Direct naar artikelinhoud
Reportage

Jos Hermans (96), de eerste Vlaming die maandag het vaccin krijgt: ‘Ik wil 100 jaar worden. Met die spuit lukt dat misschien’

Jos Hermans: ‘Ik ben altijd voorzichtig geweest. Natuurlijk heb ik het bezoek gemist, maar er kwam soms nog té veel volk over de vloer.’Beeld BELGA

Jos Hermans (96) is de man die maandag als eerste in Vlaanderen het coronavaccin zal krijgen. Niet toevallig woont Hermans in Puurs, waar farmareus Pfizer miljoenen en miljoenen ampullen produceert. En dus was er, volgens burgemeester Koen Van den Heuvel (CD&V), weinig lobbywerk nodig: ‘In Brussel begrijpen ze de symboliek wel.’

Daar zit hij, fier in een rolstoel en met een dekentje over zijn schouders gedrapeerd, aan het schuifraam van woon-zorgcentrum Sint-Pieter in Puurs. Jos Hermans is plots, op zijn 96ste, voor eventjes wereldberoemd – of toch in Vlaanderen. De man die zijn hele leven werkte als landbouwer in deelgemeente Liezele – “Noem mij maar boer Jos” — zal maandag als allereerste het coronavaccin krijgen.

Niet toevallig is dat er eentje van Pfizer: wie goed kijkt, ziet de rookpluimen van de fabriek opstijgen boven het dak van het rusthuis. Aan de andere kant van de gemeente, langs de grote steenweg richting de A12, vertrekken nu al elke dag vrachtwagens vol ampullen naar alle landen van Europa. Dus is het maar logisch dat Puurs de eer krijgt om de eerste Vlaamse gevaccineerde te leveren. “Daar was maar weinig lobbywerk voor nodig”, lacht burgemeester Koen Van den Heuvel (CD&V) van achter zijn mondmasker. “De inwoners zaagden mij erover trouwens de oren van de kop: ‘Wij maken dat vaccin, dan krijgen wij het toch als eerste?’ In Brussel begrepen ze die symboliek ook wel.”

Maandag om 10 uur is het zover. Dan zal Jos Hermans de hemdsmouw aan zijn rechterarm opstropen en het eerste spuitje laten zetten. Een dag of vijftien à twintig later volgt het tweede. Dan zou hij – en met een werkzaamheid van 95 procent is dat een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid – helemaal veilig moeten zijn voor het virus dat nu al sinds maart het leven aan banden legt. Ook het leven van Hermans, zegt hij.

“Ik ben altijd voorzichtig geweest. Natuurlijk heb ik het bezoek gemist, maar er kwam soms nog té veel volk over de vloer. Want al die mensen brengen de ziekte mee”, zegt hij. Zijn drie kinderen – eentje is er overleden – acht kleinkinderen en elf achterkleinkinderen hebben het ook mogen horen: al dat bezoek was voor niks nodig. “Ik heb een telefoon”, zegt Hermans, en klopt op zijn broekzak. “En ik heb een televisie op mijn kamer. Méér had ik niet nodig: in Sint-Pieter zijn we behandeld gelijk koningen – niet werken, altijd goed eten.” (lacht)

Sfeermaker in rusthuis

Directeur Fred Rogier hoort het zijn oudste bewoner graag vertellen. “Jos heeft altijd iedereen aangemaand om zich aan de regels te houden. Kwam er iemand zijn kamer binnen, dan vroeg hij meteen waar dat bezoek goed voor was. Had je geen goeie reden, dan stuurde hij je gewoon weg.”

Dus toen duidelijk werd dat Puurs de eer kreeg om als eerste zijn rusthuisbewoners te vaccineren en dat het in ‘zijn’ wzc Sint-Pieter zou gebeuren, twijfelde directeur Rogier niet lang: Jos Hermans, de vrolijke man die al zes jaar op de tweede verdieping woont, zou het allereerste spuitje krijgen. “De manier waarop Jos zich door de moeilijke maanden heen heeft geslagen – zonder morren, zonder verslapping de maatregelen volgen én iedereen erop attenderen – dat verdient een bloemetje.

“Hij is ook degene die er de sfeer in houdt. Vierden we een honderdjarige of een huwelijksjubilee van iemand van zijn verdieping, dan ging Jos steevast alle bewoners af voor een kleine bijdrage. Dan zorgde hij ervoor dat er op het feest een mooi cadeau was van de 30 andere bewoners van de tweede verdieping. Of hij liet een 14-jarig nichtje komen zingen om iedereen een leuke namiddag te bezorgen. Wij mochten haar dan nooit iets geven, maar reken maar dat ze een schone cent van Jos kreeg toegestopt. Bovendien is hij ook gewoon de oudste bewoner van ons rusthuis, dus dat maakt de keuze helemaal logisch.”

Moedermelk

Hermans kijkt er erg naar uit, naar dat vaccin. Niet omdat hij vermoedt dat het leven dan snel zijn gewone gangetje zal gaan. Wel omdat hij ándere plannen heeft. “Ik ben 96 jaar en van zins om 100 jaar te worden. Niks meer, niks minder. Zenuwachtig ben ik daar niet voor, voor dat spuitje. Ik ben grootgebracht met moedermelk en kerkelijk gezag en daarna ben ik, gelijk mijn vader, boer geworden. Awel, ge weet wat ze zeggen over boeren? En de boer, hij ploegde voort. Met die spuit kan ik ook nog een beetje voortploegen, hé.”