Direct naar artikelinhoud
Economie

Wie vanaf vandaag wil gaan shoppen, zal zich goed moeten informeren

Social distancing in Brussel, de dag voor de tweede lockdown. De maatregelen, nu de winkels weer opengaan, verschillen van stad tot stad.Beeld Klaas De Scheirder

Wie vanaf vandaag wil gaan shoppen, zal zich goed moeten informeren. De manier waarop lokale besturen de heropening van winkels aanpakken, verschilt sterk van stad tot stad. 

Het was bij vele lokale besturen de afgelopen dagen alle hens aan dek om klaar te zijn voor de heropstart van de niet-essentiële winkels. De federale regering had begin vorige week wel contact opgenomen met de gouverneurs om hen op de hoogte te brengen dat de winkels mogelijk weer de deuren zouden openen, zodat zij zich al samen met de burgemeesters konden voorbereiden. Toch kwam de beslissing om volledig te heropenen, en dus niet enkel te openen op afspraak, voor heel wat lokale besturen nog als een verrassing. Een volledige heropening impliceert namelijk ook dat er aan crowd control gedaan moet worden in de hele stad.

De federale overheid legde ook enkel het kader vast. Winkelen moet alleen, tenzij je hulp nodig hebt, en moet kort, maximaal een half uurtje. In de winkel mag slechts één klant per 10 vierkante meter aanwezig zijn. Maar hoe alles concreet in goede banen geleid moet worden, is de verantwoordelijkheid van de lokale besturen.

En hun maatregelen verschillen nogal, blijkt uit een rondvraag bij een aantal steden. De ene stad maakt een groot aantal straten verkeersvrij, de andere werkt met een tel- en meetsysteem op basis van wie in de parkeergarages staat. Antwerpen bijvoorbeeld zweert ook bij het aanduiden van looprichtingen in zijn winkelgebied. Terwijl Gent daar net vanaf stapt. Omdat het moeilijk af te dwingen is, stelt schepen van Middenstand Sofie Bracke (Open Vld). “Dat hebben we geleerd in mei, dat mensen zich daar nogal moeilijk aan houden. Dus in de praktijk heb je veel handhavers nodig die voortdurend op mensen lopen te vitten. Dat is niet houdbaar. Wij kiezen er voor om met een sluissysteem te werken op de grote assen.”

Verwarrend

Dat de aanpak van steden soms erg verschilt, kan het voor wie wil shoppen verwarrend maken. Maar meer coördinatie van bovenaf was niet aangewezen, meent Nathalie Debast, woordvoerder van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). “De lokale situatie is vaak zo specifiek dat je onmogelijk maatregelen van bovenaf kunt opleggen”, meent ze.  “Wat nodig is, hangt bijvoorbeeld af van hoe breed de straten zijn of hoeveel uitlopers er aan een hoofdstraat zijn. Soms is het nodig om een rij parkeerplaatsen weg te nemen om zo meer ruimte te creëren. Daar heeft enkel een lokaal bestuur zicht op.”

Toch kijken de lokale besturen ook naar de federale overheid voor meer ondersteuning. Bart Tommelein, Open Vld-burgemeester van Oostende, vroeg afgelopen weekend om te voorkomen dat er overvolle treinen naar zijn stad kwamen.  De NMBS laat echter weten dat ze zich houden aan de eerder genomen voorzorgsmaatregelen. Wat wil zeggen: voldoende treinstellen waardoor een betere spreiding van de reizigers mogelijk is en het geregeld poetsen en ontsmetten van stations en treinen. Bij grote drukte zullen mensen maar mondjesmaat toegelaten worden op de perrons, om te voorkomen dat de treinen overvol komen te zitten.

Maar de gratis railpasritjes opschorten, zoals de West-Vlaamse provinciegouverneur Carl Decaluwé afgelopen weekend vroeg, daar is voorlopig geen sprake van. “Nog niet besproken”, klinkt het bij de NMBS. Reizigers worden wel aangeraden om via de app MoveSafe zelf te checken hoe vol de treinen zitten.