Direct naar artikelinhoud
ReportageWoon-zorgcentrum

‘Als zo’n spuitje betekent dat we terug normaal kunnen leven, pakken we de nevenwerkingen er graag bij’

In woon-zorgcentrum Sint-Bernardus kijken ze reikhalzend uit naar het vaccin en het hernemen van het normale leven.Beeld Joel Hoylaerts/Photo News

‘Laat dat vaccin maar komen. Hoe rapper, hoe liever.’ Als het van de 206 bewoners van woonzorgcentrum Sint-Bernardus in Bertem afhangt, kan het niet snel genoeg 5 januari zijn. Het vaccin als baken van hoop, in donkere tijden. ‘Als het betekent dat we dan terug normaal kunnen leven, pakken we de nevenwerking er graag bij.’

In normale jaren kijken ze nu uit naar Kerstmis, om thuis met kinderen en (achter)kleinkinderen de warmte te voelen. En naar nieuwjaar, want dan is er altijd feest, mét cava. Maar in dit vermaledijde 2020 kijken de 206 bewoners in WZC Sint-Bernardus in Bertem – en met hen die in àlle Vlaamse woon-zorgcentra – uit naar iets anders: 5 januari 2021. Dan begint De Grote Vaccinatie en zij zijn, omdat ze de 85 jaar naderen of gepasseerd zijn, de eersten die een spuitje tegen Covid-19 zullen krijgen. “Liever vandaag dan morgen”, zegt Fons Reynders (87). Hij heeft corona gehad, nog maar een paar weken geleden. Maar ziek is hij er niet van geweest. “Ik ben één keer onvoorzichtig geweest en in de kamer op bezoek gegaan bij iemand op de gang die het had. En ja, ik had het ook zitten. Maar niks heb ik ervan gevoeld. Niks.”

De bevraging bij de 206 bewoners en de 240 personeelsleden in Sint-Bernardus loopt volop, want over twee weken wil de overheid weten wie wel en wie niet gevaccineerd wil worden. “Tot dusver is er niemand bij de bewoners die er géén wil. Integendeel, ze kijken er allemaal erg naar uit”, zegt directeur bewonerszorg Bart Coessens.

“Weet u het al, wanneer we het krijgen?” vraagt Maurits Smets (91) aan de directeur, die veilig op afstand blijft en mét mondmaskertje door de gang wandelt. Want ook Maurits kijkt reikhalzend uit naar 5 januari. Directeur Coessens moet hem ontgoochelen: “Nee. We zijn volop bezig met de planning, maar een precieze startdatum van de vaccinaties hebben we nog niet. Dat ligt ook niet in onze handen, maar in die van de overheid. We weten wel al dat iedereen twee spuitjes moet krijgen, met een dag of twintig tussen. Het zal dus het vaccin van Pfizer zijn, net als in Engeland, dat als eerste verdeeld zal worden.”

“Weet ge wat ik het plezantste zou vinden, mijnheer?” zegt Maurits. “Dat het hier terug een beetje normaal wordt, als we allemaal dat vaccin hebben gekregen. Ik heb twee kinderen die afwisselend op bezoek mogen komen, een half uurtje per dag. Mijn zeven kleinkinderen en dertien achterkleinkinderen heb ik sinds ‘de corona’ niet meer gezien, of toch niet in het echt.”

Dat is de grote hoop van iedereen in Sint-Bernardus: dat dankzij het vaccin het leven opnieuw normaliseert. Dat familie op bezoek mag komen wanneer ze willen. Dat ze met de andere bewoners kunnen keuvelen, terwijl ze op de tv in de gemeenschappelijke living naar de koers op tv kijken. Dat ze met vieren aan een tafel kunnen zitten tijdens het eten. “En dat we kunnen kaarten!” zegt Maurits. “Ik ben hier nu al drie jaar en voor ‘de corona’ heb ik elke dag met de kaarten gespeeld.”

Net daarom vinden de bewoners in het rusthuis het een prima zaak dat zìj als eerste op de lijst staan en niet, zoals hier en daar wel eens geopperd ‘de jonge mensen’. “Ik zou mijn inenting aan één van mijn kinderen of kleinkinderen geven als zij daar harder mee geholpen zouden zijn dan ik. Diréct”, zegt Fons. “Maar eigenlijk zijn wij het hardst getroffen door alle maatregelen. Jonge mensen kunnen gaan werken en gaan winkelen. Ze kunnen met elkaar gaan wandelen als ze dat willen. Wij mogen dat allemaal niet meer. Ik versta dat wel, dat ze zeggen dat ze voor oude mensen gelijk ik al die moeite niet meer moeten doen. Maar ik zou toch graag, zo lang ik hier nog ben, nog een béétje van het leven genieten.”

“Zo is het ook geen leven meer. Als dat betekent dat ik opnieuw elke zondag bij mijn dochter op bezoek kan gaan: zet die spuit maar direct”, zucht Denise Van Pee (91). Ze zit in haar stoel aan het raam en kijkt naar de ondergaande zon boven de velden. Het uitzicht is pittoresk, met de stompe kerktoren van de Bertemse Sint-Pieterskerk aan de ene en de kale takken van de wilgen aan de andere kant. Maar ze heeft het nu wel gezien, zeker na twee weken verplichte quarantaine op haar kamertje. “Corona heeft mij ook ‘te stekken’ gehad, jaja. Ik geloof het nog altijd niet, eigenlijk. Want ik ben niet ziek geweest. Mijn bloed, mijn hart, mijn longen: alles marcheert nog altijd zoals het moet. De dokter zei dat ik een sterk gestel moet hebben.”

Bang van nevenwerkingen zijn ze niet in Sint-Bernardus, integendeel. Het nieuws dat er een vaccin op komst is en dat zij, de 85-plussers, bij de eersten zullen zijn die bescherming zullen krijgen tegen Covid-19, is er enthousiast onthaald. Het vaccin is een baken van hoop op beterschap, veel meer dan een bron van onzekerheid en angst. “Ik heb al twee stents in mijn hart en dat heb ik overleefd. Ik zal dat vaccin ook wel overleven, zeker?” zegt Mariette Lauwers (84). Ze woont nog maar een maand in Sint-Bernardus en door alle veiligheidsmaatregelen heeft ze er haar draai nog niet gevonden, zegt ze. Maar de dag dat het vaccin er komt, staat ze paraat. “Zijn er risico’s aan verbonden? Dat kan goed zijn. En dan? De koningin van Engeland krijgt hetzelfde vaccin als ik, en ze is nog tien jaar ouder als ik. Als het gevaarlijk zou zijn, zou zij het toch ook niet krijgen? Neenee, de voordelen zijn veel groter dan de nadelen. Voor mij mocht het al 5 januari zijn.”