Direct naar artikelinhoud
ReportageSyrië

Islamitische Staat zwaait de plak in de kampen met Belgen: ‘De Koerden zijn de controle kwijt’

In Al Hol lopen de vrouwen gekleed in gezichtsbedekkende sluiers, ook voor jonge meisjes is dat al het geval.Beeld Bruno Struys

Volgens OCAD zitten nog 23 Belgische vrouwen met hun kinderen in kampen in Syrië. De Morgen ging ter plekke en kon de helft van hen spreken. IS blijkt in de kampen levendiger dan ooit. ‘De Koerden zijn de controle kwijt.’

“Als ik de tijd kon terugdraaien, zou ik het nooit opnieuw doen.” De 42-jarige Jessie Van Eetvelde zit in kamp Roj, in Noord-Oost-Syrië, samen met een tweeduizendtal anderen. Ze kunnen vrij rondlopen, maar die vrijheid is beperkt. Uit Roj ontsnappen is niet eenvoudig. Om de zoveel meter torenen wachtposten boven de tenten uit. 

Van Eetvelde, een bekeerlinge uit Sint-Niklaas, vertelt hoe ze in 2014 vanuit Borgerhout vertrok met de Nederlander Nabil Riani. Twee paar kinderogen zien hoe moeder haar tranen tegenhoudt.

“Ik kwam naar hier voor een leven volgens de islam, maar dat was het helemaal niet. Ik geef een stom voorbeeld: een belangrijke waarde in de islam is om te zorgen voor een weduwe en haar kinderen. Wanneer mijn man overleden is, zijn we op straat gegooid, zonder brood, niks. Ik heb met mijn kinderen uren gewandeld voor een stukje hout, om een vuur te maken. Zelfs dieren krijgen een beter leven. Ze hebben ons erger dan afval behandeld.”

Van Eetvelde zegt dat ze al lang probeerde weg te geraken bij IS, maar dat het niet lukte. Uiteindelijk belandde ze pas in januari 2019, niet lang voor de val van het laatste stukje kalifaat, in kamp Al Hol. Enkele maanden geleden is ze overgebracht naar de nieuwe sectie van kamp Roj, bedoeld om minder radicale vrouwen af te zonderen van de rest.

Van Eetveldes oudste kind, vijf jaar oud, is nu voor het eerst naar school geweest. De jongste, drie jaar en vier maanden, kan nog niet zonder zijn mama. Heeft deze vrouw, zonder officieel deradicaliseringstraject, echt IS afgezworen?

“Ja, al lang, maar dat kan je niet openlijk zeggen. Ook al is er in deze nieuwe sectie van Roj meer bewaking dan in Al Hol, toch moet je opletten wat je zegt en doet. Ik denk niet dat ze hier je tent in brand steken bijvoorbeeld. In Al Hol had ik verschillende gezichten, gewoon voor de veiligheid van mijn kinderen.”

Jessie Van Eetvelde met haar jongste kind.Beeld Bruno Struys

Het kamp van Al Hol ligt honderd kilometer ten zuiden van Roj. Hier wonen 63.000 personen, de grote meerderheid Syriërs en Irakezen. Een aparte sectie huisvest de bijna 10.000 vrouwen en kinderen uit 46 verschillende landen die naar IS-gebied zijn afgereisd. Onder hen dus ook Belgische vrouwen en kinderen.

Heidi De Pauw, CEO van Child Focus, gaat naar hen op zoek. Vorig jaar slaagde ze erin om de Belgische regering te overtuigen om zes Belgische weeskinderen te repatriëren. Maar het kind van de Kortrijkse Syrië-ganger Olivier Calebout moet nog altijd ergens in Al Hol rondlopen. Zonder vader, want die zou gevangenzitten, en zonder moeder, want die zou dood zijn. De kleine Calebout moet ongeveer drie jaar oud zijn nu. De Pauw loopt speurend langs groepjes vrouwen. “Belgiki?” Geen antwoord. 

Shariakamp

Terwijl in Roj een verbod geldt op volledige gezichtsbedekking en zwarte kledij, zijn in Al Hol alle vrouwen, op een enkele uitzondering na, volledig in het zwart, het gezicht bedekt. Een van hen stoot een kar die steeds dieper wegzakt in de dikke, zwarte modder. De problemen met hygiëne, watervoorziening en onderwijs zijn hier vele malen groter dan in Roj. Net als het geweld en extremisme.  

“Ze zijn erin geslaagd om hun shariasysteem in het kamp in te voeren”, vertelt Hamrin al-Hassan, directeur van het kamp Al Hol. “De vrouwen hebben hun eigen ‘hizbah’ opgericht, shariapolitie. Ze sturen dreigbrieven naar de winkeltjes in het kamp om te sluiten tijdens de gebedstijden. Het afgelopen jaar zijn er 36 personen vermoord. De slachtoffers zijn mensen die volgens hen niet extremistisch genoeg zijn, of te veel met ons samenwerken.”

(lees verder onder de foto)

Al Hol-kamp.Beeld Bruno Struys

Hier in Al Hol probeert een deel van de vrouwen hun taak bij IS zo goed mogelijk voort te zetten: kinderen maken en grootbrengen. Er zijn meisjes van 12 die uitgehuwelijkt worden en zwanger geraken, vermoedelijk van mannen uit het kampdeel met Syriërs en Irakezen.

“Sommige vrouwen prostitueren zich om zwanger te geraken, om het even welke man die passeert is goed”, zegt Al-Hassan. “Een man die eten uitdeelde werd door een groep vrouwen overmeesterd en verkracht.” Ze ziet ons ongeloof. “Daar zijn beelden van.”

Hellhole Al Hol

Als de zwaarbewaakte Belgische delegatie door het kamp gaat, lopen sommige vrouwen weg tussen de tenten, anderen laten in de spleet van hun nikab voor hun ogen nog een laatste stukje stof zakken. Ook enkele meisjes van een jaar of zes lopen volledig bedekt.

“Belgiki?” Neen, het blijken in dit deel honderden vrouwen en kinderen uit landen als Turkmenistan en de Kaukasus, Azerbeidzjan, Tsjetsjenië,…

De zoektocht wordt snel gestaakt. Kinderen beginnen met stenen te gooien. Rake worpen over tientallen meters. Wijsvingertjes gaan de hoogte in, het symbool van de tawhid, één God, dat door IS werd geclaimd. Dit is klein-Raqqa, waar IS de plak zwaait.

“Die kinderen moeten hier zo snel mogelijk weg”, sist De Pauw. “Om hen basiszorgen te geven, maar ook om hun radicalisering zo snel mogelijk te stoppen.”

De Koerdische bewaking staat machteloos tegen een stenenregen. Ook zij zetten het op een lopen. Er zit niks anders op dan de uitgang te kiezen. “Allah is groot!”, roept een vrouw. De Pauw bezoekt het kamp voor de derde keer in evenveel jaren tijd, maar dit is ook voor haar nieuw.

(lees verder onder de foto)

Stenengooiende kinderen in Al Hol.Beeld Bruno Struys

“We zijn nog nooit aangevallen, nog nooit zagen we zulke vijandigheid, integendeel, ze waren blij dat mensen uit Europa kwamen kijken naar hun situatie. Ik heb helaas wel voorspeld dat dit zou gebeuren. Het lijkt alsof de Koerdische autoriteiten de controle over het kamp verliezen en dat Islamitische Staat van buitenaf de zaken stuurt.”

Dat geven de Koerden die dit kamp bewaken ook grif toe. Ze weten dat er regelmatig vrouwen ontsnappen. Dat is in het gigantische Al Hol een stuk eenvoudiger dan in Roj. Bovendien zijn in deze provincie rond Al Hol nog IS-groepen zeer actief, wat helpt om weg te geraken.

Een aantal vrouwen is op die manier al met hun kinderen naar België teruggekeerd. Anderen, zoals Nora Marzkioui, zijn nog niet opgedoken. Het is al een jaar geleden dat ze vertrok. Het gerucht gaat dat ze niet naar Turkije, maar naar de Syrische provincie Idlib is getrokken en zich daar bij jihadistische rebellen heeft gevoegd.

Berlijnse bollen

Daarom zijn de Koerden dus begonnen met het geleidelijk verplaatsen van vrouwen en kinderen naar het kleinere en beter beveiligde Roj. Het is maar de vraag hoe goed de selectie gebeurt. Ongeveer gelijktijdig met Jessie Van Eetvelde, verhuisde enkele maanden geleden ook Julie M.

Jessie Van Eetvelde kent haar niet echt. “Maar omdat ik hoorde dat ze Berlijnse bollen bakte, wou ik weleens zo’n bol proeven. Een koffiekoek van een warme bakker…”

De bakker, Julie M. uit Brussel, wil niet met volledige naam en foto getuigen. Haar discours verschilt dag en nacht van dat van Jessie Van Eetvelde. Voor ze van Al Hol naar Roj kwam, zat ze eerst twee maanden en half vast in een gevangenis. Naar eigen zeggen omdat ze Frans had gesproken in het kamp.

Ze zit hier met vier kinderen. Een van hen zit een rolstoel, gewond geraakt bij de slag om Baghouz, het laatste stukje kalifaat, dat in maart 2019 is veroverd op IS. Zijn moeder kent geen greintje spijt.

“Voor mij was het goed tot op het einde. Ik was op een plek waar ik mijn religie kon beleven. Voor mij was er geen negatieve kant, tot natuurlijk de belegering. Het werd moeilijk toen we niet meer genoeg te eten hadden, ook al was dat niet onze fout.”

(Lees verder onder de foto)

Julie M. met haar kinderenBeeld Bruno Struys

22 maart

Julie M. is indirect gelinkt aan de aanslagen van Parijs en Brussel. Voor ze naar Syrië vertrok, was ze met haar man namelijk al verhuisd naar Engeland. Daar trokken de twee een uitkering. Na hun vertrek naar Syrië kwam Mohamed Abrini, de ‘man met het hoedje’, dat geld halen. Abrini had daarvoor zelf de opdracht gekregen in Syrië, van Abdelhamid Abaaoud.

Wat was de taak van Julie’s man bij Islamitische Staat, in Raqqa? “Dat hangt ervan af. Op een bepaald moment bleef hij voor lange tijd zonder werk. Euh… voilà.”

U wil liever niet antwoorden?

“Ik kan het niet zeggen. In elk geval weet iedereen het toch.”

Dus het is waar wat er gezegd wordt, dat hij in Raqqa als beul actief was?

“Neen. Hij heeft niemand onthoofd. Dat is niet waar.”

Volgens Julie M. is er een naamsverwarring met iemand anders. Wat haar man dan exact deed, blijft geheim. In elk geval was hij volgens haar geen beul, en ging hij niet naar het front.

Geen enkele openheid bij Julie M., zelfs geen wil om terug naar België te gaan. “Ik moet dan de gevangenis in en word gescheiden van mijn kinderen.”

Een jaar eerder spraken we Julies vader, in Brussel. Ondanks alles, was hij meteen bereid om dochter en kleinkinderen in huis te nemen. Als we Julie M. zeggen dat hij hen mist, komt er voor het eerst een barst in het geharde pantser. “Ik ben het die hem mist.”

Van de elf Belgische vrouwen die we in Roj spreken, lijkt Jessie Van Eetvelde aan de ene kant van het radicaliseringsspectrum te zitten en Julie M. aan het andere uiteinde. Verschillende vrouwen bevinden zich tussenin. Sommigen zijn misschien wel gedegouteerd door IS, maar daarom zweren ze nog niet elk extremisme af. 

Volgens de kampbewaking zitten ook Cassandra Bodart en Evelyne De Herdt in dat radicale uiterste. “Die twee zorgen voor problemen in het kamp. Ze proberen een hizbah te organiseren en vallen vrouwen aan die zich onvoldoende bedekken. Ze vormen een gesloten groepje waar we geen toegang toe hebben. Het gaat om een twintigtal vrouwen, ook Françaises.”

In hun interviews ontkennen Bodart en De Herdt dat.

“Ik heb geen idee op wie ik autoriteit zou uitoefenen”, zegt Bodart. “Ik ben echt alleen hier. Ik heb nooit iemand aangevallen. Integendeel, ik ben degene die is aangevallen, toen ik geen hoofddoek droeg.”

Nu bedekt ze het hoofd, maar vlak na de val van Baghouz liep Bodart in Roj rond met lange blonde haren. Ze verzekerde iedereen ervan dat ze genoeg had van IS. Haar man had haar tegen haar wil gedwongen om bij IS te blijven. Zelfs kampbewakers geloofden haar berouw. Intussen draagt ze weer een hoofddoek, maar voor de rest een jeansvestje en een bloemenjurk. Ook haar discours is niet zo helder: ze zweert IS af, maar wijst voortdurend op de hypocrisie van het Westen.

“Ze zeggen dat ze naar België terug willen, maar dat is enkel om hier weg te geraken”, zegt een bewaker.

(Lees verder onder de foto)

Vrouwen en kinderen aan een marktkraampje in Al HolBeeld Bruno Struys

Onderzoeksteam sturen

Het bewijst hoe moeilijk het is om deze vrouwen te doorgronden. N-VA-Kamerlid Koen Metsu, die destijds de Kamercommissie naar de aanslagen voorzat, maakt deel uit van de Belgische delegatie die de kampen bezoekt. Hij is onder de indruk van de vijandigheden in Al Hol, maar ook van de spijt van Jessie Van Eetvelde. “Ik denk dat ze daar weg moet, maar wie zijn wij om daarover te oordelen? Er zou een echt onderzoeksteam moeten komen om geval per geval te evalueren.”

Een nieuw standpunt binnen de N-VA, die in de regering-Michel enkel instemde met de terugbrenging van kinderen. Sommige EU-landen gaan verder: Duitsland en Finland repatrieerden vorig weekend nog verschillende vrouwen uit kamp Roj.

Ook een onderzoeksteam zou een nieuwigheid zijn. De Belgische inlichtingendiensten kregen voor zover gekend nooit groen licht voor informatieverzameling in Syrië. De regering wou zich niet verbranden aan het Assad-regime en evenmin aan de Koerdische YPG die de kampen nog in handen heeft.

Voorlopig althans. Bijna elke nacht klopt Turkije hardhandig op de deur. Kamp Roj ligt vlak aan de Turkse grens, in de ‘veiligheidszone’ die Erdogan wil innemen in Syrië. Wat bij een groot nieuw Turks offensief in de buurt van Roj zou gebeuren, is voorspelbaar. Een jaar geleden moesten de Koerden al de deuren van kamp Ain Issa wagenwijd openzetten en wegvluchten.

Honderden IS-vrouwen waren plots op vrije voeten. Ook in de gevangenis konden enkele mannen profiteren van de chaos om de benen te nemen.

“We hebben zes jaar kostbare tijd verloren”, zegt Metsu. “De Belgische inlichtingendiensten en politiek moeten weten wat er speelt in de kampen.”

Al die tijd blijven de kampen en gevangenissen alvast voor de IS-fanatici die er nog zitten één langgerekte teambuilding, wetende dat de top van IS elkaar begin jaren 2000 vond in het Amerikaanse Camp Bucca in Irak. Voor de anderen blijft de ellende voortduren. 

Koen Metsu in Al HolBeeld Bruno Struys
Kinderen op een marktje in Al HolBeeld Bruno Struys
Hamrin al-Hassan, directeur van het kamp Al Hol.Beeld Bruno Struys
Al Hol kampBeeld Bruno Struys
Al Hol kampBeeld Bruno Struys
Al Hol kampBeeld Bruno Struys