellicht nog meer, meent Liesbet Stevens, adjunct-directeur bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. “De hele coronacrisis is een langgerekte noodsituatie waar gezinnen mee proberen om te gaan. En in noodsituaties wordt van vrouwen nog altijd meer verwacht dat ze de zorg voor hun rekening nemen”, zegt professor Stevens. 

In crisissituaties lijken we sowieso meer terug te vallen op ouderwetse patronen. We plooien ons, als het ware, terug op wat we kennen van vroeger. “Ik heb daar geen wetenschappelijke onderbouwing van, maar de hypothese is niet volledig nieuw”, zegt ze. “Ik herinner me een onderzoek van jaren geleden dat aantoonde dat de reclamesector bij een economische crisis terug lijkt te grijpen naar beelden van typische modellen, zijnde vrouwen met weelderige blonde haren en een ruime boezem. Wetenschappelijk bewijs hebben we nog niet, maar het is ons aanvoelen dat je dat fenomeen nu ook in de rollenpatronen en in de positie van de vrouw terug begint te vinden. Die evolutie is wel zorgwekkend.”

Bij Sofie en Simon is het coronaverlof al bij al goed meegevallen. “Zonder hadden we het nooit kunnen bolwerken”, zegt Sofie. Al blijft het zowel bij haar als bij Simon wel ‘steken’ dat Sofie noodgedwongen de zorg voor de kinderen volledig op zich heeft moeten nemen. En dat Simon daar de kans niet toe kreeg. “Vooral de reactie van mijn moeder was frusterend: zij vond het de normaalste zaak van de wereld dat je als moeder die taak opneemt. Ik dacht dat we daar toch al lang voorbij waren. Maar plots zaten we dus zelf in een rollenpatroon dat we altijd hebben proberen te vermijden.”