Eindtermen goedgekeurd: conflict tussen Weyts en katholiek onderwijs lijkt onafwendbaar

De Vlaamse regering heeft de eindtermen voor de tweede en derde graad van het secundair onderwijs goedgekeurd. Eindtermen zijn de minimumdoelen die de politiek vastlegt voor alle Vlaamse scholen. Scholen, netten of koepels mogen zelf beslissen hoe ze die dan onderwijzen aan leerlingen. Het is de bedoeling dat de eindtermen voor de tweede graad ingaan op 1 september 2021.

Over die eindtermen bestaat al twee jaar lang discussie, ondanks talloze verzoeningspogingen. Grosso modo zijn er twee grote discussiepunten. Een eerste komt uit het TSO, BSO en KSO. Daar klinkt het dat er te veel focus gelegd wordt op algemene vorming waardoor er te weinig ruimte overblijft voor technische, praktische of kunstvakken.

Een praktijkcommissie, bestaande uit leerkrachten, zal de eindtermen daarom na een schooljaar evalueren. “De opmaak van nieuwe eindtermen is altijd een theoretische oefening, maar we gaan bij de leerkrachten zelf toetsen of ze ook op de klasvloer de beste oplossing zijn”, zegt Weyts.

Het is vooral de tweede discussie die voor problemen dreigt te zorgen. Volgens het katholiek onderwijs, het onderwijs van de steden en gemeenten (OVSG) en de kleine onderwijsverstrekkers zoals het Steineronderwijs zijn de eindtermen voor de tweede en derde graad in het algemeen veel te uitgebreid. Om ze te kunnen onderwijzen zou alle lestijd opgesoupeerd worden, waardoor er te weinig ruimte overblijft om eigen accenten te leggen.

Vooral het katholiek onderwijs was erg vocaal in haar protest en ziet haar gelijk in een recent advies van de Raad van State over de eerste versie van de eindtermen. De Guimardstraat dringt daarom aan op een grondige versobering van de teksten.

Weyts ziet de eindtermen dan weer als een belangrijk instrument om de dalende onderwijskwaliteit op te krikken. “We moeten daar niet flauw over doen, de onderwijskwaliteit staat onder druk”, zegt hij. “We moeten de lat terug hoger leggen.”

Weyts zegt dat hij scholen wel degelijk de vrijheid laat te bepalen hoe ze de eindtermen geven. Hij doet enkele technische aanpassingen. Zo mogen scholen de eindtermen realiseren binnen lesuren van álle vakken. “Voortaan kan bijvoorbeeld een leerling-vloerder oppervlaktematen ook in de praktische vakken aangeleerd krijgen in plaats van enkel en alleen in de wiskundeles. Zo krijgen scholen kansen om op een echt geïntegreerde manier te werken”, zegt Weyts. Volgens Weyts’ kabinet fungeren de aanpassingen als een ventiel “waardoor er meer onderwijstijd vrijkomt voor het pedagogische project van scholen”.

De minister zelf spreekt over “een poging om aan de twee majeure bezwaren tegemoet te komen”. In een nieuwsbrief naar haar leerkrachten zegt het katholiek onderwijs echter dat “de Vlaamse regering (de eindtermen, red.) zo goed als ongewijzigd goedkeurt”. “Minister Weyts legt dus het advies van de Raad van State naast zich neer en weigert onze uitgestoken hand om de eindtermen grondig te versoberen”, klinkt het.

In tegenstelling tot het Katholieke net, is het onderwijsnet van de Vlaamse Gemeenschap (GO!) wel tevreden over de nieuwe eindtermen.

Volgens afgevaardigd bestuurder Raymonda Verdyck zijn aanpassingen doorgevoerd waarmee de regering tegemoet komt aan het advies van de Raad van State, terwijl het ambitieniveau hoog blijft.

“Het is alle hens aan denk om samen met onze scholen de implementatie van die eindtermen door te voeren zodat we op 1 september klaarstaan”, zegt Verdyck. “We zullen de leerplannen en voorbeeldlessentabellen finaliseren en alles op alles zetten om onze scholen de komende maanden begeleiden in dit veranderingstraject.”

Wat nu? De eindtermen moeten nog worden goedgekeurd door het Vlaams Parlement. “Over de uitkomst daarvan zal onze raad van bestuur zich opnieuw beraden. Een procedure bij het Grondwettelijk Hof behoort dan tot de mogelijkheden”, schrijft het katholiek onderwijs.