Direct naar artikelinhoud
Vijf vragen aanJohan Van Braak

Centrale toetsen voor Vlaamse leerlingen vanaf 2023: ‘Niet afrekenen, maar ondersteunen’

Centrale toetsen voor Vlaamse leerlingen vanaf 2023: ‘Niet afrekenen, maar ondersteunen’
Beeld Hollandse Hoogte / Flip Franssen

Vanaf 2023 zullen alle Vlaamse leerlingen centrale toetsen moeten afleggen. Onderwijsexpert Johan Van Braak (UGent) leidt het project. ‘We vertrekken vanuit een ondersteuningsmodel, niet vanuit een afrekenmodel.’

Wat houden die centrale toetsen juist in?

“Concreet zullen er toetsen komen die systeembreed afgenomen worden bij leerlingen aan het einde van het 4de en 6de leerjaar lager onderwijs en het 2de en 6de jaar secundair onderwijs. Alles zal digitaal verlopen. Het doel is om na te gaan in welke mate de leerlingen eindtermen voor Nederlands en wiskunde beheersen. Dat zal gebeuren aan de hand van gevalideerde toetsen, ontwikkeld door een steunpunt bestaande uit vijf Vlaamse universiteiten en twee hogescholen.”

“Tot nu toe hadden we zo’n systeem nog niet, in tegenstelling tot de meeste van onze buurlanden. Zo’n informatie is nochtans cruciaal voor de overheid om de vinger aan de pols te houden en een aantal belangrijke vragen te beantwoorden. Hoe scoren onze leerlingen voor wiskunde en Nederlands, hoe evolueren de scores doorheen de tijd en kunnen we verschillen tussen leerlingen en scholen verklaren?”

Kunnen we dat niet aan de hand van de internationale PISA-test?

“Het grote verschil is dat de centrale toetsen volledig aansluiten bij de Vlaamse context. We gaan na in welke mate de leerlingen de eindtermen voor wiskunde en Nederlands beheersen. Bij PISA of andere internationale studies is dat per definitie niet het geval: daar worden toetsen ontwikkeld die onafhankelijk zijn van het curriculum van de deelnemende lidstaten.”

Johan Van Braak (UGent).Beeld Ugent

Critici stellen dat centrale toetsen scholen tegen elkaar zetten. Hoe kijkt u daarnaar?

“Er wordt vaak verwezen naar mogelijke neveneffecten zoals ‘teaching to the test’, extra druk op leerlingen en het onnodig aanzwengelen van competitie tussen scholen. Een belangrijk doel van het onderzoek is inderdaad om de resultaten terug te koppelen naar de leerlingen en naar de school, maar het is niet de bedoeling om scholen of leerlingen daar op af te rekenen. Integendeel, de resultaten staan volledig ten dienste van kwaliteitsbewaking.”

“We zetten namelijk volop in op professionalisering en feedback, zodat scholen actief met die resultaten aan de slag kunnen. Ook het digitaal platform zal zich daarop richten. Het zal de opdracht zijn om iedereen ervan te overtuigen dat we vanuit een ondersteuningsmodel vertrekken, en niet vanuit een afrekenmodel.”

Is de focus op wiskunde en Nederlands niet erg nauw?

“Iedereen weet natuurlijk dat kwaliteit veel meer is dan toetsscores voor wiskunde en Nederlands. Maar het zal wel specifieke en broodnodige informatie opleveren om betrouwbare uitspraken te doen over een aantal vaardigheden waarvan iedereen het eens is dat ze tot de kerntaak van de school behoren. Er is de laatste jaren veel te doen rond de kwaliteitsdaling in het onderwijs. Hoewel daar ook veel stemmingmakerij bij komt kijken, zet die kwestie terecht aan tot bezorgdheid.”

Ook over de leerachterstand door de coronacrisis is er bezorgdheid. Had een centrale toets een beter beeld opgeleverd?

“Het had zeker kunnen helpen, al blijft er een belangrijk onderscheid tussen verschillen vaststellen en ze ook verklaren. Laat ons vooral hopen dat we de toetsscores in de toekomst niet voor dit doel moeten gebruiken.”