Bangladesh verhuist Rohingya-vluchtelingen naar onbewoond eiland

Momenteel verblijven er meer dan een miljoen vluchtelingen in Cox’s Bazar, een overbevolkt vluchtelingenkamp in Bangladesh voor leden van de Rohingya, een moslimminderheid die in hun thuisland Myanmar vervolgd wordt door het leger. Met de overbrenging van duizenden inwoners van het kamp naar Bhasan Char, een eiland in de Golf van Bengalen op verscheidene uren varen van het vasteland, hoopt Bangladesh de druk op Cox’s Bazar te verlichten.

Mensenrechtenorganisaties proberen de verhuis een halt toe te roepen. Het eiland rees amper 20 jaar geleden boven de zeespiegel uit, is onbewoond, gevoelig voor overstromingen en ligt in een gebied waar regelmatig cyclonen voorbijrazen. Bovendien kregen de Verenigde Naties geen toestemming om eerst een veiligheidsevaluatie uit te voeren. De VN laten in een verklaring weten dat ze slechts “beperkte informatie” kregen over de verhuis en dat ze niet betrokken werden bij de voorbereidingen. Bovendien mochten ze ook niet spreken met de 300 vluchtelingen die eerder dit jaar op het eiland werden geplaatst.

Mohammed Shamsud Douza, vice-commissaris voor vluchtelingenzaken bij de Bengalese overheid, deelt mee dat er op het eiland huizen werden gebouwd voor 100.000 mensen. Zij zullen tijdens het droge seizoen van november tot april worden overgebracht naar Bhasan Char, wanneer de zee kalm is. “We zullen niemand verplichten om ernaartoe te gaan”, vertelde hij aan Reuters, maar hij wilde niet zeggen of er stimulansen werden beloofd. Dat is volgens Reuters wel het geval. Het persagentschap kreeg een lijst met namen onder ogen van vluchtelingen die onder andere cash geld werden beloofd om naar het eiland te verhuizen.

Vandaag werden de eerste families uit het kamp gehaald. Ze worden overgebracht naar een transitcentrum, vooraleer ze naar Bhasan Char vertrekken.

Eerder dit jaar werden al meer dan 300 vluchtelingen naar het eiland gebracht, nadat ze hadden geprobeerd om Bangladesh te ontvluchten en per boot naar Maleisië te reizen. Uiteindelijk brachten ze maanden door op zee vooraleer ze werden opgepikt. Ze beweren dat de autoriteiten hen tegen hun wil op het eiland vasthouden en dat hun mensenrechten geschonden worden. Verscheidene bewoners gingen al in hongerstaking, zeggen mensenrechtenorganisaties.