Direct naar artikelinhoud
Zaak-Djalali

‘Het is nooit toeval bij Iran’: Iraanse VUB-professor wordt mogelijk gebruikt als pasmunt in terreurproces

De Iraans-Zweedse VUB-prof Ahmadreza Djalali.Beeld RV

Enkele dagen voor in Antwerpen het proces start tegen vier Iraniërs kwam er een verontrustend telefoontje van Ahmadreza Djalali, de VUB-prof die in Iran wacht op de doodstraf. ‘Toeval? Het is nooit toeval bij Iran.’

Dinsdagochtend gaat in Stockholm de telefoon bij Vida Mehrannia (46), de vrouw van Ahmadreza Djalali (49). Twee keer per week hoort het koppel elkaar via de telefoon, korte gesprekjes, van niet meer dan twee minuten.  Dit keer klonk het als een afscheid.

Djalali is een Iraans-Zweedse wetenschapper, in ons land als gastprof verbonden aan de VUB, die in 2016 in Iran werd gearresteerd. Vermoedelijk na een bekentenis onder foltering werd hij ter dood veroordeeld voor spionage. Sindsdien zit hij in de gevangenis van Evin, ook wel ‘Evin Universiteit’ genoemd, wegens het groot aantal intellectuelen dat er vastzit.

“Hij zei dat hij was overgebracht naar de 209-sectie van Evin, waar hij nu in eenzame opsluiting zit”, zegt Mehrannia aan de telefoon. De 209-vleugel is berucht en zou onder controle staan van de Iraanse inlichtingendienst MOIS. “Daarna zouden ze hem overbrengen naar een gevangenis in Karaj, met het oog op zijn executie. Onze zoon is nog maar 8 jaar oud. Ahmed zei dat ik hem moet vertellen dat het een verkeersongeluk was.”

Vida Mehrannia met een foto van haar echtgenoot Djalali en hun zoontjeBeeld Rosie Alm

Djalali’s advocaat in Iran zou in de Nevin-gevangenis de officiële opdracht hebben gelezen aan het comité dat in staat voor de strafuitvoering, om hem binnen de week te executeren. Amnesty International en mensenrechtenexperts van de Verenigde Naties hebben zich meteen publiekelijk verzet tegen de Iraanse plannen.

Verijdelde aanslag

Na de Zweedse minister van Buitenlandse Zaken liet ook Sophie Wilmès (MR) woensdag van zich horen. “Er is in een telefoongesprek met de Iraanse ambassadeur in Brussel duidelijk opgeroepen om eventuele plannen voor de executie van Djalali te staken”, zegt haar woordvoerder.

In de Kamercommissie Buitenlandse Betrekkingen vroeg N-VA-parlementslid Darya Safai de minister om verder te gaan. “Maak Iran nu duidelijk dat zoiets gevolgen heeft voor onze relatie en we dan onmiddellijk de ambassadeur uitwijzen”, zegt Safai. “Ze moeten op voorhand weten dat we het menen.”

Iran zet Djalali een stap dichter bij de galg, net twee dagen voor een belangrijke terreurzaak tegen vier Iraniërs. Vrijdag start in Antwerpen het proces tegen het koppel Amir S. en Nasim N., dat jarenlang een anoniem leven in Wilrijk leidde en in 2018 met de hulp van diplomaat Assadollah A. een bomaanslag wilde plegen op een grote Free Iran Rally in Frankrijk. De aanslag werd op het laatste nippertje verijdeld. 

Uit een nota van de Staatsveiligheid blijkt dat Assadollah A. geen echte diplomaat was, maar in werkelijkheid een geheim agent van de MOIS. Hij is in Duitsland tegengehouden en uitgeleverd aan ons land. Begin dit jaar gaf hij aan te willen spreken met de speurders. Hij ging niet over tot een bekentenis, maar zei dat er gewapende groeperingen klaarstaan om tot actie over te gaan indien de uitspraak van de Belgische rechtbank ongunstig zou zijn en hij veroordeeld zou worden. Volgens zijn advocaat is dat geen dreigement. 

Toeval? 

Is het dan toeval dat er uitgerekend nu onrustwekkende berichten over Djalali komen? “Het is nooit toeval bij Iran”, zegt Claude Moniquet, voormalig Frans geheim agent. Moniquet bracht in het verleden een boek uit over Iran en komt als terreurexpert aan bod op het proces vrijdag. 

“Zo doen Iraniërs dat: nooit expliciet. Maar ze maken heel duidelijk dat er een prijs te betalen is.”

Volgens Moniquet heeft Iran de laatste twee jaar druk uitgeoefend op Duitsland om de uitlevering van Assadollah A. aan België tegen te houden. Dat was diplomatieke en commerciële druk, want Duitsland is een van de belangrijkste handelspartners van Iran. Vervolgens kwam er druk op Frankrijk, met de arrestatie en opsluiting van een Frans-Iraanse antropologe in 2019, ook in de Evin-gevangenis.

“Iran heeft een buitenlandpolitiek die erin bestaat om mensen op te sluiten in hun gevangenissen, en hen vervolgens cynisch als pasmunt te gebruiken”, zegt Rik Vanreusel, die vrijdag optreedt als advocaat voor burgerlijke partijen op het terreurproces. “Dit is gewoon de druk opvoeren, vlak voor het proces, zeker als je het koppelt aan de eerdere uitlatingen van A..”

Ruildeal

Intussen was er volgens sommige media in het verleden sprake van een deal waarbij België Djalali in ruil krijgt voor de overbrenging van Assadollah A., en eventueel het koppel dat in Wilrijk woonde. Geen geheel onrealistisch scenario, gezien eerdere ruilen met landen als de Verenigde Staten, Canada en Frankrijk. Woensdag liet Iran een Brits-Australische onderzoekster vrij, in ruil voor drie Iraniërs. 

Binnen de regering bevestigt niemand de geruchten over een mogelijke ruildeal, bijvoorbeeld na de veroordeling. “De rechtsstaat is geen voddenmarkt”, klinkt het op het kabinet Justitie. “Over onze principes valt moeilijk te negotiëren. Dit proces gaat over feiten die niet min zijn, over internationaal terrorisme.”   

Bovendien is Djalali geen Belgisch onderdaan. Ook Amnesty wil de terreurzaak en de Djalali-case liever niet vermengen. “Mensenrechtenschendingen staan op zich, en kunnen niet in een ruil gebracht worden.”

Maar dat ligt anders voor de vrouw van Djalali. “De VS deden al veel ruilen in het verleden, maar in de EU werkt het anders”, zegt Mehrannia. “Ik hoop dat ze in rekening brengen dat mijn man in gevaar is. We moeten zijn leven redden.”

Twitter bericht wordt geladen...