Direct naar artikelinhoud
Executie Djalali

Wilmès belt met Iraanse minister van Buitenlandse Zaken over lot Djalali

Wilmès belt met Iraanse minister van Buitenlandse Zaken over lot Djalali
Beeld Photo News

Minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmes (MR) heeft achter de schermen contact met Iran over de dreigende executie van VUB-gastdocent Ahmadreza Djalali. Dinsdagavond kreeg de advocaat van Djalali het nieuws dat de executie van de ter dood veroordeelde wetenschapper tijdelijk wordt uitgesteld.

Djalali werd nog niet overgebracht van zijn cel in Teheran naar de executiegevangenis in Karaj, zoals eerder gevreesd. Het is onduidelijk of dat het gevolg is van diplomatische druk van België en andere Europese landen. Woensdagochtend vond er wel telefonisch contact plaats tussen het Belgisch ministerie van Buitenlandse Zaken en het Iraanse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat werd gecommuniceerd via het Twitteraccount van het Iraanse Ministerie van Buitenlandse Zaken. In het Twitterbericht staat dat minister Wilmès de aanslag op de Iraanse wetenschapper Mohsen Fakhrizadeh veroordeelt. De Iraanse atoomwetenschapper stierf vorige week na een aanslag nabij Teheran.

Daarnaast is er volgens het Iraans ministerie ook gesproken over andere consulaire kwesties. Elke Pattyn, de woordvoerder van minister Wilmès, bevestigt dat er vanmorgen een gesprek plaatsvond met Mohamamd Javad Zarif, de Iraanse Minister van Buitenlandse Zaken. Ook de zaak-Djalali werd besproken. “Wegens de gevoeligheid van deze zaak kan er inhoudelijk echter niets meegedeeld worden over dat gesprek”, zegt Pattyn. De woordvoerder deelt wel mee dat “België principieel tegen de doodstraf is in het geval van Djalali”. “Verdere communicatie zou in dit proces contraproductief zijn.”

Vida Mehrannia, de vrouw van de ter dood veroordeelde Djalali vroeg België en de EU om meer inspanningen te doen voor haar man. Ahmadreza Djalali zit sinds 2016 in de Iraanse gevangenis nadat hij werd gearresteerd tijdens een werkbezoek in het land. Eind 2017 werd Djalali ter dood veroordeeld wegens spionage. Volgens Amnesty International gebeurde dat “na een uiterst oneerlijk proces”. De mensenrechtenorganisatie liet eerder al optekenen dat Djalali gedwongen werd tot bekentenissen na psychische martelingen.