Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Aantal studenten opleiding ‘buitengewoon onderwijs’ gehalveerd

Beeld ter illustratie. Leerlingen van het buitengewoon lager onderwijs 't Vestje in Lier maken tekeningen voor de rusthuisbewoners.Beeld RV

Het aantal studenten dat de bachelor na bachelor ‘buitengewoon onderwijs’ volgt is in acht jaar tijd bijna gehalveerd. Dat leidt tot minder goed opgeleide leerkrachten in het buitengewoon onderwijs.

Met 840 waren ze, de studenten die in het academiejaar 2011-2012 de bachelor na bachelor ‘buitengewoon onderwijs’ volgden. Vorig academiejaar waren dat er al maar 493 meer.

Eenzelfde verhaal in de opleiding ‘zorgverbreding en remediërend leren’: een daling van 737 studenten in 2017 tot 498 studenten in 2019-2020. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Loes Vandromme (CD&V) opvroeg bij Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA).

De opleidingen zijn bedoeld voor studenten die net afgestudeerd zijn én mensen die al in het veld staan. “Of dat een verschil maakt? Vraag dat maar eens aan de ouders van kinderen die in de problemen komen op school”, zegt Kristof Das, docent in beide opleidingen aan de UCLL. “We zien situaties waar kinderen niet de kansen krijgen waar ze recht op hebben. Op elke meting van de kwaliteit blijkt dat wij de regio zijn met de grootste kloof tussen leerlingen die het moeilijk hebben en zij die een voorsprong hebben. Dan moeten we daar toch wat aan doen?”

De verminderde interesse zorgt er ook voor dat minder hogescholen de opleiding aanbieden. Vier hogescholen hebben de opleiding ‘buitengewoon onderwijs’ stopgezet, twee andere de ‘zorgverbreding’. 

Minister Weyts reageerde in de Commissie donderdag dat de overheid de extra inspanningen van leerkrachten die de opleiding volgen wel degelijk erkent, aangezien het extra diploma leidt tot een extra nettovergoeding van 25 euro per maand.

Zowel Vandromme als Weyts ziet in de opleidingen een belangrijke manier om leerkrachten ook na hun opleiding te blijven bijspijkeren.