In de provincie Antwerpen voert de wegpolitie al sinds 2010 fotogrammetrie uit bij zware ongevallen: ze brengen het ongeval op zo’n manier in beeld dat er achteraf op basis van het beeldmateriaal metingen kunnen worden gedaan. Dat gebeurt sinds kort zelfs in 3D. Fotogrammetrie zorgt voor nauwkeurige vaststellingen, maar ook voor een snellere afhandeling van een ongeval. De betrokken voertuigen moeten immers niet blijven staan tot alles ter plaatse is opgemeten.

De drones die de politie nu ter beschikking krijgt van het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) kunnen met hun vogelperspectief zelfs al in enkele minuten een volledig beeld creëren van de hele ongevalssite. “Onze hypermoderne drones helpen de politie om de ongevalsscène sneller en nog scherper in kaart te brengen”, zegt Karin Genoe, afgevaardigd bestuurder van het BIVV. “Daardoor worden de files na een ongeval korter en worden ongevallen vermeden.”

Naast de drone die al wordt gebruikt op snelwegstukken in de provincie Antwerpen heeft nu ook Oost-Vlaanderen zijn drone gekregen. “Daarmee horen we in Europa bij de pioniers”, zegt Stef Willems van het BIVV. De drones zelf kosten tussen 10.000 en 15.000 euro.

Diepteonderzoek

Daarnaast kunnen door de drones ook vaststellingen worden gemaakt tot op de centimeter van alle objecten die het ongeval ter plekke hebben beïnvloed.

Het BIVV hoopt op termijn de drones dan ook te kunnen gebruiken voor zogenaamd diepteonderzoek, waarbij de oorzaak van ongevallen wordt nagegaan met het oog op wetenschappelijk onderzoek, dat dan weer kan gebruikt worden door bijvoorbeeld de overheid of de autoindustrie om de verkeersveiligheid nog te verbeteren. Onder meer in Duitsland bestaat die praktijk al jaren, stelt het BIVV, maar in België ontbreekt het momenteel nog aan een wetgevend kader daarvoor.