Ouderwetse gelatinetaarten maken een comeback (maar zien er nu te mooi uit om op te eten)

Gelatinetaarten zijn trending. Echt waar: met 83.652 hits voor de hashtag #jellycake veroveren ze Instagram. De naam doet je misschien denken aan een vieze, ouderwetse drilpudding, maar wacht tot je ze ziet, want deze jellycakes lijken in niets op wat ze ooit waren.

What you see is what you get. Een jellycake is niets meer of minder dan een in een mal opgesteven homp gelatine. Die homp dient als basis, een blanco canvas waarin gekleurde gelatine met fruitsmaakjes worden geïnjecteerd. Die geïnjecteerde gelatine wordt minutieus over de basismassa verdeeld tot zich het gewenste patroon vormt. Van bloemenperkjes tot visvijvers of dromerige wolken, alles kan.

Een van de grote voortrekkers is Lexie Park. Noem haar gerust een Amerikaanse jellycakepionier. Na een quarterlifecrisis zei ze haar leven in de modesector vaarwel en sloeg ze aan het kokkerellen. Een bevriend patissier leerde haar de kneepjes van het vak en wat begon als een onschuldig kunstprojectje groeide al snel uit tot een heuse business. 

Met haar cakebedrijfje Nünchi bakt Park vandaag zo’n 200 jellycakes per maand in haar privékeukentje. De link met fashion – haar eerste passie – is nooit ver zoek. Zo bakte Park al taarten voor Nike en scheermesjesproducent Billie en zitten er nog meer samenwerkingen met modemerken in de pijplijn. Wij zijn alvast fameus onder de indruk.