Direct naar artikelinhoud
Getuigenissen

Generatie pandemie: ‘Ik mag blij zijn dat ik in de vorige lockdown tegen de lamp liep’

Generatie Pandemie.Beeld DM

Een jaar vol lockdowns, onlinelessen en vingerwijzingen. Het komt, zo leren diverse onderzoeken, hard aan bij de Generatie Pandemie. Vijf scholieren en studenten vertellen over hun 2020 en blikken vooruit.   

Sayennah Ulu (17): ‘Mijn moeder is het afgelopen jaar mijn beste vriendin geworden’

Zesde middelbaar humane wetenschappen, woont in Merksem

“Met het vijfde en zesde jaar hebben wij ons eigen gebouw op school, een kasteeltje zelfs. Normaal is dat supergezellig, nu is het er maar kil. Als je mensen ziet, ben je gewoon bang van elkaar. Je houdt afstand, ontsmet voortdurend je handen. Aangezien de pauzes korter zijn, heb je ook amper tijd om te vragen hoe het met elkaar gaat. Wat school normaal leuk maakt, zijn die sociale contacten. Nu vind ik er weinig aan.

Sayennah Ulu: ‘Ik zal toch altijd het gevoel hebben: mijn middelbaar is niet helemaal afgesloten. We kunnen elkaar niet eens een knuffel geven’Beeld Damon De Backer

“Ik vond het vreselijk dat we zo lang naar de les moesten blijven gaan. Op het nieuws hoorde ik ministers zeggen dat er weinig besmettingen waren op school, terwijl bij ons de ene na de andere klas in quarantaine moest. Dan denk je: dit klopt toch niet? Ik was best bang op school. Mijn moeder is reumapatiënt, in mijn klas zit ook een leerling met reuma. Het laatste wat je wilt, is iemand anders in gevaar brengen.

“Qua schoolwerk komt er nu veel meer op ons af dan tijdens de eerste lockdown. Het lijkt alsof leerkrachten denken: ze zitten toch halftijds thuis, we kunnen hun wat meer werk geven. Tijdens de eerste lockdown kregen we gewoon wat taken. Die deed ik in het begin van de week, dan had ik de rest van de tijd vrij. Het was bizar: van elke dag op school je vrienden zien, naar helemaal niks.

“Ik begon veel muziek te luisteren. En ik las veel boeken: romans, drama, ook dystopische boeken als The Hunger Games, dat paste wel. Maar na verloop van tijd begin je veel na te denken. Wie ben ik nu eigenlijk, zonder mijn vrienden? Het voelde eng, alsof ik opeens in ijltempo volwassen werd. Was alles zoals normaal verlopen, ik had nooit de tijd gehad om daarbij stil te staan.

“Ik kon me vooral niet afleiden van die ene vraag: wat ga ik na het middelbaar doen? Geneeskunde begon me nog meer te interesseren, maar door corona begon ik ook erg veel nieuws te volgen. Politiek vind ik nu superfascinerend, terwijl me dat vroeger totaal niet interesseerde. Dat maakt de keuze niet gemakkelijker. Het is ook moeilijker om je over je studiekeuze te informeren. Met een bundeltje alleen kom je er niet, en online-evenementen zijn toch niet echt hetzelfde als de info­avonden of beurzen die je normaal hebt. Ik merk dat veel leerlingen daarmee kampen.

“Onze eindejaarsreis naar Italië is ondertussen al afgeschaft, net als de reis naar Londen. Het is jammer dat al die leuke dingen niet meer kunnen doorgaan. Ik zal toch altijd het gevoel hebben: mijn middelbaar is niet helemaal afgesloten. We kunnen elkaar niet eens een knuffel geven.

“Corona heeft sowieso veel veranderd. Mijn vader en de rest van mijn familie wonen in Nederland, die heb ik nu al een hele tijd niet meer gezien. Tegelijk is mijn moeder mijn beste vriendin geworden. We zitten nu vaak te dammen, te schaken, Uno te spelen of wat dan ook. Dat is niet zo gek, natuurlijk. Als je maar met twee thuis bent, kun je niet aan elkaar ontsnappen.

“Ook mijn andere vriendschappen zijn veranderd. Voor de lockdown whats­appte ik met wel vijftig mensen, nu heb ik vijf echt heel goeie vrienden. En waar we vroeger vooral over trends spraken, merk ik dat we nu veel diepere gesprekken hebben, zoals: wat wil jij eigenlijk doen na dit jaar? (lacht)

“Het is zeker niet de leukste periode. Maar ik hoop dat wanneer ik hier over een aantal jaar op terugkijk, dat ik niet het gevoel heb dat ik spijt heb, of dat ik iets gemist heb, maar dat ik er met mijn mama en mijn vrienden toch maar het beste van heb gemaakt.”

Zeno Vandamme (17): ‘Blij dat ik in de eerste lockdown tegen de lamp liep’

Zesde jaar Latijn-wiskunde, woont in Gent

“Dat ik niet op de eerste plek kom voor een vaccin, vind ik logisch. Je zou kunnen zeggen: we vaccineren jongeren eerder, omdat zij veel corona verspreiden. Maar dat zou ethisch moeilijk te verdedigen zijn. De meeste jongeren zijn niet bang voor het virus zelf, maar om ouderen te besmetten. Als zij een vaccin krijgen, dan zal het leven ook voor ons weer beteren.

Zeno Vandamme: 'Als hoogbegaafde heb ik minder geleerd om gestructureerd te werken, dus stelde ik veel uit.’Beeld Damon De Backer

“Twee weken geleden postte een meisje op het Instagram-kanaal van de school dat het haar te veel werd. Eigenlijk heeft iedereen dat gevoel. Met de klas hebben we de schoolleiding gevraagd meer aandacht te hebben voor het mentaal welzijn van de leerlingen. Niet dat de school geen inspanningen doet, maar er zijn geen middelen om studenten echt op te volgen.

“Het stak wel toen de directrice ons in de eerste week vertelde: ‘Je mag ervan uitgaan dat dit jaar geen enkele schoolreis zal doorgaan.’ Maar sowieso had ik al geen te hoge verwachtingen van dit jaar. Ik was er vooral op gebrand om te bewijzen dat ik stappen had gezet en niet opnieuw in de put zou raken, zoals in de eerste lockdown.

“Ik weet nog dat die eerste lockdown heel lang een absurd idee leek. Toen onze leerkracht Engels ons in de week van 13 maart een toets gaf omdat ze vreesde dat ze anders niet aan genoeg evaluatiemomenten ging komen, moesten we allemaal lachen. Maar diezelfde vrijdag kreeg ik zelf symptomen die verdacht veel op corona leken. Ik ben er vrij zeker van dat ik het heb gehad. Ook mijn vader is serieus ziek geworden.

“Ik begon dus met een kleine achterstand aan de lockdown. Het was chaos: je moest constant zoeken waar de taken stonden, uitleg vragen lukte amper. En als hoogbegaafde heb ik minder geleerd om gestructureerd te werken, dus stelde ik veel uit. Ik voelde stress opkomen, maar onderdrukte die door series te kijken. Anders dan op school kan niemand je controleren, er zijn geen directe gevolgen. Dus zat ik ’s avonds vaak aan tafel en dacht ik: wat heb ik nu weer gedaan?

“Ook atletiek kwam op een laag pitje te staan. Ik doe dat al sinds het vierde leerjaar, trainde wel tot vier keer per week. Maar in de lockdown mochten we de indoorruimte niet meer gebruiken, buiten trainen met een trainer mocht niet, wedstrijden werden afgelast. In plaats van in mijn eentje mijn trainingsschema’s af te werken, probeerde ik die tijd dan maar te gebruiken om school in te halen. Geen goed idee, want sport is superbelangrijk voor mij. Ik heb altijd mijn beste ideeën als ik na een looptraining naar huis fiets.

“Sinds september volg ik bij ons op school mentale coaching. Daar leer ik welke obstakels je met hoogbegaafdheid kunt tegenkomen, en hoe je daaraan kunt werken. Ik ben dus beter voorbereid, maar voel ook hoe de werkdruk weer oploopt. Het is moeilijker om leerstof in je eentje te verwerken. Soms zit je daar een halfuur gewoon op te kijken. In de herfstvakantie kregen we dan nog eens te horen dat de herhalingsweek wegviel. Logisch, maar voor ons is die week cruciaal.

“Met mijn vrienden lachen we wel eens: we kunnen later zeggen dat we corona hebben meegemaakt. Voor mij is het al een wijze les geweest. Ik heb geleerd hoe belangrijk sociaal contact en sport voor me is. En ergens mag ik blij zijn dat ik in de vorige lockdown tegen de lamp liep en besefte dat ik aan mezelf moet werken. Ik hoop dat alles wat ik nu leer, kan voorkomen dat het me in het hoger onderwijs nog eens gebeurt. Daar heb ik ook al aan gedacht: ik mis dan wel enkele reizen, maar ik zou niet willen ruilen met de mensen in het eerste jaar hoger onderwijs.”

Lotus Li (18): ‘Mensen waren bang van me. ‘Corona!’, riepen ze’

Eerste jaar social sciences VUB, woont in Brugge

“Toen corona in Europa uitbrak, zat ik in Estland. Ik had via de middenjury mijn middelbaar behaald, en wilde een jaar lang door Europa reizen. Snel had ik door hoe ernstig de situatie was, want mijn vader, die in China het coronavirus had zien uitbreken, belde me bijna dagelijks superongerust op.

Lotus Li: ‘Mensen zeggen: ‘klaag niet zo. de oorlog, dát was afzien’. Dat maakt het moeilijk om aan te geven dat ook wij het soms moeilijk hebben.’Beeld Damon De Backer

“Ik schaamde me bijna dat ik zo vlug terugkeerde, omdat mensen hier de ernst van de situatie nog niet leken te beseffen. Voor mij was de lol er ook af. Door mijn Chinese uiterlijk werd ik heel heftig geconfronteerd met racisme. Op grenscontroles moest ik alleen uit de bus, op straat liepen mensen in een boog om me heen of riepen ze ‘Corona!’ Ze waren gewoon bang van mij, alsof ik het virus persoonlijk naar Europa had gebracht.

“Toen ik thuiskwam, viel ik in een zwart gat. Je voelde dat er geschiedenis werd geschreven, maar mijn eigen leven was stilgevallen. Ik dacht vaak: normaal was ik nu daar aan het reizen. Toen de Black Lives Matter-beweging opkwam, heb ik me daarin verdiept. Ik heb me zelden zo verbonden gevoeld. Maar de dagen erna kwam er zoveel commentaar op, dat dat gevoel snel wegebde.

“Ik heb social sciences gekozen omdat het internationale karakter van de opleiding me aantrok: debatten met studenten van de hele wereld! Maar van interactie heb ik nog niet zoveel geproefd. Bij de weinige fysieke lessen droegen we mondmaskers, en online vallen de discussies al helemaal weg. De opleiding verliest daardoor toch wat van haar waarde.

“Het nieuws dat de universiteiten tot eind februari in code rood blijven, kwam heel hard binnen. Je hebt al zo’n semester achter de rug, dan maak je je nu klaar voor de eerste blok, en hoor je dat er ook na de examens geen verbetering in zit. Dat is nogal demotiverend. Heel wat eerstejaars zullen gewoon afhaken, vrees ik. Het voelt ook gewoon wrang dat lessen in aula’s niet kunnen, terwijl iedereen daar ver van elkaar zat, terwijl je wel mensen in lange rijen voor winkels ziet aanschuiven.

“Ook op sociaal vlak is het behelpen. Ik had snel een groepje opgebouwd, maar de coronaregels maken dat contact zowat onmogelijk wordt. Veel internationals van mijn richting zijn zelfs al naar hun thuisland vertrokken. Zelf ben ik al lang niet meer thuis geweest. De VUB stelde ons voor de keuze: thuis studeren of op kot. Ik wilde liever op mijn studenten­unit blijven, dus komt mijn mama af en toe op bezoek. Het is hier gelukkig wel gezellig. Een vriendin van mij logeert hier vaak, omdat ze helemaal alleen zat.

“Of ik me altijd veilig voel op kot? Nee, dat niet. Kotgenoten hielden soms feestjes. Ik voelde me daar ongemakkelijk bij, maar het is moeilijk om dat ter sprake te brengen. Je moet nog lang samenwonen. Ik was vooral jaloers: zij zagen anderen zagen, terwijl ik me al wekenlang opsloot.

“Bij veel jongeren leeft het idee dat zij hiervan de dupe zijn, net zoals bij het klimaat. Als iemand eens de regels verbreekt, krijgen we meteen te horen hoe asociaal we zijn. Terwijl alle opofferingen die wij nu doen, in het belang van anderen zijn.

“Mensen zeggen: ‘Niet zo klagen. De oorlog, dát was pas afzien.’ Maar juist daarom is het lastig om aan te geven dat we het wel erg moeilijk kunnen hebben. Ik zie veel jongeren die dicht bij een depressie staan. De wachtlijsten bij psychologen lopen tot drie maanden op. Het is goed dat er meer aandacht voor komt, en ik hoop dat die blijft.”

Robbert Decruyenaere (18): ‘Ik voelde me toch een beetje verraden’

Eerste jaar fysica UGent, woont in Gent

“Corona zorgde voor een vreemd einde van het middelbaar. De ‘100 dagen’ heb ik nog net meegemaakt, met de school waren we bij het begin van de uitbraak zelfs op skivakantie in Italië. Ik weet nog dat we de laatste dag wel een uur met een enorme massa aan de skilift opeengepakt stonden, dat lijkt nu ondenkbaar.

Robbert Decruyenaere: 'Met de klasgroep hebben we wel een Discord-server, maar je ziet daar dus alleen usernames.'Beeld Damon De Backer

“Ik vond het eerst vooral frustrerend dat veel evenementen werden afgeschaft. Onze einde­jaars­reis naar Praag ging niet door, ons schoolfeest werd afgelast, terwijl ik daar met mijn band ging optreden en toneel ging spelen. Gelukkig hebben we wel nog een proclamatie gehad. Daarna zijn we zelfs nog gaan eten. Daar heeft mijn school echt nog iets moois van gemaakt.

“Ik had echt zin in het hoger. De eerste weken ben ik wel een paar keer met vrienden uit het middelbaar op café geweest. Maar ik had niet echt de intentie om ‘de student uit te hangen’, daar was het het moment niet voor. Ik vond het best jammer als je zag wat er die eerste avond aan de Overpoort gebeurde. Ik heb het gevoel dat de studenten daardoor in hun geheel gestigmatiseerd werden, alsof wij allemaal uitgingen en de tweede golf mee veroorzaakten. Terwijl de meesten zich juist goed aan de regels hielden.

“Ik begrijp wel dat wij niet als eersten zullen worden gevaccineerd. De druk op de ziekenhuizen moet omlaag, en jongeren belanden niet zo snel in het ziekenhuis. Laat de kwetsbaarste groepen dus maar voorgaan. Als jongeren voorgetrokken worden, komt er toch weer kritiek.

“Het is niet evident om nieuwe mensen te leren kennen. Tijdens de practica ben je te druk bezig om het experiment goed uit te voeren. Alleen aan de fietsenstalling kon je af en toe een babbeltje slaan. Ik ben ook een aantal keer naar een studentenvereniging geweest, maar het is moeilijk om contacten te onderhouden als je hen daarna niet terugziet. Met de klasgroep hebben we wel een Discord-server, maar je ziet daar dus alleen usernames. Eigenlijk weet ik zelfs niet wie daar op mijn vragen antwoordt.

“Ik ben al een maand niet op de campus geweest. Dat de hoorcolleges afgeschaft zouden worden, verwachtte ik wel. Ook voor de lockdown in maart hadden we maar drie uur per week les op de campus. Maar de practica zouden blijven doorgaan. Die zijn echter ook een tijd weggevallen, en dan voel je je toch wat verraden. Nu heeft de universiteit een toegeving gedaan en staan ze weer op het programma. Dat is goed. Juist naar die practica kijk je het meest uit.

“Ik voel me alleen student omdat ik lessen aan de universiteit volg, verder is er weinig spannends aan. Ik zit veel voor mijn computer, voor school, op YouTube of Netflix. Soms ga ik wandelen of bel ik met vrienden uit het middelbaar.

“Dat is wel een positieve bijwerking van corona. In het zesde middelbaar hoor je voortdurend: geniet er nog van, want zodra je in het hoger zit, ga je elk je eigen weg en valt die groep snel uit elkaar. Maar die nieuwe, frisse wind is er nooit echt gekomen. En dus hoor ik mijn vrienden van het middelbaar nog evenveel.

“Of corona de grote mijlpaal voor onze generatie wordt? Dat hierna alles beter wordt? Zo optimistisch ben ik niet. Ik zou willen dat corona de aanzet was om dieper te gaan nadenken over ons consumptiegedrag, onze manier van reizen en vrijetijds­gebruik, maar ik zie dat niet gebeuren.”  

Pauline de Guchtenaere (18): ‘Soms vraag ik me af waarom ik eigenlijk nog studeer’

Eerste jaar lerarenopleiding lager onderwijs, Arteveldehogeschool, woont in Lokeren

“Het verloopt toch allemaal anders dan ik me had voorgesteld. In het middelbaar hoor je allerlei verhalen over het studentenleven, maar daar heb ik nog niet veel van gemerkt. Ik heb dan ook best even getwijfeld of ik me zelfs zou inschrijven. Zou het wel lukken, met zo veel lessen online? Zou ik niet beter gewoon gaan ­werken?

Pauline De Guchtenaere: 'Mijn dagen? Die bestaan eigenlijk uit les volgen, wat tv kijken en slapen.’Beeld Damon De Backer

“Sinds het begin van het academiejaar hebben we vooral veel zelfstudie. Zelfs als we naar school moesten, dan nog werden we in twee groepen ingedeeld. De ene groep volgde dan fysiek les, de andere groep moest in een ander lokaal de online meevolgen met de groep die thuisbleef. Vorige week gebeurde het nog dat niemand binnen raakte op de online­les, dus zat die prof gewoon een halfuur tegen zichzelf te praten. Zij zijn ook nog zoekende.

“In het begin viel het me op hoe nauwgezet ­iedereen de coronaregels volgde. Na verloop van tijd zag je wel dat mensen wat losser werden, het mondmasker ging tijdens de pauzes al eens wat vaker af. Dan was het extra vreemd dat tijdens de ateliers de klasgroepen gemixt werden. Dat vond ik niet verantwoord.

“Ook tijdens mijn stage had ik eerst een dubbel gevoel. Je zit de hele week thuis, en dan moet je ineens op stage, tussen kinderen die geen mondmasker dragen. Bovendien heb ik een zwak immuunsysteem, en mijn broer thuis heeft astma. Voor mij had die stage dus gerust wat kunnen wachten.

“Met een bang hartje en een mondmasker met filter ben ik eraan begonnen, maar de kinderen volgen de coronaregels beter op dan ik verwachtte. En ergens ben ik blij dat ik zo toch nog eens buiten mag.

“Mijn dagen? Die bestaan eigenlijk uit les volgen, wat tv kijken en slapen. Je hebt weinig om naar uit te kijken. Ik moet er echt voor waken dat ik op een bepaald moment het schoolwerk links laat liggen en ontspanning neem, want anders bestaan mijn dagen alleen maar uit schoolwerk. Vorige week had ik opeens door dat ik de hele week nog niet buitengekomen was, dus ben ik maar gaan wandelen met mijn ouders.

“Onze klasgroep is vrij sociaal, maar ook in de eerste weken zagen we elkaar maar een paar keer per week. Nu gaat alles online. Het is niet dat we niet praten, maar ik kan toch moeilijk zeggen dat ik echt al vriendschappen heb opgebouwd.

“Ik heb elke week wel een momentje dat ik te hard begin na te denken, en me afvraag waarom ik zelfs studeer. Toch heb ik er wel vrede mee. In de eerste golf was alles nieuw en onzeker. Maar nu heb ik er een beter zicht op, en besef ik dat ik dit jaar geen normaal studentenleven meer zal hebben.

“Ik verlang vooral naar het moment waarop ik nog eens naar een festival kan.”