Direct naar artikelinhoud
OnderzoekKinderopvang

Baby uit de wieg gevallen, peuter naakt in de tuin: onderzoek legt onbestrafte wantoestanden in Vlaamse crèches bloot

Baby uit de wieg gevallen, peuter naakt in de tuin: onderzoek legt onbestrafte wantoestanden in Vlaamse crèches bloot
Beeld RV

Een baby geforceerd eten geven tot hij kokhalst. Katten laten slapen in de kinderbedjes. Een peuter die in zijn broek heeft geplast spiernaakt in de tuin zetten. Vlaamse crèches kwamen er allemaal mee weg. Het Laatste Nieuws voerde het allereerste grootschalige onderzoek naar mishandeling en wanpraktijken in de opvang. Via de ‘Wet op Openbaarheid van Bestuur’ kon de krant de hand leggen op 2.600 pagina’s aan inspectierapporten. De schokkende conclusie: wie in een Vlaamse kinderopvang aan baby’s of peuters raakt, doet dat vaak ongestraft. 

Op de koude tegelvloer ligt een baby van één jaar oud. Hij krijst. Even voordien lag hij nog in een wiegje dat eigenlijk bedoeld is voor pasgeboren baby’s. De randen zijn veel te laag en onveilig voor een kindje dat al kan kruipen. Het baby’tje slaagde erin om zich recht te trekken, verloor zijn evenwicht en tuimelde vervolgens over de rand van het wiegje een halve meter naar beneden. Nu ligt hij daar. Op een koude vloer en moederziel alleen. Te huilen van de pijn. Zijn oogkas is gezwollen en zijn kaakje gloeit. De baby blijft wenen. Maar niemand komt.

Bovenstaand feit heeft zich afgespeeld in een Antwerpse crèche in mei 2018. Iemand heeft er een klacht over ingediend en de inspectie is de verantwoordelijke van de kinderopvang aan de tand gaan voelen. Zij heeft het incident bekend. De inspecteurs deden tijdens hun onderzoek bovendien een schokkende ontdekking. Om 9 uur hoorden verzorgsters de baby voor het eerst hevig wenen. Toch duurde het tot 9.30 uur vooraleer iemand ging kijken. Toen vonden ze de baby op de vloer met verwondingen aan het hoofd. Mogelijk lag hij daar al een half uur. Er werd geen dokter gebeld en ook de ouders werden niet onmiddellijk ingelicht. De inspecteurs deden in de opvang nog meer verontrustende vaststellingen.

Levensgevaarlijk

Amper enkele dagen nadat de baby uit de wieg was gevallen, speelden er zich nog meer levensgevaarlijke incidenten af. Eerst stikte een peuter bijna in een dopje van een plastic flesje dat op de speelplaats van de crèche rondslingerde. Vervolgens slaagde een andere peuter erin om ongemerkt de opvang te verlaten. Hij wandelde richting de openbare weg en werd enkele meters voor een drukke straat onderschept. Alle feiten werden bewezen aan de hand van getuigenissen. 

Tijdens de inspectie stelde men bovendien vast dat de verantwoordelijke hardhandig omgaat met peuters. Een kindje dat iets kwam vragen, werd bij de arm gegrepen en bruusk opzijgezet. Toen het kindje daardoor viel, kreeg het toegesnauwd dat het “niet met opzet moest vallen”. Een ander kindje dat per ongeluk op de voet van de uitbaatster stapte, werd fors weggeduwd. De inspectie noteerde alles in het rapport. 

En er was nog meer. Want van de dertien zaken die men in de crèche controleerde, bleken er tien niet in orde. Er waren te weinig veilige bedjes, er werd regelmatig verkeerde voeding aangeboden, er was te weinig toezicht in het slaapzaaltje... De lijst werd zo lang dat inspectie concludeerde: “Er is bij mevrouw onvoldoende inzicht om een gezonde en veilige opvang te garanderen.” Toen dat rapport op het bureau van de overheid belandde, besloot men in te grijpen. De manier waarop dat gebeurde, is verbijsterend.

Schorsing

In Vlaanderen is Kind en Gezin verantwoordelijk voor de handhaving in de kinderopvang. Dat agentschap ontving het rapport over de Antwerpse crèche en greep in. De vergunning van de opvang werd voor drie weken geschorst. Toen we de zaak van dichterbij bestudeerden, stelden we echter vast dat de schorsing samenviel met het jaarlijkse zomerverlof van de opvang. De sanctie had dus geen enkele impact, want de crèche zou sowieso de deuren drie weken gesloten hebben. 

Het bleek bovendien ook de enige straf. Een boete? Niks van. Een stopzetting van de subsidies of definitieve sluiting? Geen denken aan. En dat voor een opvang waar een huilende baby een half uur op de vloer aan zijn lot overgelaten werd, waar zich twee gevaarlijke incidenten hadden voorgedaan in enkele maanden tijd, waar tien inbreuken vastgesteld werden en waar de uitbaatster ruw omgaat met baby’s en peuters. De inspectie oordeelde dat de vrouw niet beseft hoe je een veilige crèche moet uitbaten. Kind en Gezin negeerde dat advies en hield de opvang open.

Toen we de zaak in een gesprek met de verantwoordelijken van Kind en Gezin op tafel gooiden, vonden ze dat we ons niet mochten blindstaren op sancties. “We hebben die crèche zeker niet ongemoeid gelaten. We zijn met het dossier aan de slag gegaan: er was een gesprek met de uitbaatster en we hebben met haar een ‘Plan van Aanpak’ opgesteld.” Dat klinkt straffer dan het is. Een ‘Plan Van Aanpak’ is een A4-blaadje dat u kan downloaden op de website van Kind en Gezin. Op dat blad staat een rooster met lege vakken. In die vakken moet de uitbaatster van een crèche invullen wat ze zal doen om te vermijden dat bepaalde incidenten zich kunnen herhalen. Ze legt uit hoe ze een tekort zal wegwerken en tegen wanneer. Vervolgens mailt ze het ‘Plan van Aanpak’ naar Kind en Gezin. Daar bekijken ze of het plan realistisch is, stellen ze eventueel bijkomende voorwaarden en stempelen ze het af. Klaar.

Zo gebeurde het ook bij de Antwerpse vrouw van wie de inspectie vond dat ze niet in staat was om een veilige crèche uit te baten. De vrouw vulde een ‘Plan Van Aanpak’ in en besprak dat met Kind en Gezin. Ze stelde een aantal verbeteringen voor. Daarmee was de kous af. Haar crèche is vandaag — twee jaar na het gitzwarte inspectierapport — nog steeds open. In de zomer van 2019 kreeg ze opnieuw bezoek van de inspectie. Die noteerde opnieuw een heleboel inbreuken.

Schorsing
Beeld RV

‘Was jezelf maar!’

Wat we hierboven geschetst hebben, is geen uniek geval. Integendeel. Er zijn heel wat crèches die probleemloos open kunnen blijven ondanks ernstige klachten of negatieve inspectierapporten. In 2018 vielen er 41 klachten binnen over mishandeling, verwaarlozing of grensoverschrijdend gedrag in de kinderopvang. Het toont gelukkig aan dat het probleem niet wijdverspreid is, want er waren dat jaar bijna tweeduizend crèches in Vlaanderen actief en meer dan vierduizend onthaalouders. Slechts een klein deel van de sector lijkt dus over de schreef te gaan. Maar dat deel komt daar wel probleemloos mee weg. Van de 41 crèches of onthaalouders die aangeklaagd werden voor grensoverschrijdend gedrag, kreeg slechts eentje een sanctie. U weet ondertussen wat die straf inhield: een schorsing tijdens de vakantieperiode. De andere veertig moesten een ‘Plan Van Aanpak’ invullen, opsturen en laten afstempelen. Nochtans vonden wij dertien rapporten waarin de Zorginspectie concrete bewijzen levert van wanpraktijken.

Zo was er een crèche in de buurt van Ieper waar een peutertje in zijn broek had geplast en als straf hardhandig was uitgekleed. Vervolgens werd hij spiernaakt in de tuin geduwd. De verzorgster riep vervolgens naar het kindje van nog geen twee jaar: “Was jezelf nu maar!” Het incident werd bevestigd door de uitbaatster. Haar verdediging? De verzorgster was tegelijk ook de moeder van het kindje. Dus liet ze het passeren. Kind en Gezin nam genoegen met die uitleg en klasseerde het dossier zonder sanctie. Toen de inspectie maanden later opnieuw langs kwam, werden nieuwe inbreuken vastgesteld. Ook daarop volgde geen sanctie. Een ‘Plan Van Aanpak’ volstond.

Diezelfde vrouw baatte iets verderop in West-Vlaanderen nog een crèche uit. En ook daar kwamen in 2018 klachten. Vier personen getuigden over grensoverschrijdend gedrag. Opnieuw werd verteld dat kindjes die in hun broek plasten openlijk vernederd werden. Zo zou één kindje zijn nat broekje als straf op het hoofd geplaatst hebben gekregen. Anderen zouden zijn verplicht om naakt rond te lopen of werden in een badje met koud water gezet. Deze keer ontkende de uitbaatster de klachten, al gaf ze toe dat er een verzorgster was die “niet goed om kon” met de zindelijkheidstraining van de peutertjes. Kind en Gezin nam daar akte van, vroeg enkel een ‘Plan van Aanpak’ en liet de vier getuigenissen voor wat ze waren.

Hardhandig

Of wat te denken van een crèche in Oostende waar baby’s en peuters hardhandig aangepakt werden als ze iets fout deden? Die klacht liep binnen in december 2017. Inspectie stelde vast dat een verzorgster effectief nogal onbehouwen omging met de baby’s en peuters. Het hoofdje van een baby die niet wou eten, werd bruusk naar het bord gedraaid en vastgehouden. Een peuter die zich niet gedroeg, werd stevig op een stoel geduwd. En dat allemaal onder het oog van de inspecteurs. De vrouw moest erop attent gemaakt worden dat haar gedrag niet kon en reageerde daar verbaasd op. Hoe zij met de kinderen omgaat als er geen inspecteurs zijn, zal niemand ooit weten. Ook in deze crèche vond Kind en Gezin het niet nodig om een sanctie op te leggen.

Dat gebeurde evenmin in twee kinderdagverblijven in de buurt van respectievelijk Sint-Truiden en Hasselt, waar inspecteurs vaststelden dat baby’s geforceerd werden om te eten. Bij een onthaalouder in het Gentse werd een kindje bijna gebeten door een hond, lagen de katten in de kinderbedjes, stonden de kattenbakken tussen de peuters en was de vrouw soms verward omdat ze antidepressiva slikte. Sancties? Niet nodig. De vrouw werd wel uitgenodigd voor een gesprek. Ze kwam niet opdagen en liet weten dat ze haar opvang zou sluiten. Dat volstond voor Kind en Gezin. Diezelfde vrouw baatte iets verderop in Melle echter nog een kinderdagverblijf uit. Daar kon ze nog twee jaar probleemloos kinderen opvangen. Kind en Gezin stelde daar geen vragen bij, hoewel ook in die opvang uiteindelijk klachten naar boven kwamen. Ook een crèche in de buurt van Dendermonde, waar de inspectie vaststelde dat huilende baby’s pas na drie kwartier aandacht kregen, werd niet aangepakt. En dan moet u weten dat alle crèches die we net opsomden hun klachten over mishandeling of verwaarlozing combineerden met gemiddeld zes inbreuken op de wetgeving. Noem het gerust rotte appels.

Een gróte mantel der liefde

De mantel der liefde blijkt voor die rotte appels echter zo groot dat nagenoeg alles eronder verdwijnt. Uitbaters of kinderbegeleidsters die over de schreef gaan, moeten in de meeste gevallen enkel een ‘Plan Van Aanpak’ invullen. Dat plan wordt bovendien pas getoetst aan de werkelijkheid, wanneer de Zorginspectie nog eens langskomt. Dat kan zes maanden duren, maar net zo goed duurt het een jaar of zelfs langer. Tijdens zo’n tweede inspectie blijkt vaak dat de beloftes gebroken zijn. We ontdekten tussen de dossiers tientallen crèches waar de Zorginspectie moest vaststellen dat er in het verleden al een ‘Plan Van Aanpak’ werd opgemaakt, maar dat er maanden of jaren later toch nog heel wat zaken niet in orde zijn. Of dat er opnieuw klachten komen van ouders of medewerkers. Je zou denken dat er dan wél een sanctie volgt. Niks is minder waar. Er volgt in veel gevallen gewoon een nieuw ‘Plan Van Aanpak’. Sporadisch wordt er een gesprek georganiseerd om de uitbaatster te coachen, maar zelfs dat is een uitzondering.

Camera niet verplicht

We hebben het hierboven alleen nog maar gehad over de klachten waarvan bewijzen gevonden werden door de Zorginspectie. In de meerderheid van de gevallen blijven klachten over mishandeling of verwaarlozing steken bij ‘woord tegen woord’. Van de 41 dossiers die we in 2018 telden, zijn er 31 waar de beschuldigden de aanklachten staalhard ontkennen. Dat is 3 op de 4. Het ging in sommige gevallen om ernstige feiten, zoals baby’s die tot bloedens toe gebeten zijn of die met gebroken botten naar huis komen, kindjes die geforceerd worden om te eten tot ze kokhalzen of peuters die systematisch vernederd worden. 

De meeste uitbaatsters van crèches of onthaalouders stellen dat zulke klachten ingediend worden uit wraak. Het gaat volgens hen steevast om ouders of ex-werkneemsters met wie de relatie vertroebeld is. Vervolgens verzinnen ze klachten om hen in een kwaad daglicht te stellen. Zelfs wanneer inspecteurs met details op de proppen komen, de uitbaatster betrappen op tegenstrijdigheden of zelfs met eigen ogen vaststellen dat er ongeoorloofde zaken gebeuren, blijven ze de klachten ontkennen. 

Omdat cameratoezicht in Vlaamse crèches niet verplicht is, kan de Zorginspectie in driekwart van de klachten enkel besluiten dat de feiten betwist worden. Vervolgens is het aan Kind en Gezin om te oordelen. Na wat u eerder al kon lezen, zal het u niet verbazen dat die geen sancties oplegt als de uitbaatster van een crèche staalhard ontkent. Nochtans blijken hardnekkige ontkenners steevast in fout met tal van andere zaken. Ook dat levert hen niks meer op dan een gesprek waarin ze beloven beter te doen in de toekomst.

Camera niet verplicht
Beeld RV

Vijf boetes in vijf jaar tijd

Ons onderzoek focuste zich op 2018, maar we hebben sterke aanwijzingen dat men in Vlaanderen al jaren op een zeer milde manier omgaat met klachten over mishandeling en grensoverschrijdend gedrag. Het aantal sancties voor crèches die over de schreef gaan, is uiterst beperkt. Tussen 2014 en 2019 kregen amper vijf crèches een boete opgelegd. Dat is gemiddeld één boete per jaar op een totaal van 6.700 opvanglocaties. Die boetes kwamen er bovendien enkel door het laattijdig indienen van papierwerk voor de subsidies.

Ook drastische sancties, zoals de schorsing of sluiting van een crèche of de stopzetting van subsidies, komen zelden voor. Tussen 2014 en 2019 legde Kind en Gezin 15 schorsingen, 33 sluitingen en 15 stopzettingen van subsidies op. Als we die cijfers optellen, dan komen we aan een verbluffende conclusie: in Vlaanderen werden sinds 2014 amper 68 sancties opgelegd aan crèches of onthaalouders die in de fout gingen. Nochtans vallen er jaarlijks een kleine 500 klachten binnen bij Kind en Gezin. Dat zijn er ongeveer 2.500 sinds 2014. Dat kan twee zaken betekenen: ofwel hebben we de meest performante kinderopvang ter wereld en dienen ouders of medewerkers massaal onterechte klachten in, ofwel pakt de overheid overtreders systematisch met fluwelen handschoenen aan. De komende dagen zullen we extra bewijs leveren dat het tweede de enige, ongemakkelijke waarheid is.

‘Ernstige feiten zien we niet door de vingers’

Kind en Gezin weerlegt dat het niet streng zou optreden als er bij een onthaalouder of in een crèche klachten opduiken die te maken hebben met mishandeling of verwaarlozing. “Ernstige situaties zien wij absoluut niet door de vingers.” Dat er in 2018 amper één sanctie is opgelegd in 41 dossiers rond grensoverschrijdend gedrag zegt volgens Kind en Gezin niks over de kwaliteit van haar interventies. “Een cijfermatige analyse zegt niet alles. Er is geen één-op-éénrelatie tussen een klacht en een zware sanctie. Elke klacht wordt eerst grondig onderzocht en de aanpak is het gevolg van maatwerk. Een sanctie zoals een schorsing of sluiting van de crèche is slechts één van de stappen.” Kind en Gezin zegt dat het crèches niet louter wil bestraffen. “Het volledige handhavingstraject is een intensief en ondersteunend proces, met telkens een ‘Plan van Aanpak’ waarmee vaak resultaat geboekt wordt. Meestal nemen organisatoren zelf de nodige maatregelen. Ze vervangen bijvoorbeeld de verantwoordelijke of ze ontslaan een kinderbegeleidster.”

Als een organisator het initiatief daartoe zelf neemt, is het volgens Kind en Gezin niet meer nodig om te sanctioneren. Het agentschap is het dan ook niet eens met onze stelling dat ze te mild is. “We vinden het zelfs een rare stelling. Sinds de start van het nieuwe decreet kinderopvang in 2014 is de opvang voor baby’s en peuters erop vooruitgegaan. We zetten daarvoor in op verschillende pijlers: algemene kwaliteitsvoorwaarden, ondersteuning én handhaving. Ze zijn allemaal even belangrijk.” Bij Kind en Gezin stelt men naar eigen zeggen een vreemde dualiteit in de samenleving vast. “Enerzijds stelt Het Laatste Nieuws nu dat we te mild zijn, anderzijds krijgen wij soms de kritiek dat we te streng zijn. Regelmatig krijgen we de vraag van ouders om een opvang zeker niet te sluiten omdat hun beleving positiever is dan onze conclusie. Als Kind en Gezin handelen we echter vanuit slechts één perspectief: het belang van het kind.”