Direct naar artikelinhoud
InterviewPeter Piot

‘Dat westerse ‘me, myself and I’ gaat ons parten spelen. Als we nu geen lessen trekken, weet ik het ook niet meer’

Peter Piot: ‘Ik heb jaren geleurd met een lezing getiteld ‘zijn we klaar voor een pandemie?’’Beeld JOE HART

Sinds covid hem haast klein kreeg, is viroloog Peter Piot (71) gemotiveerder dan ooit om het virus zélf klein te krijgen. Zijn kompas bepaalt mee de vaarroute van de EU in deze crisis. ‘De epidemieën zullen elkaar sneller opvolgen.’

“Kijk, ik laat het je zien.” Peter Piot beweegt zijn laptop zodat we kunnen zien dat hij niet aan zijn bureau zít, maar staat. “Dat is gezonder. Zeker nu alle meetings online zijn en we de hele tijd zitten. Daar word je dik van”, zegt de internationaal gerenommeerde wetenschapper. Op de achtergrond glinsteren de lichtjes in de kerstboom die zijn Londense huiskamer siert. “Normaal gezien feesten wij in België. Dit keer niet. Ik ben te bang om dit virus opnieuw op te lopen.”

Dat Piot, een legende in de strijd tegen ebola en aids, vandaag staand kan werken en ons met energie en humor een uur te woord kan staan, leek zo’n acht maanden geleden niet waarschijnlijk. Toen werd de directeur van de London School of Hygiene and Tropical Medicine (LSHTM) onverbiddelijk door dat sluwe SARS-CoV-2 tegen de grond gekwakt. Hij belandde in het ziekenhuis, liep longschade op en vreesde voor zijn leven. “Het is de wraak van de virussen. Ik heb hen het leven zuur gemaakt, nu hebben ze me alsnog te pakken”, zei hij in zijn eerste interview na de ziekte met The New York Times.

Piot leek al die jaren ‘te midden van de virussen’ inderdaad immuun voor de ellende die ze kunnen teweegbrengen.

In 1976 zat hij als student virologie aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde in een internationaal team dat een onbekende koortsziekte in Congo onderzocht. Die gaven ze de naam van de nabijgelegen rivier Ebola. In de jaren 80 toonde Piot aan dat de desastreuze slim-ziekte in Afrika werd veroorzaakt door hetzelfde virus dat in de Verenigde Staten jonge homomannen doodde. Hij werd de eerste directeur van UNAIDS, het hiv-bestrijdingsprogramma van de Verenigde Naties. In 2012 publiceerde hij zijn boek Geen tijd te verliezen, waarin hij waarschuwt voor een pandemie.

Toen het coronavirus begin dit jaar in zijn vizier kwam, hield Piot als vanzelf op met zijn vele internationale contacten de hand te schudden. Toch schatte ook hij dit exemplaar verkeerd in. “Ik dacht dat het als griep zou zijn of zoals SARS (dat zich niet ruim wist te verspreiden, red.)”, zegt hij. Koorts, hoofdpijn en extreme uitputting deden hem midden maart beseffen dat hij dat onbekende virus zelf onder de leden had en het niet zomaar een griep was. Het voelde “alsof hij door een bus was aangereden”.

“Ondertussen ben ik veel beter”, zegt hij. “Wel ben ik erg moe en moet ik al om tien uur mijn bed in. Dat is niets voor mij. Ik was altijd meer een nachtmens. Toen De Morgen nog Vooruit heette, ging ik in Gent met de journalisten na hun deadline pintjes pakken. Maar sinds Covid-19 heb ik acht à negen uur slaap nodig. Ik heb net het boek Why We Sleep uit van neurowetenschapper Matthew Walker (Berkeley University), die aantoont hoe belangrijk slaap is. Dat heeft me met mijn nieuwe nood verzoend.” (lacht)

U lijkt ook een stuk energieker dan enkele maanden geleden?

“Dat ben ik ook. Maar ik heb toen bewust enkele interviews gegeven omdat ik de impact wilde tonen. Het gaat de hele tijd over cijfers. Maar uit mijn ervaringen met aids weet ik dat patiënten aan het woord moeten komen. Zo wil ik het voor iedereen echt tastbaar maken. Ook voor de vele experts die nooit patiënten zien. Twee weken geleden was ik te gast op een workshop van de Amerikaanse National Institutes of Health (overheidsagentschap, red.) over de langetermijneffecten van Covid-19. Als viroloog maar ook als patiënt. Dat was moeilijk, zeer emotioneel. Maar omdat ik zelf heb gevoeld wat dit virus kan aanrichten, ben ik nu dubbel zo gemotiveerd om ertegen te strijden. En dat moet ook met getuigenissen.”

Brengt patiënt zijn u ook wetenschappelijk iets bij?

“Ja. Ik ondervind meteen dat het veel meer was dan een longziekte. Ik had zenuwpijn, zuurstoftekort, bloedklontering, een longinfectie en later een hevige immuunreactie. Ondertussen weten we dat er heel wat impact op langere termijn is, van nierschade tot hartproblemen. Ook bij jongere mensen. Dat wil ik ook meegeven. Er is een hele groep die het overleeft maar niet meer de oude wordt.

“Bovendien begrijp ik nu beter waarom er nog geen behandeling is. De ziekte loopt in fases. Eerst die acute virale infectie, dan die zware immuunreactie. De behandeling zal moeten afhangen van de fase. Het verklaart waarom er van tests met medicatie tegenstrijdige resultaten zijn. Men vergelijkt patiënten die in verschillende fases zitten. Daarom komt er niet één mirakelmedicijn. En daarom is het zo belangrijk dat je niet besmet raakt. Zelfs nu ben ik supervoorzichtig. We weten nog niet zeker hoelang je immuun blijft. Het allerlaatste wat ik wil, is nog eens besmet raken. Het was echt traumatisch.”

Heeft het u veranderd?

“Omdat ik zo dicht bij de dood kwam, dacht ik na over wat het belangrijkste is in mijn leven. Alles wat ruis is, achtergrondlawaai, wil ik schrappen, zoals de onzin en het gedoe die sociale media creëren. En ik heb mezelf beloofd meer ‘nee’ te zeggen. Ik moet wel zeggen dat dat niet erg goed aan het lukken is.”

Hoezo?

“Ik geef weer bijna dagelijks een lezing, ik run de London School of Hygiene and Tropical Medicine die gemanaged en gefinancierd moet blijven. Gelukkig zijn wij een erg internationaal gezelschap en al jaren pionier in afstandsonderwijs. Ook zijn we recent begonnen met telewerk, omdat ik erg met de klimaatverandering bezig ben. Naar New York vliegen voor één lezing, dat deden wij al niet meer. Dus toen corona plots opdook, hadden wij echt voorsprong met telewerk en afstandsonderwijs.

“Maar juist doordat alles nu online is, kan ik veel moeilijker invitaties weigeren. Ik ken zo veel mensen, en de kennis en inzichten over dit virus delen is zo cruciaal, dat het niet makkelijk is minder te werken. De laatste tijd werk ik zelfs extra veel, door die mutatie van het virus die hier in Groot-Brittannië is gesignaleerd. Als directe adviseur van Ursula von der Leyen (voorzitter van de Europese Commissie, red.) is het dan aan mij om met wetenschappelijk advies voor het beleid te komen. Gisteren (maandag, red.) was er een noodvergadering met de wetenschappelijke raad van experts uit de 27 lidstaten. Voor België is dat Steven Van Gucht.”

‘Omdat ik zo dicht bij de dood kwam, dacht ik na over wat echt belangrijk is. Alles wat ruis is, wil ik schrappen.’Beeld JOE HART

Wat is het wetenschappelijk advies aan de politiek over die mutatie?

“De consensus is dat reizen geen goed idee is, maar dat nu alleen voor Groot-Brittannië de grenzen sluiten geen zin heeft want die variant is op 20 september voor het eerst in Kent gedetecteerd. Die zit dus al overal, ook op het continent. De Britten sequencen (uitgebreider onderzoek doen naar de uitslag van een coronatest en de genetische code van het virus per persoon in kaart brengen, red.) nu eenmaal enorm veel. Meer dan de helft van alle virussequenties in de wereld komt uit het Verenigd Koninkrijk, dus daar raakt zo’n mutatie snel bekend.

“Ook is nog niet 100 procent zeker dat die mutatie nu zo veel besmettelijker is. Dat is niet makkelijk te bewijzen. Je zou een groep mensen besmet met deze variant en een groep besmet met de bekende variant moeten vergelijken, wat natuurlijk niet kan. Het bewijs is dus indirect.

“Hier – maar ook in België, Nederland, Duitsland is – er een versnelling van de verspreiding. Maar ik zie eerder het gedrag van mensen als oorzaak. Bij ons in Londen kon je tien dagen geleden nog op restaurant gaan. Ik zag bomvolle eethuizen, mensen aan tafels met zes die luid praatten, riepen, zongen. In Oxford Street en Regent Street (twee grote Londense winkelstraten, red.) kon je over de koppen lopen. Bijna niemand droeg een masker. Ik moest twee keer in quarantaine omdat ik in België en Zwitserland was geweest. Nooit ben ik gecontroleerd. Dan heb je geen nieuwe variant nodig om de versnelde besmettingen te verklaren. Al kan het dat nu zowel die mutatie als gedrag meespelen. Tegenover de Commissievoorzitter is het dan mijn job om die feiten op een rij te zetten. Het is mijn nieuwe passie, die vertaling van wetenschap naar beleid.”

Het sluiten van de grenzen, zoals ook België deed, zorgde wel meteen voor chaos.

“Ja, juist daarom is een EU-strategie zo belangrijk. Maar kijk, binnen twee dagen is er een Europees advies voor reisbeleid met voorwaarden, zoals tests en quarantaines voor niet-essentiële reizen, maar dus geen complete blokkades.

“Aan het begin van de pandemie was het EU-niveau nogal een soep en wilden lidstaten ook niet Europees gecoördineerd worden. Nu wel. Dat komt volgens mij omdat er vertrouwen is gekomen in de Unie doordat de Commissie vaccins voor iedere Europeaan heeft weten te verzekeren. Die aankopen zijn iets zeer concreet en er is zelfs een geopolitiek belang. Wie het eerst kan beginnen te vaccineren, zal het eerst herstellen.”

Wie ligt voorop?

“In Europa is het zondag, maandag en dinsdag vaccinatiedag. Het vaccin van Pfizer/BioNTech dat zonet een positief advies kreeg van het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) zal op een en dezelfde dag in alle lidstaten worden geleverd. Ze zijn niet allemaal klaar om te starten en er zijn zeker nog niet voldoende vaccins voor iedereen.

“Maar die gelijktijdige levering voor de start is uniek en toont de Europese slagkracht. Aanvankelijk probeerden landen in hun eentje vaccins te kopen, maar dat is veel moeilijker, zeker voor kleine landen zoals België, die veel minder gewicht in de schaal kunnen leggen bij onderhandelingen. Nu profiteert België van de Europese strategie.

“Het is trouwens goed dat België start met vaccineren in de bejaardentehuizen. Of hoe heet dat tegenwoordig?”

Woon-zorgcentra.

“Nog zo’n eufemisme om het feit dat wij niet eeuwig leven mee te verdoezelen. (lacht) Maar de keuze om daar te starten is geen detail. De sterfte in die centra is in België zeer hoog geweest. Wel, die mensen gaan na vaccinatie niet meer sterven aan de gevolgen van dit virus.”

Wetenschap omzetten in politieke beslissingen is uw nieuwe passie. Wat is uw leidraad daarbij?

“Als wetenschapper moet je nederig blijven. De LSHTM is de derde belangrijkste academische instelling voor onderzoek naar wereldwijde gezondheid. Wij hebben teams van biostatistici, economen, clinici en moleculair biologen, die in de frontlinie van het onderzoek naar dit virus staan. Maar ik vind echt niet dat wetenschappers de wereld zouden moeten leiden. En al zeker geen academici. Dat zou een totale ramp zijn. Want doorgaans nemen zij geen beslissingen. Zij boeken juist vooruitgang door discussie, debat, eens iets proberen. Dat is wetenschap.

“Zoiets werkt niet voor beleid. Je kunt niet zeggen: ‘We gaan de grenzen een beetje sluiten en dan zien we volgende week wat dat geeft’, zoals onderzoekers zouden doen. Je moet beslissen: ‘We sluiten’ of ‘We sluiten niet.’

“Als adviseur benadruk ik ook dat je als beleidsmaker ‘en dan?’ moet kunnen zeggen. Dat is ook iets wat wetenschappers doen. De feiten recht in de ogen kijken, ze aanvaarden, koelbloedig beslissen en verder doen. Over die mutatie heb ik geadviseerd: ‘Die zit nu toch al overal en we zijn niet zeker of ze nu echt veel besmettelijker is. Dus we moeten niet veel doen. Er is ook niets anders dat we kunnen doen dan de maatregelen die er al zijn naleven. Reizen was al afgeraden, quarantainebeleid bestond al.’ Die mutatie is vooral een steun in de rug van beleidsmakers om de maatregelen beter te doen naleven.”

‘Dat westerse ‘me, myself and I’ gaat ons parten spelen. Als we nu geen lessen trekken, weet ik het ook niet meer.’Beeld JOE HART

De wetenschap moet nu veel sneller dan anders antwoorden bieden. Hoe gaat u daarmee om?

“Ik geef fouten toe. En als ik het niet weet, zeg ik dat. Wij zijn dat gewoon. We proberen iets te beheersen dat we nog maar pas leren kennen. Vergissingen zijn dan heel normaal en aanvallen op wetenschappers misplaatst. In de VS en hier wordt dat erg grof. Ik ben voor debat en transparantie, maar nu kijkt de hele wereld mee in de coulissen van het onderzoek en worden snippers informatie meteen in ideologische twisten op sociale media ingezet. Met wetenschap heeft dat niets te maken. Ik zit daar erg mee. Het dreigt het vertrouwen in wetenschap en beleid te ondermijnen. Maar ik zou niet weten hoe je dat kunt oplossen.”

U waarschuwt al lang voor dit soort pandemie. Hoe frustrerend is het dat er niet is geluisterd?

“Ik heb jaren geleurd met een lezing getiteld ‘Zijn we klaar voor de volgende pandemie?’. Nee dus. Samen met Bill Gates liet ik dan bijvoorbeeld op het Wereld Economisch Forum in Davos simulaties zien. ‘Interessant’, vond het publiek. Maar ze vonden het alleen intellectueel interessant. Het bleef niet plakken. Dus ik ken die frustratie. Er is inderdaad niet geluisterd.

“Maar het zit niet in mij om me daar dan in te wentelen. Ik vloek even, maar ga daarna verder. Het heeft ook met hiv jaren en jaren geduurd voor dat op de agenda stond. Maar als het vandaag niet gaat, dan probeer je morgen opnieuw en als het dan niet gaat, overmorgen opnieuw. Tot het wel lukt. Dat is mijn filosofie.

“Wat is het alternatief? Opgeven? Eeuwig sakkeren? Ik wil liever uitvissen waarom er niet is geluisterd. Met klimaatwetenschappers heb ik daarover gesproken. Ook zij zitten met dat probleem. Statistieken beroeren mensen niet. Was ik klimaatactivist, ik zou verhalen tonen van de talloze mensen die vandaag onder de opwarming kraken. Zoals wij dus ook deden bij hiv en zoals we nu ook meer met corona moeten doen in kranten, op tv, op TikTok.”

Hoe zullen het virus en de pandemie volgens u evolueren?

“Ik vermoed dat het virus endemisch (permanent aanwezig onder de bevolking, red.) zal worden maar wellicht minder schadelijk. Het kan zoals andere coronavirussen op den duur bijvoorbeeld vooral nog snotneuzen veroorzaken. Het is zelfs goed mogelijk dat die verkoudheidsvirussen uit de coronafamilie lang geleden ook schadelijker waren. Zo zijn er aanwijzingen dat een pandemie die in 1890 van Rusland naar Europa reisde geen griep was zoals lang gedacht, maar corona. Mogelijk wordt corona zoals griep, waarbij je telkens wel vaccins moet aanpassen.

“Maar ik voorspel niet graag. Er is nog zo veel onbekend. Hoelang ben je immuun na ziekte of vaccinatie? Kunnen we na het krijgen van een vaccin nog anderen besmetten? Zijn herinfecties echt heel uitzonderlijk? En die in Kent ontdekte mutatie lijkt de werking van de vaccins niet te verzwakken, maar zeker zijn we zijn nog niet.”

Het is dus ijdele hoop om te denken dat de vaccins vanaf de lente het normale leven terugbrengen.

“Tegen de zomer zal het leven normaler zijn dan vorige zomer. Maar het virus zal niet weg zijn. Het is ons alleen nog maar met pokken gelukt om een menselijk virus uit te roeien. Met polio lukt het sinds 2000 ieder jaar bijna maar net niet. Uitroeien is heel moeilijk. 2021 wordt een overgangsperiode. Mondmaskers zullen nodig blijven. Ik hoop daarbij op een culturele verandering zoals in Japan, waar mensen sinds de Spaanse griep altijd een mondmasker dragen als ze ziek zijn, om anderen te beschermen. Dat niet doen, is daar even onaanvaardbaar als hier op café een sigaret opsteken. Daarnaast moeten we ons goed voorbereiden op het volgende virus. De epidemieën zullen elkaar nu sneller opvolgen.”

Hoe deprimerend.

“Het spijt me. (lacht) Ik ben geen Jean-Jacques Rousseau-adept die vindt dat we weer nomaden moeten worden. Maar door de massale ontbossing, de klimaatopwarming en de manier waarop wij consumeren en voedsel produceren, lijkt het onvermijdelijk. Ik heb niet toevallig daarom het Centre on Climate Change and Planetary Health opgericht. Onze gezondheid hangt heel sterk samen met de gezondheid van onze omgeving. Als mens hebben we gefaald om met de natuur in harmonie te leven. Dan krijg je meer van dit. Aan de Côte d’Azur zijn al dengue en chikungunya vastgesteld. Die komen via die muggen die zich hier steeds meer thuis voelen ook naar België.”

Wat nu?

“Er bestaan al netwerken die nieuwe gevaarlijke virussen bij dieren en mensen sneller opsporen. Daar moeten meer middelen naartoe gaan. En de meeste landen moeten overduidelijk meer in preventie en volksgezondheid investeren. Voor de pandemie stonden de VS en Groot-Brittannië bovenaan in een ranking met de landen die het best voorbereid waren op een pandemie. Maar ze deden het zeer slecht.

“Het waren Taiwan, Singapore, Korea en Vietnam die de beste aanpak hadden. Door de SARS-epidemie in 2003 hadden zij test-strategieën, brononderzoek, materiaal en contactopspoorders klaar. Ieder land moet zo’n systeem opzetten. En beseffen dat ook leiderschap essentieel is.

“Wat we het minst in de hand hebben, is menselijk gedrag. Er zijn geen 1.500 soorten maatregelen die je kunt nemen. Maar in Azië volgen mensen die echt, in het hyperindividualistische Westen veel minder. Dat ‘me, myself and I’ gaat ons echt parten spelen. Want vermijden kunnen we niet. Ik kan alleen maar hopen dat we die voorbereidingen treffen en die lessen trekken. Als we dat zelfs nu niet doen, weet ik het ook niet meer.”

Wat zegt u tegen de ‘versoepelaars’?

“Dat het onmogelijk blijkt de economie te heropstarten zonder de epidemie onder controle te krijgen. Het bewijs stapelt zich op. Voorbarige versoepelingen kosten de economie meer, betekenen meer doden. Maar ik ben het er wel mee eens dat het niet alleen over het virus mag gaan. Beleidsmakers kunnen niet zeggen: ‘Hier zijn de regels, trek je plan.’ De werkloosheid, het huiselijk geweld, de depressies... die raken me zeer. Het beleid moet ook dat proberen op te vangen. Ik maak me zorgen over al die schade en over jongere generaties die de coronaschulden moeten betalen.”

Er zijn ook ontkenners, antivaxers en twijfelaars. Begrijpt u hen?

“Je hebt natuurlijk de harde antivaxers die zeggen: (schamper) ‘Mijn kind moet op een natuurlijke manier mazelen krijgen.’ En dan wordt dat kind misschien doof of krijgt het een hersenontsteking, maar dat zeggen ze er niet bij. Deze mensen danken hun gezondheid aan vaccins die ze voor hun kinderen weigeren. (droog) Zij zijn meer de specialiteit van mijn vrouw (antropologe Heidi Larson, red.).

“Ik begrijp zeker de mensen die nu twijfelen aan de vaccins omdat ze zo snel zijn ontwikkeld. Tegen hen zou ik zeggen dat die vaccins toch niet uit de lucht komen vallen. Ze zijn het resultaat van decennialang onderzoek. Zo komen de mRNA-vaccins uit het kankeronderzoek. Bovendien was er nu vanuit overheden en industrie ongelimiteerd geld voor de ontwikkeling en konden de onderzoeksfases elkaar veel vlotter dan ooit opvolgen. Maar ik heb nergens gezien dat er bochten zijn afgesneden.

“Van de veiligheid op korte termijn zijn we zeker, op langere termijn moeten we het zeer nauw opvolgen, zoals de producenten en overheden nu verplicht zullen doen. Met wat we nu weten, achten we het risico op problemen zeer klein, maar je weet nooit. Het alternatief is twee, drie jaar wachten en dus nog een drietal jaar lockdowns en miljoenen doden.”

In een kastje bewaart de viroloog zijn souvenirs en medailles.Beeld JOE HART

Begrijpt u ook de maatregelmoeheid?

“Zeker. Maar sinds de blijde intocht van het vaccin is er toch echt licht aan het eind van de tunnel. Zonder die vaccins zit je in een eindeloos uitgerekte, compleet uitzichtloze fase. Nu gaat het er vooral om nog enkele maanden vol te houden. Dat is toch veel motiverender. Ik hoop nu vooral dat de uitrol vlot gaat en dat niet alleen Amerikanen en Europeanen vaccins krijgen.”

Wat is daarvoor nodig?

“Het is niet zozeer een kwestie van geld, maar van voldoende productie. India heeft nu een bloeiende vaccinproductiesector en kan daarin zeker bijdragen. Ook China en Rusland hebben vaccins, al hebben we daarover nog geen data. En de Europese Commissie heeft de COVAX-samenwerking opgezet om de race naar het vaccin aan te zwengelen. Samen met Gavi en CEPI (internationale publiek-private samenwerkingen voor toegang tot vaccins, red.) zijn er zo al twee miljard vaccins voor arme landen.

“Maar dat is nog niet genoeg. Daarom zou Europa met die landen ook deals kunnen sluiten. Want wij hebben meer vaccins dan nodig besteld. Mochten die effectief allemaal blijken te werken, zullen er te veel zijn. In de Balkanlanden, maar ook in Afrika zouden die erg welkom zijn. Ik ben het met de Afrikaanse Unie aan het bestuderen.”

Aanvankelijk was u erg bezorgd om Afrika, maar het virus richt daar veel minder ellende aan dan elders.

“Inderdaad. De bevolking is er natuurlijk veel jonger, maar toch begrijpen we nog niet hoe het kan dat de schade daar beperkt is. Toch heeft ook dat enorme continent vaccins nodig.”

Hoe hard hebt u gevloekt toen staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open Vld) de prijzen bekendmaakte die de Europese Commissie met de producenten was overeengekomen?

“Volgens de contracten kunnen die bedrijven dan zeggen: ‘Je krijgt je vaccins niet.’ Zover komt het gelukkig niet, maar ik vind het totaal niet ernstig om dat risico te lopen alleen maar om je op Twitter in de belangstelling te werken. Dat begrijp ik echt niet. Ik moet toegeven dat die constante hang naar aandacht via de sociale media voor mij een nog groter mysterie is dan deze virussen.

“Concentreer je op je werk in plaats van constant te hengelen naar applaus, denk ik dan. Gelukkig hebben de klassieke media in België een zeer positieve rol gespeeld te midden van die hijgerige sfeer. In de Britse media regeren sensatie en nationalisme.”

Hoe is uw persoonlijke verhouding met virussen veranderd?

“Ik ben nog meer onder de indruk, heb er denk ik nog meer respect voor. Je kunt ze zelfs onder een gewone microscoop niet zien, je hebt een elektronenmicroscoop nodig. Maar toch kunnen ze zo’n enorme impact op onze levens en wereld hebben. Ik ga dus meer dan ooit akkoord met wat Louis Pasteur zei: ‘De microben hebben altijd het laatste woord.’

“Ze zijn ook niet langer enkel een fascinerend studie-object. Ik ben voor het eerst bang van een virus. Dat heb ik noch bij ebola noch bij aids gevoeld. Wij wisten goed hoe we ons moesten beschermen. Dat is bij een virus dat via de luchtwegen binnenkomt lastiger. Plots kan je leven aan een zijden draadje hangen.

“Toch heeft het mijn optimisme en doorzettingsvermogen niet aangetast. Want in negen maanden zijn er verschillende erg goed werkende vaccins ontstaan. Dat geeft mij vertrouwen in de toekomst. Ook voel ik me erg geprivilegieerd dat ik aan een van de grote problemen van onze tijd heb kunnen werken. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik kon én kan bijdragen aan de strijd tegen ebola, hiv en nu dit exemplaar.”

Peter Piot

- Geboren in Keerbergen, in 1949

- Studeerde geneeskunde (UGent) en microbiologie (UAntwerpen)

- Werkte aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde

- Mede-ontdekker van het ebolavirus in 1976 in Congo

- Onderzocht aids

- In 1995 in de adel verheven en is sindsdien baron

- Directeur van UNAIDS (1995 tot 2008)

- Directeur van de London School of Hygiene & Tropical Medicine (2010 - )

- Corona-adviseur van Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen

- Getrouwd met de Amerikaanse antropologe Heidi Larson, die zich specialiseert in vaccintwijfel

- Heeft twee kinderen