Proces-Mawda opgeschort tot 10 december, één jaar cel geëist tegen agent die haar dood veroorzaakte

Themabeeld. ©  EPA-EFE

De correctionele rechtbank in Bergen heeft dinsdag de zaak van peuter Mawda, die omkwam bij een politieachtervolging van een bestelwagen met migranten, opgeschort tot 10 december. De openbaar aanklager eist één jaar cel met uitstel tegen Victor J.G., de agent die haar dood heeft veroorzaakt.

Mark Eeckhaut

Op 10 december zullen de advocaten pleiten van de twee andere beklaagden in de zaak, die in de cel zitten. Zij worden vervolgd voor kwaadwillige belemmering van het verkeer, met de dood tot gevolg, en gewapende weerspannigheid. Er wordt tien jaar geëist tegen de chauffeur van het busje, en zeven jaar tegen de mensensmokkelaar.

Na Laurent Kennes, de advocaat van politieagent Victor J.G. die het dodelijke schot loste had dinsdag de advocaat van de Belgische staat het woord, de werkgever van de politieagent. Volgens de burgerlijke partijen is de staat betrokken bij het drama vanwege het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Maar de staat staat in dit proces niet zelf terecht, wel is ze een partij omdat ze burgerlijk verantwoordelijk is voor de politieman, ongeacht de strafrechtelijke kwalificatie tegen hem. ‘De staat komt in ieder geval tussenbeide om de burgerlijke partijen te vergoeden als de politieman veroordeeld wordt’, aldus de advocaat.

‘Hij schoot niet om te doden’

De openbaar aanklager was tijdens haar strafeis hard in haar woorden voor Victor J.G.. ‘Hij deed iets wat hij niet beheerste en wat hij nooit eerder had gedaan: schieten vanuit een zigzaggend voertuig om de band van een ander voertuig lek te schieten. Bij nacht nog wel. In zulke omstandigheden schiet je niet. Alle andere politiemensen die we verhoorden in de zaak, zegden dat ze dat nooit gedaan zouden hebben. Ze zeggen dat ze er zelfs nooit aan gedacht hadden. Maar hij deed het wel.’

Toch heeft de aanklager niet de maximumstraf geëist voor onopzettelijke doding, die is twee jaar cel. Ze twijfelde ook niet aan de intenties van de agent. Er is volgens haar geen sprake van doodslag, zoals de advocaten van de familie pleiten. ‘Er is geen enkel objectief element in het dossier dat zijn versie tegenspreekt. Hij wilde het voertuig stoppen. Hij schoot op de banden, niet om te doden. Een onverhoedse beweging van het busje en de politieauto veranderde het traject van het schot. Maar dat praat zijn daad niet goed. Hij gebruikte geen proportioneel geweld, zoals van een agent verwacht mag worden.’

Geen schuldinzicht, volgens aanklager

De aanklager beschreef de tocht van 70 kilometer die het busje aflegde, die met 27 transmigranten over de E42 raasde zonder te willen stoppen. ‘Het busje zigzagde en reed bijna een andere bestelwagen aan. Iemand sloeg de achterruit stuk en er werden voorwerpen naar buiten gegooid. Koffers, slaapzakken. Twee kinderen werden door de ramen getoond aan de politiemensen die achtervolgen.’

De achtervolgende politiemensen zagen wat er gebeurde en beslisten om de bestelwagen ruimte te laten en meldden dat op hun radio.

‘Het klopt dat er die nacht een communicatieprobleem was tussen de agenten van Namen en die van Bergen, waartoe agent J.G. behoorde. Maar ik ben ervan overtuigd dat hij wel wist dat er minstens één kind in de bestelwagen zat. Dat heeft hij zelf toegegeven in een verhoor aan het Comité P.’

De aanklager had kritiek op het gedrag van de agent, die volgens haar nooit schuldinzicht toonde. ‘Hij heeft altijd naar anderen gewezen, hij heeft nooit zelf zijn verantwoordelijkheid genomen.’ Ze tilde er ook zwaar aan dat hij niet meteen na de feiten heeft gezegd dat hij geschoten had.