The New York Times kiest "Zwerveling" van Peter Van den Ende als een van de 25 beste kinderboeken wereldwijd

Elk jaar maakt The New York Times een internationaal lijstje met de 25 beste kinderboeken. Daar prijkt dit jaar landgenoot Peter Van den Ende tussen met zijn eerste boek "Zwerveling", met de Engelse titel "The wanderer". 

"Zwerveling" is een verhaal zonder woorden, met grote gearceerde zwart-wit-tekeningen. Een klein papieren bootje reist als kwetsbaar hoofdpersonage op en onder water langs allerlei fantastische schepsels.

Volgens The New York Times is het een "meesterlijk tekstloos debuut over een papieren bootje op reis naar het onbekende. Met volop gevaar, magie, verrassing en verbazing."  

Peter Van den Ende is bioloog van opleiding en was twee jaar natuurgids op de Kaaimaneilanden in de Caraïben, waar hij bezoekers koraalriffen en mangrovebossen toonde. In zijn vrije uren tekende en schetste hij volop.  "Sommige dieren zijn in het boek terechtgekomen. Ik heb er soms mensvissen of vismensen van gemaakt," zegt Van den Ende. Een andere belangrijke inspiratiebron zijn de 19e-eeuwse gravures bij de verhalen van Jules Verne, waar hij als kind al dol op was.

"Zwerveling" verscheen vorig jaar; het boek werd genomineerd voor de Woutertje Pieterseprijs en kwam ook in een Spaanse, Duitse, Franse en Engelse versie op de markt. Niemand minder dan Shaun Tan, de Australische grootmeester van de surrealistische, tegelijk beklemmende en ontroerende prentenboeken, zei over "Zwerveling" dat het "wonderlijk vreemd en vreemd wonderlijk was, een epische droom in minutieus uitgewerkte details". 

"Mijn bootje van papier is een symbool voor de hoop," zegt Peter Van den Ende in dit gesprek, naar aanleiding van zijn nominatie voor de Woutertje Pieterseprijs:

"Zwerveling" van Peter Van den Ende is uitgegeven bij Querido. Intussen is hij al aan een tweede boek bezig, "Fantasturian", met "de verbeelding als hoofdpersonage".