Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten over betonstop: "Onbetaalbaar voor ons"

De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) vreest dat de bouwshift ook na de voorgestelde bijsturingen niet of slechts gedeeltelijk kan worden gerealiseerd. Steden en gemeenten krijgen heel wat verantwoordelijkheid in de realisatie van de bouwshift, maar de financiële kosten dreigen zodanig op te lopen dat de factuur voor hen onbetaalbaar wordt. 

De betonstop heeft als doel om de inname van open ruimte tegen 2025 te halveren en tegen 2040 te stoppen. De Vlaamse meerderheid communiceerde woensdag over de grote lijnen van een langverwacht akkoord.

De VVSG vreest dat de bouwshift ook na de voorgestelde bijsturingen op Vlaams niveau niet of slechts gedeeltelijk kan worden gerealiseerd. "Steden en gemeenten krijgen heel wat verantwoordelijkheid in de realisatie van de bouwshift maar de financiële kosten dreigen zodanig op te lopen dat de factuur voor hen onbetaalbaar wordt", zegt woordvoerster Nathalie Debast.

Dat heeft vooral te maken met de hogere planschadevergoeding die ze moeten betalen bij herbestemming van gronden: Vlaanderen telt vandaag 43.000 hectare grond die het bouwen van woningen toelaat. Volgens de VVSG is 70 procent daarvan bouwgronden in woongebied die nog niet bebouwd zijn. De Vlaamse overheid legt het initiatief om slecht gelegen bouwgrond te herbestemmen, nu duidelijk bij de gemeenten. "Dat is een goede zaak, de gemeente kent de ruimtelijke situatie het beste. Dat de Vlaamse overheid de factuur echter volledig bij de gemeenten legt, maakt de bouwshift onbetaalbaar voor de steden en gemeenten", aldus Debast.

De Vlaamse overheid plaatst de overige 30 procent van de gronden, namelijk die in woonreservegebied, tot 2040 onder een stolp, goed voor ongeveer 12.000 hectare gronden. De gronden kunnen enkel nog worden bebouwd als de gemeenteraad er toestemming voor geeft. Indien de gemeente de bestemming van een woonuitbreidingsgebied op basis van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) wil wijzigen, bijvoorbeeld naar open ruimte of parkgebied, zal ze ook dan een planschadevergoeding moeten betalen.

Als er met deze gebieden in 2040 niets is gebeurd, neemt de Vlaamse overheid zelf initiatief voor een herbestemming naar landbouw of natuur en betaalt ze een schadevergoeding. In het nieuwe voorstel ziet de Vlaamse overheid af van een aantal instrumenten die niet rijp waren om te worden ingevoerd. Ook de verscherpte motiveringsplicht waarbij de overheid telkens expliciet moet motiveren waarom zij een bepaald instrument inzet, gaat niet door. Dat komt tegemoet aan een vraag van de VVSG.

De Vlaamse overheid wil dat we tegen 2040 geen hectare bijkomende open ruimte meer aansnijden voor bebouwing. "Dat betekent dat we de bebouwing van slecht gelegen bouwgronden ook daadwerkelijk moeten tegengaan. Dat is de bouwshift. De gemeenten scharen zich achter die doelstelling. Ze hebben terreinkennis en via de opmaak van ruimtelijke plannen kunnen ze voorkomen dat teveel op slecht gelegen plekken wordt gebouwd. Omdat er een ruim overschot aan bouwgronden is, is die uitdaging enorm", aldus Debast nog.

Meest gelezen