“Kerst was dat sprankeltje hoop”: waarom Kerstmis kunnen vieren deze keer nog belangrijker is dan andere jaren

 ©  ss

Waarom is Kerstmis kunnen vieren deze keer nog belangrijker dan andere jaren? Kunnen we er toch iets van maken? Via een kerstboom uit 1891 vinden we antwoorden. “Het worden de feesten van het geduld.”

Tekst Hans-Maarten Post

“It’s beginning to look a lot like Christmas is getting cancelled too.” Die alternatieve kerstwens vind ik op de site van een hippe kaartjesmaakster. Op de dag dat premier Alexander De Croo ons een eerste keer laat wennen aan het idee dat Kerstmis er dit jaar helemaal anders zal uitzien. De dag ook waarop cijfers vertellen dat één derde van de Vlamingen niet van plan is om zich aan strenge kerstregels te houden. Later diezelfde dag drukt opperviroloog Steven Van Gucht ons op het hart om de drie kussen dit jaar toch vooral achterwege te laten, ons en passant ook wijzend op het bestaan van vuurkorven en terrasverwarmers.

Een golf van opkomende neerslachtigheid counterend, ga ik op zoek naar schoonheid – op het net, of hoe moet dat anders in museumarme lockdowntijden – en valt mijn oog op een schilderij uit 1891. De woonkamer van de Deense schilder Viggo Johansen. Een tafereel dat niet alleen tot mijn verbeelding spreekt, zo blijkt, want het heeft zijn weg al gevonden naar T-shirts, totebags, ja, zelfs fleecedekentjes. Wie voelt er níét iets bij dit stukje ongerept kerstgeluk, bij die warme huiskamer waarin alle wereldse zorgen zo ver weg lijken? (Op die van de mannen in de familie na dan die, zo beeld ik mij in, de vrieskou verbijtend buiten hout staan te kappen.) Gewoon wat dansen rond de boom. Meer dan honderd jaar geleden stond die kerstboom er dus ook al. En was Kerstmis een bijzonder moment. Ligt het daarom zo gevoelig? Omdat we het altijd zo gedaan hebben, en we ons dat ritueel van Kerstmis absoluut niet willen laten ontnemen?

“Rituelen zijn belangrijk”, beaamt Joanna Wojtkowiak, docent aan de Utrechtse Universiteit voor Humanistiek, en gespecialiseerd in rituelen. “Ze hebben een sociale functie. Ze brengen mensen samen en kunnen zo een belangrijk moment, of een overgang, markeren. Kerst is, ook voor wie niet religieus is, een onlosmakelijk onderdeel van onze cultuur geworden.”

“Het bijzondere aan een ritueel is dat je er iets mee kunt transformeren. Iets verdrietigs kun je transformeren tot iets hoopgevends. Daarom ligt Kerstmis dit jaar zo gevoelig. Mensen hadden gehoopt dat het dit trieste coronajaar zou kunnen transformeren. Kerst was dat sprankeltje hoop om toch nog het jaar met elkaar op een mooie manier te kunnen afsluiten. Nu het erop lijkt dat we dat niet zullen kunnen doen, veroorzaakt dat boosheid en frustratie. Het is de zoveelste samenkomst die niet kan doorgaan, het zoveelste ritueel – klein of groot – en daar worden mensen erg door gefrustreerd. Er is al zoveel dat niet mag, en Kerstmis wordt daar nu het symbool van.”

Geen zwakkere editie

Wat dan wel? Jean Paul Van Bendegem, huisfilosoof van Iedereen beroemd, levert een voorzet. “Wat mij in deze coronatijden geruststelde, is dat digitale media het fysieke contact niet kunnen vervangen. Elkaar omhelzen via digitale media? Het werkt niet. En een Zoomvergadering is geen vervanging. Als we daar nu eens van zouden vertrekken? De kerst die we nu gaan meemaken, is geen vervanging. Geen zwakkere editie. Het is eerder iets wat te maken heeft met iets wat we compleet kwijt zijn: geduld. Ik zou de eindejaarsfeesten willen omschrijven als de feesten van het geduld. We moeten wachten. Maar wachten vinden we verschrikkelijk. Dus: hoe maken we dat wachten aangenaam? Want we hebben toch een vooruitzicht? Het moment gaat komen dat we in de wachtkamer zitten, dat de deur opengaat en er wordt geroepen: de volgende! En dat we aan de beurt zijn, voor dat vaccin.”

Glade jul, of Gelukkig kerstfeest volgens de Deense schilder Viggo Johansen. Een stukje ongerept kerstgeluk uit 1891. ©  Alamy Stock Photo

“Focussen we op het ongeduld, dan gaan we natuurlijk letten op de tekorten. Op wat ontbreekt. Op wat er niet is. Daar waar de kwestie eerder zou moeten zijn: we zitten allemaal samen in de wacht-kamer, dus hoe brengen we die tijd door? Gaan we doen wat daar meestal gebeurt? Iedereen die voor zich uit zit te kijken? Of begint er toch iemand te babbelen, waarop de rest er zich bij aansluit, en de wachttijd plots veel korter lijkt te worden?”

“We zouden heel wat kunnen leren. Waarom zou deze kerstperiode geen periode van bezinning kunnen zijn? In mei ’68 was een van de slogans: on arrête tout et puis on réfléchit. We leggen alles stil en we denken eens na. Wat zijn we aan het doen? Zijn we wel goed bezig? Ik stel voor om die slogan te hernemen. Als we toch in de wachtkamer zitten, kunnen we evengoed eens nadenken. En dan krijgt Kerstmis iets van de oorspronkelijke sfeer terug. Als een moment van bezinning. En dan kan Nieuwjaar werkelijk het feest van de hoop zijn. En kunnen de voornemens die we op oudejaarsavond uitdrukken, voor één keer echt zijn.”

Tijden van alleen zijn

Via Het Zoekend Hert, het Antwerpse filosofiehuis dat via een kunst- en lezingenproject de vraag stelt met welke filosofie we verder kunnen in deze tijden, vinden we Katrien Schaubroeck, docente wijsbegeerte aan de Universiteit Antwerpen. Ze vertelt over een grappige kersttweet van Jogchum Vrielink, professor rechten: We gaan terug naar de bron. Coronaproof kerst vieren in open lucht, onder de sterrenhemel, bij een halfopen stal, in gezinscontext. “Er is een element in het oorspronkelijke kerstverhaal waar we niet meer bij stilstaan: hoeveel deuren er ook gesloten blijven, hoe uitzichtloos het ook kan zijn, toch kondigt zich altijd nieuw leven aan. Het leven blijft doorgaan en zegeviert op de duisternis. Ik denk dat op die manier Kerstmis goed past bij deze tijden van alleen zijn, tegen wil en dank. In het kerstverhaal was het ook niet de bedoeling dat ze alleen zouden zijn. En toch was er een bron van vreugde. Ik kijk eigenlijk uit naar deze kerst, met mijn gezin. Het zal een bijzondere kerst worden, waarbij er veel keuzes voor een keer níét gemaakt moeten worden.”

Vervolgens haalt ze er Martin Buber bij, een Joods mystiek denker. “Hij stelde dat de wereld van de relaties veel belangrijker is dan de wereld van de ervaringen. We zijn als mens nogal gericht op het opdoen van zo veel mogelijk ervaringen. Maar wat het leven echt zin geeft, zijn relaties. We hebben een diep verlangen om ons verbonden te voelen. En dat kan in deze coronatijden nog altijd. Het zou zelfs kunnen dat we ons, net omdat we níét met oma en opa of andere familieleden aan tafel kunnen zitten, des te meer met hen verbonden voelen.”

En dan wil ze toch ook nog wijzen op de écht eenzamen in de samenleving. “Deze coronatijden bieden dé uitgelezen context om ook met hen contact te zoeken. Er zijn genoeg speciale internetplatformen die dat mogelijk maken. Aandacht is daarbij het belangrijkste, zoals schrijfster en filosofe Iris Murdoch stelde. Je houding is belangrijker dan het feit dat je naast hen zit. Aandacht is een geschenk dat je kunt geven, ook in coronatijden. En door het gevoel van verbondenheid krijg je er zelf een mooi geschenk voor terug.”

We kijken nog eens naar die kerstboom in Kopenhagen, uit 1891. Het is een geruststellende. Ook volgend jaar zal er Kerstmis zijn, zoals er in al die jaren volgend op 1891 ook een Kerstmis is geweest. En al die jaren volgend op die Kerstmis van 2020 zullen we terugdenken aan die ene bijzondere. Die zo anders geweest zal zijn dan alle andere, die uiteindelijk allemaal een beetje op elkaar zijn gaan lijken. Als we met die optimistische gedachte onze computer willen afsluiten, valt ons oog op een persbericht van een Zweedse meubelgigant, waarin toegelicht wordt hoe 2020 het jaar was waarin we het leven thuis hebben heruitgevonden. Wat als 2020 nu ook eens het jaar is waarin we Kerstmis heruitvinden? Te beginnen bij gewoon een keertje dansen rond die boom. Met onze bubbel. 

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer