Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Hoe waar moet waargebeurde fictie zijn?

De verhaallijn van onder andere Margaret Tatcher in de serie 'The Crown' zou volgens critici gedramatiseerd zijn en niet stroken met de werkelijkheid.Beeld Netflix

Is The Crown feit of fictie? Feit is dat de fictie in de Netflix-reeks over het Britse koningshuis nu en dan de boventoon voert. Nemen de kijkers dan alles wat in The Crown gebeurt voor waar aan? En welke verantwoordelijkheid hebben filmmakers in tijden van fake news ten opzichte van de werkelijkheid?

“Ik denk dat we de morele verantwoordelijkheid hebben om te zeggen: ‘Wacht even, mensen, dit is geen drama-documentaire, we maken een drama.’ Dat zijn twee verschillende dingen.” Dat zei Helena Bonham-Carter, die in het derde en vierde seizoen van The Crown de rol van Prinses Margaret vertolkt, in de officiële podcast van de reeks. Daarmee echoot ze de oproep van Brits minister van Cultuur Oliver Dowden, die Netflix opriep om voor elke episode een disclaimer te plaatsen. “Anders ben ik bang dat de generatie kijkers die deze tijd niet bewust heeft meegemaakt de getoonde gebeurtenissen voor echt aanneemt”, stelde hij in The Mail on Sunday.

Het vierde seizoen van The Crown wordt veel besproken, net omdat de makers zich heel wat creatieve vrijheid permitteren: in de verhaallijnen over prins Charles, zijn voormalige echtgenote Diana en premier Margaret Thatcher, zou de dramatisering van bedenker Peter Morgan te veel afwijken van de werkelijke geschiedenis. Onder andere de prinsen William en Harry zouden ongelukkig zijn met het portret van prins Charles in The Crown.

Historische accuraatheid is vaak een bron van discussie en controverse bij films en series die zich “baseren” of “inspireren” op waargebeurde verhalen. Soms is die kritiek wat overdreven: er zijn altijd wel kenners van de Tweede Wereldoorlog die zich ergeren aan het feit dat Inglourious Basterds, waarin Hitler wordt neergeschoten in een Franse bioscoop die nadien afbrandt, geschiedkundig gezien weinig “correct” is. Maar hoe verder het verhaal in het verleden ligt, hoe meer vrijheden film- en tv-makers zich kunnen permitteren. “Maar hoe dichter het verhaal bij de hedendaagse realiteit staat, hoe moeilijker”, vindt professor Film- en Mediastudies Stijn Joye (UGent). “De betrokkenheid van het publiek is dan ook veel groter.”

Zo dekten de makers van het Oscargenomineerde Vice, over voormalig Amerikaans vice-president Dick Cheney, zich op voorhand in tegen historische kritiek. “Het volgende is een waar verhaal”, leest een pancarte aan het begin van de film. “Of toch zo waar mogelijk, aangezien Dick Cheney bekend staat als één van de meest geheimzinnige leiders in de geschiedenis. But we did our fucking best.”

Toch was Cheneys dochter niet te spreken over de film. Facebook-oprichter Mark Zuckerberg liet zich over The Social Network, waarin hij wordt geportretteerd als een gefrustreerde, eenzame sociopaat, dan weer ontvallen dat hij liever zou hebben dat “niemand een film over mij maakt terwijl ik nog leef”. Er zijn nog voorbeelden. Edward Shirley, de broer van de zwarte pianist Donald Shirley, vond de portrettering van die laatste in het Oscarwinnende Green Book “kwetsend”, en omschreef de film als “een symfonie van leugens”. Joye: “Voor betrokken personen is het heel duidelijk wat feit is, en wat fictie. Maar voor hen is het dan ook moeilijk als de kijkers dat onderscheid niet kunnen maken.”

Samenzwering

Zeker in tijden waarin fake news hoogtij viert, kunnen films die een loopje nemen met de werkelijkheid een verkeerd beeld van de geschiedenis schetsen. Toch, zo zegt Joye, mag je het kijkpubliek niet onderschatten. “Kijkers kunnen heus wel beseffen dat ze naar een gefictionaliseerde versie kijken.” Dat blijkt deels ook uit onderzoek. Historici zijn het erover eens dat Lee Harvey Oswald, de moordenaar van de Amerikaanse president John F. Kennedy, alleen handelde. Maar in het bijna dertig jaar oude JFK wordt gesuggereerd dat Kennedy het slachtoffer werd van een samenzwering, waarbij ook zijn vice-president en opvolger Lyndon B. Johnson betrokken zou zijn.

Maar op de mening van het Amerikaanse publiek (dat sowieso behoorlijk ontvankelijk blijkt voor zulke complottheorieën) lijkt JFK weinig impact te hebben gehad. Het Amerikaanse onderzoeksbureau hield van 1963, toen Kennedy werd vermoord, tot 2001 een bevraging over de moord op de president. In 1983 geloofde 74 procent van de Amerikanen dat JFK het slachtoffer was van een samenzwering, schreef The Guardian vorig jaar. In 1992, een jaar na de release van JFK, was dat licht gestegen, tot 77 procent. In 1993 stond het al terug op 75 procent: de impact van de film lijkt verwaarloosbaar.

Als er een effect is op de perceptie van het publiek, hoeft die overigens niet negatief te zijn. Je kunt immers evengoed aanvoeren dat een serie als The Crown de geschiedkundige honger van het brede publiek aanwakkert. “Zolang historici publiekelijk kunnen antwoorden (wat we en masse doen), zijn deze films een hulp, en geen belemmering, in het stimuleren van de publieke fascinatie met ons verleden”, tweette geschiedkundige Greg Jenner vorig jaar.

Bovendien hebben film- en tv-makers een luxe die historici, biografen en journalisten niet hebben: die van de creatieve vrijheid. “Er hangt veel af van het genre”, zegt Joye. “Een dramaserie als The Crown is geen nieuwsprogramma of documentaire. Als dat duidelijk is, zie ik geen probleem met zulke creativiteit.” Of, zoals Aaron Sorkin, de scenarist van The Social Network en het fel gedramatiseerde Steve Jobs, het destijds verwoordde in New York Magazine: “Ik wil niet dat mijn loyaliteit bij de werkelijkheid ligt, maar bij het vertellen van een goed verhaal.”