Vlaamse leerlingen scoren steeds slechter op wiskunde en wetenschappen: "Groeiend aantal beheerst basisniveau niet"

Vlaamse 10-jarigen gaan er alweer op achteruit op het vlak van wiskunde en wetenschappen in vergelijking met andere landen. Een steeds grotere groep beheerst niet het absolute basisniveau. Dat is de weinig opbeurende conclusie van een grootschalig onderzoek, waarbij Vlaamse scholieren worden vergeleken met leeftijdsgenoten uit grote delen van de wereld.

Het TIMSS-onderzoek wordt om de vier jaar georganiseerd in 58 landen (of regio's met een specifiek onderwijsbeleid) bij 10-jarigen, bij ons dus het vierde leerjaar. De bedoeling is om op lange termijn duidelijk te maken hoe goed leerlingen scoren op wiskunde, aardrijkskunde, biologie en natuurkunde. 

In Vlaanderen werden 4.665 scholieren in 147 scholen getest. Het gaat daarbij om een toets en een vragenlijst om zaken als geslacht en sociale afkomst te kunnen bepalen. Voor alle duidelijkheid: de test werd afgenomen in 2019. Deze resultaten staan dus volledig los van de coronacrisis.

Bekijk hier het verslag van "Het Journaal":

Videospeler inladen...

Middenmoot

De resultaten zijn niet goed. Voor wiskunde degradeert Vlaanderen van de top (11e plaats) naar de subtop (17e plaats). Voor wetenschappen glijden we verder weg in de middenmoot (van de 31e plaats naar de 35e plaats). De Vlaamse leerlingen scoren dus opvallend slechter dan vier jaar geleden. 

Op het vlak van wiskunde scoren Vlaamse leerlingen vooral minder op "getallen" (eenvoudige vergelijkingen, breuken ...) en "gegevens" (het omzetten van data om problemen op te lossen). Bij de andere wetenschappen valt vooral het mindere resultaat voor aardrijkskunde op.

De lijst van landen wordt zowel voor wiskunde als wetenschappen aangevoerd door Aziatische landen (Singapore, Zuid-Korea, Taiwan en Japan) en Rusland. Wat wiskunde betreft staan we op de 17e plaats, met een vergelijkbare score als Nederland en de Verenigde Staten. Daarmee staan we dus in de subtop.

Voor wetenschappen oogt het plaatje slechter. Daar staan we op een 35e plaats, in het gezelschap van Portugal en Kazachstan. Landen als Polen en Bulgarije scoren een pak beter dan Vlaanderen. Alleen Malta en Frankrijk doen het in Europa slechter.

De onderzoekers hebben het over de hele lijn over "een significante daling voor wetenschappen en wiskunde". "Vlaanderen slaagt er niet in om de sterke leerlingen uit te dagen en een groeiend aantal leerlingen beheerst het absolute basisniveau niet", luidt de conclusie. Anders gezegd: de groep sterke leerlingen groeit niet en de groep zwakkere leerlingen wordt groter.

Oorzaken

Hoe komt het dat Vlaanderen daalt op de onderwijsladder? Het antwoord is niet eenduidig. Zoals bij veel maatschappelijke problemen, spelen heel wat factoren een rol.

Aan de deelname aan de kleuterschool zal het niet liggen. Zo'n 90 procent van de Vlaamse kinderen gaat naar de kleuterschool en dat is internationaal gezien een heel hoog cijfer. Wat wel zorgen baart, is dat maar een klein deel van de ouders aangeeft dat hun kind zeer goed geletterd was bij de start van het eerste leerjaar. Het gaat dan om het herkennen van letters, het schrijven van de eigen naam en het zelfstandig tellen.

Nog een aandachtspunt: in vergelijking met andere landen valt het op dat weinig ouders aangeven vaak zogenoemde leeractiviteiten te doen met hun kinderen. Dat kan gaan van het vertellen van een verhaaltje tot het spelen met blokkendozen. 

De thuistaal van kinderen speelt zeker een rol, maar doorslaggevender noemen de onderzoekers de sociaaleconomische situatie. Dat gaat dan over het aantal (kinder)boeken thuis, het ontbreken van een internetverbinding, het beschikken over een eigen kamer of het opleidingsniveau van de ouders.

Andere opmerkingen gaan over een gebrekkige toegang tot computers en/of tablets in de klas, de nood aan ICT-opleidingen voor leerkrachten en dat veel scholen te weinig de nadruk leggen op het behalen van goede schoolresultaten.

Bekijk hier het gesprek met onderwijsexpert Dirk Van Damme van de OESO in "Terzake" en lees voort onder de video:

Videospeler inladen...

Wat doet minister Weyts?

“Ik ga de barslechte resultaten niet minimaliseren met enkele lichtpuntjes die ook in TIMSS zitten”, reageert Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). “We moeten durven benoemen dat we aan het wegglijden zijn."

"Daarom is het zo belangrijk dat we doorgaan met de belangrijke hervormingen die nu in de steigers staan. Ten eerste gaan we een taalscreening afnemen in de 3e kleuterklas, zodat we leerlingen met een taalachterstand sneller kunnen helpen. Ten tweede gaan we de eindtermen ook voor het basisonderwijs aanscherpen, met meer aandacht voor wiskunde en Nederlands en meer concrete doelen. Ten derde gaan we veel vaker in de spiegel kijken, door Vlaanderenbrede proeven af te nemen in het lager en in het secundair onderwijs. Het zal zeker 10 jaar duren voor we de effecten van al die hervormingen zien, maar we moeten deze keuzes durven maken”.

GO!: "Aandacht hebben voor kloof"

Volgens het Gemeenschapsonderwijs (GO!) is er nu vooral werk aan de winkel. "Zoals eerder al duidelijk werd, en nog versterkt door de coronacrisis, verdient de groeiende kloof tussen laag- en hoogpresteerders en de samenhang met sociaal-economische status bijzondere aandacht", zegt afgevaardigd bestuurder Raymonda Verdyck.

"Rekening houdend met eerdere resultaten, namen we zelf al initiatieven om zowel wiskunde als wetenschappen, maar ook taalvaardigheid te versterken. Zo gaan we al in de kleuterklas aan de slag met STEM, en hebben we intensieve professionaliseringstrajecten op poten gezet voor wiskunde en taal."

Verdyck vindt dat er nood is aan meer professionalisering voor leraren. "We pleiten er al lang voor om tijd en ruimte voor professionalisering van leraren structureel in te bouwen in de lerarenloopbaan. Dat komt niet alleen de aantrekkelijkheid van het beroep, maar ook de kwaliteit van ons onderwijs ten goede."

Bekijk hier het gesprek met Raymonda Verdyck (GO!) in "Het Journaal":

Videospeler inladen...

Meest gelezen