© ATV

Begrafenisondernemer vrijgesproken na ongewilde crematie

De rechtbank heeft een begrafenisondernemer uit Borgerhout vrijgesproken voor schriftvervalsing, nadat hij per vergissing de verkeerde overledene had gecremeerd. Volgens de nabestaanden had hij met documenten gesjoemeld om zijn fout te verdoezelen. Het openbaar ministerie vond het bedrieglijk opzet niet bewezen en had zelf de vrijspraak gevorderd.

Bron: BELGA

De 85-jarige Jozef Verswijver stierf op 1 juni 2015 in het Middelheimziekenhuis. Er werd met de begrafenisondernemer een klassieke begrafenis afgesproken. Toen de nabestaanden het lichaam twee dagen later een laatste keer wilde gaan groeten, bleek Jozef gecremeerd te zijn. En dat was nu net wat hij absoluut niet wilde. Zijn kist bleek per vergissing te zijn verwisseld met de kist van een andere overledene.

De begrafenisondernemer betaalde de kosten en de koffietafel, maar de familie diende twintig maanden later alsnog klacht in wegens schriftvervalsing, omdat ze ervan overtuigd was dat hij zijn fout had proberen te verdoezelen.

Zo werd de aanvraag tot crematie niet door de weduwe, maar door de begrafenisondernemer ondertekend. De toestemming tot crematie was bovendien gebaseerd op een medisch attest van een controlearts die het lichaam onderzocht zou hebben toen het eigenlijk al gecremeerd was.

“Creatief”

De begrafenisondernemer werd aanvankelijk buiten vervolging gesteld, maar na beroep door de nabestaanden zag de kamer van inbeschuldigingstelling toch aanwijzingen van bedrieglijk opzet en verwees hem naar de rechtbank.

Het openbaar ministerie, dat zélf de buitenvervolgingstelling had gevorderd, vroeg de vrijspraak. De begrafenisondernemer was volgens de procureur “creatief” geweest bij het regelen van zijn administratie, maar hij vond het bedrieglijk opzet niet bewezen.

De verdediging ontkende met klem dat er gesjoemeld werd. Toen bleek dat het foute lichaam gecremeerd werd, had de begrafenisondernemer mét toestemming van de familie een aanvraag tot crematie opgesteld en die in opdracht van de weduwe ondertekend zodat de familie de as van de overledene kon terugkrijgen. Aan de dokter werd gevraagd om opnieuw een medisch attest op te stellen, want het oorspronkelijke was al vernietigd omdat dat voor een klassieke begrafenis niet nodig was.

Volgens de verdediging had hij dus alleen maar de administratie aan de realiteit willen aanpassen. De rechtbank vond de feiten niet bewezen en sprak de begrafenisondernemer vrij. blg

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER Rechtbank Antwerpen