Direct naar artikelinhoud
Heleen DB
NieuwjaarsbriefHeleen Debruyne

We stonden erbij en we keken ernaar toen duidelijk werd dat de coronacrisis slecht uitpakt voor vrouwen

Historicus en columnist Heleen Debruyne kijkt uit naar het moment waarop onbetaalde zorgarbeid van vrouwen wordt erkend

De mens leert uit zijn fouten. En wat hebben we geleerd uit eerdere crisisperiodes? Dat verworvenheden op het vlak van mannen en vrouwen in moeilijke tijden niet meer dan een dun laagje vernis over de oude ongelijkheden blijken te zijn.

Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak en de meeste werkende mannen naar het front moesten, hielden vrouwen het vaderland recht. Ze werden mecanicien, treinbestuurder, dokter, postbode, boer – alles wat ze voorheen niet mochten omdat ze er niet geschikt voor werden geacht.

Tot verbazing van velen was er op hun werk niks aan te merken. De feministen hoopten dat vrouwen definitief bewezen hadden wat ze konden, dat hun vanaf dan ook een positie op de arbeidsmarkt gegund zou zijn.

Maar toen kwam een deel van de mannen terug. Strijders voor het vaderland kon je toch niet zeggen dat ze niet meer nodig waren, omdat een vrouw hun plek had ingenomen? En er studeerde een nieuwe generatie mannen af. Werkende vrouwen werden opzijgeschoven of weggepest. Tijdschriften leerden vrouwen hoe je de perfecte huisvrouw moest worden.

Ook bij economische crises zie je het gebeuren. Volgens de Verenigde Naties worden vrouwen bij elke crisis zwaarder getroffen: ze hebben vaker kwetsbare banen, werken meer deeltijds waardoor hun werkloosheidsuitkering lager is, en hebben minder controle over hun financiële situatie. In niet-westerse landen lopen ze het risico dat ze hun opleiding niet meer kunnen of mogen afmaken.

Dat wisten we. Maar wat hebben we met die kennis gedaan? Vrouwen nemen het leeuwendeel van het coronaverlof op, wat hun carrière op de lange termijn schaadt. Ze gaan massaal minder werken om de kinderen op te vangen. Verplicht thuiswerkende mannen vullen hun vrijgekomen tijd in met leuke of ontspannende bezigheden; vrouwen met thuisonderwijs of andere huishoudelijke taakjes.

Socioloog Ignace Glorieux (VUB) noemde de resultaten van een onderzoek naar tijdsbesteding in de coronacrisis ‘ontstellend en een beetje pijnlijk’. De verdeling van de zorg en het huishouden werd in een paar weken tijd veel ongelijker.

We stonden erbij en we keken ernaar toen duidelijk werd dat de coronacrisis slecht uitpakt voor vrouwen
Beeld Gijs Kast

Dat is de situatie bij tweeverdieners, die geen vreselijke financiële zorgen hebben. Nog grotere slachtoffers van deze tijd: alleenstaande moeders met een deeltijdbaan in, pakweg, de horeca. Sekswerkers zonder officieel statuut en dus zonder recht op technische werkloosheid. Slachtoffers van partnergeweld die emotioneel of financieel niet onafhankelijk zijn. (Ja, ook mannen zijn sekswerker, alleen- staande vader of slachtoffer van partnergeweld, maar in deze groepen vormen vrouwen de grote meerderheid.) We stonden erbij en we keken ernaar toen duidelijk werd dat de coronacrisis slecht uitpakt voor vrouwen.

Het opsommen van deze feiten was niet goed voor mijn gemoed. De mens blijkt hardleers. Maar ik wil de hoop niet verliezen. Van de plots zo essentieel geachte zorgwerkers is 82,5 procent vrouw. Door deze crisis werden zij pijnlijk zichtbaar. Plots is er politieke wil om hun arbeidsomstandigheden te verbeteren. Misschien wordt in 2021 zichtbaar voor wie deze crisis slecht uitpakt en ontstaat ook de wil om hun levensomstandigheden te verbeteren.

Het uitgebreide vaderschapsverlof vormt een sprankeltje hoop. Een statuut voor sekswerkers zou mooi zijn; een erkenning van alle onbetaalde zorgarbeid die vooral vrouwen elke dag weer verrichten, nog mooier.

Als de mens ergens goed in is, dan is het dromen.