Al ruim 13 jaar onderzoeken verschillende teams van de University of California Davis – het wijnzenuwcentrum van deze Californische universiteit met wereldwijde reputatie – naar natuurlijke vormen van pest- en plaagbestrijding in de wijngaard.

Zopas werd het zoveelste luik van deze longitudinale studie gepubliceerd, een onderzoek bij maar liefst 400 wijndomeinen in het Spaanse Andalusië. De resultaten bevestigen wat reeds eerder duidelijk werd: polyculturen en bio- en plantdiversiteit zijn de meest efficiënte optie tegen deze indringers. 

Zo bleek dat domeinen met een rijke biodiversiteit – en met name wijngaarden die (royaal) omringd waren met heggen, bomen en struiken –, veel minder schadelijke insecten telden die anders normaliter de rendementen in de wijngaard letterlijk opvraten. Hun populaties groeiden minder snel en dus waren er ook minder pesticides nodig om een eventuele uitbraak te bestrijden. 

Monoculturen daarentegen, dus wijngaarden met als buren exclusief andere wijngaarden zonder andere planten of zonder dus een brede variatie qua genotypen, vormen als het ware een ‘gratis buffet’ voor deze insecten.

Insecten zoeken immers altijd naar hun ideaal voedingsniveau, planten die ze echt ‘lekker’ vinden, maar als er voldoende biodiversiteit rond de wijngaard groeit, schommelen deze voedingswaarden- en voorkeuren kwalitatief enorm, waardoor deze insectenpopulatie in verwarring geraakt, veel slechter presteert, niet de vereiste voeding verzamelt en uiteindelijk moeilijker overleven kan. 

Wanneer met deze bevindingen rekening wordt gehouden en een fundamentalistische monocultuur wordt afgewisseld met een geplande polycultuur, kunnen volgens deze studie dus veel wingerdplagen zo op natuurlijke wijze afgeremd worden. Met een pak minder pesticiden als bonus.