Direct naar artikelinhoud
InterviewLust & liefde

‘Mijn teller staat op zeven vrouwen. Ik ben getrouwd geweest met een andere man dan ik dacht’

Archiefbeeld.Beeld Getty Images

Een kater. Dat is wat Inge (48) overhoudt aan haar huwelijk, dat op drijfzand gebouwd bleek te zijn. Hij verkondigde dan wel plechtig dat hij nooit met een andere vrouw naar bed zou gaan, in realiteit bleek het toch net ietsje anders. 

“De omvang van dit drama is immens. Nu mijn geschiedenis anders blijkt dan ik dacht, moet die herschreven worden. Ik heb behoefte aan een ander perspectief, aan antwoorden zo je wil, om rust te kunnen vinden. Ik voel me als een spelletje tetris, soms past er ineens een blokje en lijkt het of ik alles begrijp, en even later kan ik proberen wat ik wil, maar botst alles. Mijn hele huwelijk heb ik ontzettend veel van hem gehouden en nu vraag ik me af of het ooit wederzijds was.

“Het gaat me niet eens om de andere ­vrouwen, dat zou nog wel te overzien zijn, ­verliefd wordt iedereen wel een keer. Nee, het is het leugen­achtige, zeggen dat je je niet kunt ­voorstellen dat je seks met een ander hebt en intussen veelvuldig in het geheim seks met een ander hebben. Hij leefde de achttien jaar van ons huwelijk altijd in raadselen en ik had het niet door. Nu alles voorbij is, vraag ik me af: wie was deze man?

“We leerden elkaar kennen in 1998, in mijn galerie. Een aantrekkelijke man die al snel riep dat hij verliefd op me was, waarna ik lachend mijn schouders ophaalde en zei: ik niet op jou hoor. In september 2001 gaven we elkaar drie kussen na een gezellige afspraak, de derde belandde net iets te dicht bij mijn mond, en ineens kreeg ik zin om hem vast te pakken.

“Eigenlijk waren we vanaf dat moment samen. Hij was grappig, creatief en lief. In 2004 werd onze oudste zoon geboren. Wat betreft de verzorging en organisatie van het gezin moest ik alles zelf regelen, dat had ik ervoor over. Een beetje denigrerend sprak hij over mijn werk als betaalde hobby, maar dat raakte me niet echt. Praat maar raak man, dacht ik. Zolang we het goed hebben en zolang jij dit nodig hebt, ga je gang. Evenmin vond ik het kwaadaardig dat hij zijn papadag al snel voor gezien hield, niet kon onthouden hoe laat de schoolbel rinkelde en op vrijdag zei: euh, hebben we dit weekend nog verplichtingen?”

Flirten hoort erbij

“Wij waren een superkoppel. De zomers ­waren geweldig. Die vakanties beleefden we eerst met ons drieën en later, na de geboorte van ons tweede en derde kind, met z’n vijven. Op een of andere manier kon ik een hele herfst teren op de herinneringen aan een zomervakantie. Irritaties waren er wel, bijvoorbeeld over zijn aan arrogantie grenzende whiteboard. Daarop liet hij zijn stagiaire aantekeningen maken over onze privé- en gezinsafspraken, waar hij vervolgens een foto van maakte. Zoiets was natuurlijk geen reden om uit elkaar te gaan.

“Hij was iedere avond weg. Hij kwam eten en vertrok weer naar de zaak. Op een gegeven moment was ik mijn eigen gezeur daarover beu, en toen ik een megaopdracht aangeboden kreeg, besloot ik het gewoon te doen en alles los te laten. De sfeer in huis knapte op want ik zat hem niet meer op de huid, de gesprekken ­tussen ons werden weer vrolijker. Ik was trots, want ik had de knop gevonden die toegang ­verschafte tot een nieuw soort, nog niet eerder aangesproken huwelijksgeluk.

“Tot hij zei: in die mannenwereld van jou moet je natuurlijk ook soms flirten. Ik herinner me zijn opmerking, die middag in 2018, nog goed. Ik zag er iets schalks in. Zou je het niet fijn vinden, vroeg hij, om in een intiemere setting met die mannen om te gaan? Ik lachte, zei dat ik het heerlijk vond om na gedane zaken weer naar huis te gaan, naar hem en de kinderen. Maar hij vond het nodig om zijn opmerking kracht bij te zetten: als jij daar behoefte aan hebt, vind ik dat zeker goed.

“Er zat een ongemakkelijke twist in zijn woorden, of beter: in de intentie ervan. Hij bleek met zijn insinuaties niet alleen naar een open relatie te hinten of zelfs maar naar een vrijbrief voor vreemdgaan, de echte mindfuck zat ‘m in de jaloezie die volgde. Jaloers op mijn niet bestaande geflirt dat hij zelf aanmoedigde.

“Ik had een werkafspraak met een collega in het weekend, en daarin zag hij het bewijs dat ik een affaire had. Hij begon me te controleren. Vroeg me als ik thuiskwam: hebben jullie het weleens over seks? Nee, niet met een collega, antwoordde ik. Maar ik maakte eruit op dat hij het daar met zijn vrouwelijke wandelmaatje wel over had. Vind je mijn vrouw leuk, vroeg hij ook eens aan die man.

“Zijn manipulaties en verdraaiingen werden erger en erger, zonder dat ik daar invloed op had, zonder enige reden en aanleiding. Maar ze misten een definitieve uitwerking op mij, ­maakten geen daadkracht bij mij los. Ze ketsten af tegen mijn brein dat niet in staat was zoveel lelijkheid te rijmen met de schoonheid die er ook nog steeds was. Het was niet de angst om alleen te zijn, die me al die jaren deed blijven. Ik kon hem niet volgen. Als hij te ver ging, maakte ik flinke ruzie, dan was de boel weer opgeschud en veroverde hij me weer, een ritueel dat ik ­aanzag voor liefde. Keer op keer bleef hij ­herhalen dat ik zijn grote liefde was, het ­waanzinnige idee dat ik iets zou hebben met die collega maakte hem gek.

“Inmiddels heeft hij toegegeven ‘heerlijke seks’ te hebben gehad buiten ons huwelijk. Mijn teller staat intussen op zeven vrouwen. Vijftien van de achttien jaar ben ik getrouwd geweest met een andere man dan ik dacht. Ik heb behoefte alles in kaart te brengen, zodat ik ­verder kan. Maar voor een helder overzicht is een zekere logica nodig. Mijn ‘niet begrijpen’ is brandstof voor zijn niet aflatende macht en onze scheiding is behalve de grootste bevrijding ook mijn grootste vernedering.”