Direct naar artikelinhoud
InterviewLeonard Mlodinow

‘Zijn ziekte heeft hem juist geholpen’: openhartig boek werpt nieuw licht op Stephen Hawking

‘Zijn ziekte heeft hem juist geholpen’: openhartig boek werpt nieuw licht op Stephen Hawking
Beeld Getty Images

Hoe was het om samen te werken met Stephen Hawking? Leonard Mlodinow vertelt het in zijn nieuwe biografie van de wereldberoemde wetenschapper.

Zijn lichaam kwijnde langzaam weg, maar zijn geest zocht verder naar het begin van het heelal en het einde van zwarte gaten. Ondanks – of dankzij – zijn ziekte, amyotrofische laterale sclerose (ALS), groeide Stephen Hawking uit tot de meest iconische geleerde van zijn tijd. In 2018 is hij op 76-jarige leeftijd overleden. De Amerikaanse fysicus Leonard Mlodinow, die nauw met Hawking heeft samengewerkt, schreef een openhartig boek over het rebelse Britse genie achter die monotone computerstem.

Er bestaat een Hollywood-film over Stephen Hawking en er zijn al eerder biografieën over hem verschenen. Wat maakt uw boek uniek?

“De film vertelt een sprookjesversie, en de biografieën barsten van de feiten, maar ze maken niet tastbaar wie Stephen Hawking als mens was. Ik wil de lezers doen voelen hoe het was om met hem in één kamer te zitten. Hoe hij zijn wenkbrauwen in een vreselijke grimas kon trekken die ‘Nee!’ betekende. Hoe er op zomerdagen een zweetdruppel traag langs zijn hoofd kon lopen. Je kent dat gevoel: akelig, jeukend. Door zijn verregaande verlamming was hij niet in staat om die druppel weg te vegen. Moest ik het dan voor hem doen? Zulke details maken voelbaar uit wat voor situaties zijn leven bestond.”

De Hawking die in tal van anekdotes in het boek naar voren komt, is avontuurlijk. Hij genoot van opschudding, ging voortdurend weddenschappen aan, organiseerde een feestje voor tijdreizigers, dronk champagne en genoot van onverantwoorde boottochtjes en verboden vuurwerk. Had zijn levenslust überhaupt te lijden onder zijn aandoening?

“Volgens mij niet. Ik heb hem van dichtbij meegemaakt en ook zijn vrienden uitvoerig gesproken, onder wie Kip Thorne (natuurkundige en Nobelprijswinnaar, red.). Geen van ons heeft Stephen ook maar één keer kunnen betrappen op zelfmedelijden of onderliggende frustraties over zijn toestand. Hij was natuurlijk een geweldige natuurkundige, maar ik was nog veel meer onder de indruk van hem als mens. Wie van ons zou in zijn situatie zo kunnen gedijen?”

Kunnen we stellen dat zijn ziekte niet slecht heeft uitgepakt voor de wetenschap?

“Dat klinkt bot, maar er zit wel wat in. Ik vroeg hem ooit: ‘Wat zou je hebben bereikt als je nooit ALS had gehad?’ Hij antwoordde: ‘O, die ziekte heeft me juist geholpen.’ Daar had hij een punt. Als theoretisch natuurkundige moet je een bepaald type mens zijn. Je moet je van de wereld kunnen isoleren, wekenlang intens kunnen opgaan in complexe wiskundige vergelijkingen. Stephen had er in zijn jonge jaren moeite mee, hij vond de wereld te leuk. Zijn ziekte maakte allerlei afleidingen onbereikbaar: daardoor kon hij zijn geest op natuurkundige vraagstukken richten.”

Stephen Hawking en Leonard Mlodinow.Beeld Humo

U deinst er in uw boek niet voor terug om ook minder nobele daden en eigenschappen van Hawking te benoemen. Als hij echt ongeduldig werd, kon hij bijvoorbeeld met zijn rolstoel op falende promovendi inrijden. Vond u het moeilijk om zulke anekdotes op te tekenen over een overleden vriend?

“Nee, want Stephen stond achter het ethos van de wetenschapper: de waarheid vertellen. Bovendien geneerde hij zich niet voor zijn karakter. Hij zei bijvoorbeeld dat zijn koppigheid zijn beste eigenschap was. Hij kon erg eigenwijs, ongeduldig en perfectionistisch zijn. We hadden soms gesprekken van twee uur over de formulering van één zinsnede in Het grote ontwerp, het boek dat we samen hebben geschreven. Soms moest ik minutenlang wachten op een antwoord en als zijn stemcomputer eindelijk wat zei, bleek het geen reactie te zijn op de vraag waarmee ik worstelde, maar een verzoek aan zijn assistent om wijn.” (lacht)

U schrijft dat hij waarschijnlijk eenzaam was.

“Ja, ik denk van wel. Hij had altijd verzorgers om zich heen, en hij genoot echt van hun aandacht en vooral ook van hun aanrakingen. Maar zijn verzorgers werden betaald. Hij maakte zelden mee dat er ’s avonds een vriend belde en zei: ‘Kom je een biertje drinken?’ Daarom vond hij het zo leuk als ik bij hem bleef eten, denk ik. Dat heb ik veel gedaan in de periode dat we Het grote ontwerp schreven.”

Wat maakte Hawking bijzonder als wetenschapper?

“Laat ik een voorbeeld geven. Hij had jarenlang verkondigd dat zwarte gaten onmogelijk materie en informatie konden verliezen. Nadat hij zich had verdiept in de kwantummechanica, kwam hij tot een ander inzicht. Niet alleen gaf hij zijn tegenstanders gelijk, hij stelde dat ze nog veel méér gelijk hadden dan ze zelf dachten. Zwarte gaten verliezen namelijk wel degelijk materie, en over vele miljarden jaren beschouwd lopen ze zelfs leeg. Stephen was altijd bereid om triomfantelijk zijn eigen theorieën af te schieten, zolang logica, bewijs of wiskunde dat rechtvaardigden.”

Leonard Mlodinow, Stephen Hawking. Een verhaal over vriendschap en zwarte gaten, Veen MediaBeeld Humo

© HUMO