Zuid-Koreaanse filmregisseur Kim Ki-Duk overleden aan COVID-19
De films van de Zuid-Koreaan Kim Ki-Duk vielen in de prijzen op de festivals van Cannes, Venetië en Berlijn. Enkele bekende titels: "Bin- jip" of "Spring, summer, fall, winter... and spring". Kim Ki-Duk is op zijn 59e overleden in Letland, na een coronabesmetting. De laatste jaren was hij verwikkeld in #MeToo-schandalen.
Kim Ki-Duk maakte heel eigen, tegelijk brutale en esthetische films, die bij publiek, critici en filmjury’s in de smaak vielen. Hij werd beschouwd als een van de belangrijke Aziatische regisseurs, hoewel hij in zijn eigen land minder succes had dan daarbuiten.
Voor “Pièta” (2012), een film over de relatie tussen een jonge woekeraar en een vrouw die zijn moeder beweert te zijn, kreeg hij de hoogste onderscheiding op het Filmfestival van Venetië, de Gouden Leeuw.
Met “Bin-jip” (met muziek van de Belgische Natacha Atlas) en “The Samaritan Girl”, allebei uit 2004, won hij de prijzen voor beste regie op de filmfestivals van respectievelijk Venetië en Berlijn. Zijn persoonlijke documentaire “Arirang” won in 2011 de prijs “Un certain regard” op het festival van Cannes.
Een van zijn bekendste films is “Spring, summer, fall, winter… and spring” uit 2003, een trage parabel-achtige en symbolische film die zich afspeelt in een boeddhistische tempel op een meer.
#MeToo
Kim Ki-Duk kreeg geregeld kritiek uit feministische hoek omdat zijn films vrouwonvriendelijk zouden zijn. Ook het geweld in zijn films, op mens en dier, lokte controverse uit.
In 2017 werd Kim Ki-Duk ervan beschuldigd dat hij actrices zou hebben aangerand. Het onderzoek werd later gestaakt. Sindsdien vermeed de regisseur de publieke belangstelling. Hij filmde wel nog in Kazakhstan en verbleef al een poosje in Letland, waar hij zich naar verluidt wou vestigen. Daar is hij overleden na een coronabesmetting. Kim Ki-Duk werd 59 jaar.