Direct naar artikelinhoud
Proces-MawdaUpdate

Ouders Mawda vragen onverwacht het woord op procesdag 2: ‘We zijn onmenselijk behandeld’

Demonstranten voor de ingang van de rechtbankBeeld EPA

Op dag één van het proces rond de dood van de kleuter Mawda sprak voor het eerst de politieagent, die in de nacht van 16 op 17 mei 2018 schoot op de bewuste bestelwagen. Vandaag zal ook zijn advocaat pleiten, net als de advocaten van de vermoedelijke bestuurder en smokkelaar. Maar onverwacht hebben ook de ouders van Mawda het woord gevraagd.

Het aantal demonstranten voor de rechtbank van eerste aanleg in Bergen is gehalveerd ten opzichte van een dag eerder. De ouders van Mawda staan er iets meer ontspannen bij. Niet gepland, en onverwacht, hebben ze het woord gevraagd bij het begin van de tweede zitdag. 

Vader Ali Shamdin wil duidelijk maken dat Mawda in het busje altijd in de armen van haar moeder is gebleven, in tegenstelling tot sommige andere verklaringen gisteren, van de experts, maar ook van de vermoedelijke smokkelaar, die stelden dat het kind vooraan in de bestelwagen was. Ook de moeder bevestigt expliciet dat het kind altijd bij haar was. 

Voorts willen de ouders duidelijk maken dat ze “onmenselijk zijn behandeld”, nadat ze uit de bestelwagen zijn gestapt. “Ze wisten dat er geschoten was”, zegt Amer Phrast, de moeder. “Toch hebben ze haar (Mawda, BST) afgenomen en op de grond gegooid. En twee agenten hebben mijn man aangevallen.”

In haar ervaring duurde het tergend traag tot de ziekenwagen er was en de ambulanciers de kleuter meenamen.

“Ik wou in de ziekenwagen springen, maar iemand heeft me bij mijn haren gepakt en uit de ziekenwagen gesleurd”, zegt Phrast. “Hoe onmenselijk kan het zijn?”

“Twee dagen en twee nachten lang wisten we niets”, zegt haar man. “De eerste keer dat we Mawda opnieuw zagen, was ze al opengesneden voor de autopsie.”

De moeder moet haar relaas regelmatig onderbreken, overweldigd door emoties. Op een bepaald moment haalt ze een babyflesje boven. Ze richt zich nu naar de agent, die gisteren vertelde dat het incident hem, als vader, had doen instorten.

“Hij zegt dat hij ook gevoelens heeft als vader. Als moeder ik ook. Mawda had honger die nacht. Ik heb deze melk voor haar gemaakt en al 2 jaar, zes maanden, 8 dagen en 8 uren hou ik ze bij mij. Als u ook een vader bent, waarom hebt u dan geschoten?” 

De eerste procesdag eindigde gisteren met de pleidooien van hun advocaten. Ze probeerden de rechtbank ervan te overtuigen dat agent V.J. niet voor onvrijwillige doding, maar voor doodslag terecht moet staan, omdat hij moedwillig zijn wapen geladen had. De vader beweert vandaag ook dat hij de agent heeft zien schieten.

“Hij heeft zonder enige twijfel en zonder tijd te verliezen op ons geschoten. Ik heb hem een keer zien schieten en dat schot heeft mijn dochter geraakt.”

Politiek proces?

Bovendien probeerde V.J., volgens de advocaten van de ouders, samen met andere agenten en het parket de zaak in de doofpot te stoppen.

“Dat is onaanvaardbaar”, zei V.J.’s advocaat Laurent Kennes, voor hij de rechtbank binnenstapte. “Mijn cliënt heeft vrijwel meteen na het incident gemeld aan collega’s dat hij heeft geschoten. Hij heeft nooit geprobeerd dat te verbergen. Toch probeerden ze dat ervan te maken.”

De advocaten van de ouders plaatsten de dodelijke achtervolging in hun pleidooien bovendien in een ruimere context van de Belgische migratiepolitiek. “Psychologische hulp was er wel voor de agenten, maar niet voor de ouders, of de andere migranten”, zegt advocate Selma Benkhelifa. “Daarom moet je het ook over ontmenselijking hebben. Het enige wat die migranten kregen, was een bevel om het grondgebied te verlaten. En we moeten het over racisme hebben. Nooit waren deze mensen zo behandeld geweest bij de dood van hun kind, als het geen migranten waren.”

Ook dat wil Kennes vandaag rechtzetten. “Ik betreur het dat men hier een politiek proces van wil maken. Er waren verschillende onwaarheden in hun pleidooien, waarin de nuance ook volledig verloren gaat. De vader van mijn cliënt migreerde zelf ooit naar België om hier in de mijnen te komen werken.”

Op deze tweede procesdag zal de vordering van het openbaar ministerie aan bod komen, net als de pleidooien van de drie beklaagden: de agent, de vermoedelijke smokkelaar en de vermoedelijke bestuurder. Die twee laatste ontkennen hun rol volledig. “Ik ga de rechtbank ervan overtuigen dat er absoluut te weinig juridische bewijzen zijn dat mijn cliënt effectief de bestuurder is”, zei advocaat Dimitri de Béco aan de ingang van de rechtbank.

De vraag is of de twee vandaag dan duidelijk maken wie volgens hen dan wel de smokkelaar en de bestuurder in de bestelwagen waren. Daarover hebben ze tot nu toe niets gezegd, terwijl ze nochtans een zware straf riskeren, tot dertig jaar, voor de belemmering van het verkeer met de dood tot gevolg. Bovendien staan ze ook terecht in een tweede proces over mensensmokkel. Waarom praten ze dan niet? 

“Misschien omdat ze het simpelweg niet weten, maar misschien zijn ze ook banger voor de echte smokkelaars dan voor een mogelijke straf. Dat mag geen reden zijn om hen te veroordelen.”