Openbaar ministerie vordert tien jaar cel voor Melikan Kucam

Melikan Kucam staat samen met negen anderen terecht. ©  belga

In het proces rond voormalig Mechels N-VA-gemeenteraadslid Melikan Kucam vraagt het openbaar ministerie tien jaar cel en 2.500 euro geldboete per slachtoffer. Zijn advocaten hebben echter vertrouwen in hun zaak. ‘Het openbaar ministerie kan geen enkel bewijs aanleveren voor de schuld van mijn cliënt.’

edm, yd
Bron: Belga

Melikan Kucam staat samen met negen anderen terecht in Antwerpen voor feiten van mensensmokkel, passieve omkoping en criminele organisatie in een dossier rond fraude met humanitaire visa.

De 46-jarige Kucam pleit onschuldig, hoewel het openbaar ministerie meent dat er sprake was van onregelmatigheden bij het toekennen van humanitaire visa aan een groot aantal christenen uit het oorlogsgebied in Syrië, die mede door Kucam op een lijst waren gezet voor zo’n visum. Kucam zou 219 mensen tegen betaling aan een visum geholpen hebben en 96 van hen zijn niet in België gebleven, wat in strijd is met de voorwaarden van het visum.

De procureur vordert tien jaar cel voor Kucam, een geldboete van 2.500 euro per slachtoffer en levenslange ontzetting uit politieke rechten. Voor negen medebeklaagden, onder wie zijn zoon en echtgenote, worden celstraffen tot zes jaar geëist. De procureur vraagt ook de verbeurdverklaring van 522.500 euro, de minimale opbrengst van de fraude voor de familie Kucam.

Zijn advocaten Mounir Souidi en Walter Damen stelden bij aankomst aan de rechtszaal vertrouwen te hebben in de zaak. ‘Het openbaar ministerie kan geen enkel bewijs aanleveren voor de schuld van mijn cliënt’, meent meester Souidi. ‘De vrijspraak zou een logisch gevolg zijn.’

‘We zullen de zaak bepleiten, we hebben daar uitvoerige conclusies over gemaakt en bijna alles tot alles wordt betwist’, stelt meester Damen. ‘Ik denk vooral dat het hele systeem van humanitaire visa een bijzonder raar systeem was, dat heel slecht onderbouwd is. Ik heb het gevoel dat mijn cliënt daar de schuld voor krijgt, terwijl hij niets verkeerds heeft gedaan als men het wettelijk bekijkt.’

Maandag komen het openbaar ministerie en de burgerlijke partijen aan het woord, woensdag volgt in principe de verdediging.