Direct naar artikelinhoud
InterviewWalter Weyns

Over de hond die heel wat emoties losmaakt: ‘Tekenfilmmakers kennen het Bambi-effect al langer’

Dribbel - hondje doodgestoken door joggerBeeld rv

De jogger die hondje Dribbel doodstak op zijn looproute heeft dit weekend half Vlaanderen over zich heen gekregen. Hoe komt het dat het lot van dieren als hondje Dribbel of katje Lee zoveel collectieve verontwaardiging losmaakt, tot aan doodsbedreigingen toe? Volgens socioloog Walter Weyns (UAntwerpen) maken we van dieren een canvas waar we onze eigen emoties op projecteren.

Hoe komt het dat mensen zoveel sympathie hebben voor Dribbel of Lee?

“We hebben als mens een zeer dubbelzinnige verhouding tegenover dieren. Aan de ene kant zijn ze wezens waar je je van wilt onderscheiden. Tegelijkertijd hebben dieren een kwaliteit die mensen niet (meer) hebben: ze hebben geen vermogen tot redeneren. Dat impliceert ook dat ze geen kwaad kunnen bedenken en als het ware de onschuld zelve zijn. Dat zijn mensen niet: wij moeten continu het onderscheid maken tussen goed en kwaad. Zo zullen we van dieren altijd zeggen dat ze enkel doden omdat ze moeten eten. Bij mensen is dat niet het geval.

“Daardoor wordt zo’n dier natuurlijk ook een canvas waar wij onze emoties op projecteren. Sommige mensen zien zo’n dier dan als een manier om het natuurlijke en goede te vinden.”

Is dat bij elk dier zo?

“Neen, dat zal ook sterk van dier tot dier afhangen. Met slangen gaan we ons niet gemakkelijk identificeren. Met een lief zeehondje is dat natuurlijk gemakkelijker. Als je zo’n dier dan kwaad berokkent, is dat al bijna een uiting van het kwade zelve.

Walter Weyns (UAntwerpen): 'Mensen identificeren zich gemakkelijker met dieren dan met andere mensen.'Beeld rv

“Wat ook zal meespelen, is dat Dribbel een hond is, een dier dat we al duizenden en duizenden jaren geleden gedomesticeerd hebben als mens. Er zijn nogal wat mensen die bekennen dat ze een intensere band hebben met hun huisdier dan met de medemens. Zo heeft George Steiner, cultuurfilosoof en literatuurwetenschapper, ooit onomwonden gezegd dat hij het moeilijker zou vinden zijn hond te martelen dan zijn vrouw. Dat gaat wel ver. Maar het is bijvoorbeeld bekend bij tekenfilmmakers dat mensen zich gemakkelijker identificeren met dieren dan met andere mensen, een soort van Bambi-effect eigenlijk.”

Is dit altijd zo geweest?

“Er zijn mensen die zeggen dat wij vroeger, in de tijd dat we nog een boerensamenleving waren, veel bruter omgingen met dieren. Nu staan we verder van hen af, waardoor we ook veel emotioneler met hen omgaan.”

Dat focussen op of zoeken van het goede staat toch in schril contrast met de gruwelijke zaken die mensen de doder van Dribbel toewensen?

“Dat is inderdaad opvallend. Het doet een beetje denken aan de Amerikaanse tandarts die een leeuw had doodgeschoten en uiteindelijk zelfs zijn praktijk heeft moeten sluiten. Dat is een gelijkaardige zaak: het demoniseren van de menselijke dader en het ophemelen van de onschuld van het onwetende dier.

Anderzijds zijn bijvoorbeeld de reacties op de doodgeschoten peuter Mawda uiteenlopender. Hoe komt dat dan?

“Dat heeft te maken met de manier waarop dat geframed wordt. Als je enkel ziet dat een kleuter is neergeschoten en de context achterwege laat, dan zeg je: ‘Dit kan echt niet’. Maar als je daar andere elementen begint bij te brengen, dan kun je zo een ander licht op de zaak laten schijnen, waardoor andere vragen bovenkomen. Denk maar aan de vraag van N-VA-voorzitter Bart De Wever of de ouders ook geen verantwoordelijkheid dragen.”